Helemaal mee eens. Wat wil je er mee zeggen?Bijdrager schreef:Elkaar de maat nemen, millimeteren op theologisch gebied, nog meer, nog dieper, nog...... allemaal vruchten van onze geest.
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Gelezen, gedacht, gehoord...
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
- Niet meer zo actief -
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Enige ironie kan zeker, zelfspot ook, maar cynisme dat kerkverlating een zegen noemt?Herman schreef:Volgens mij is enig cynisme over het falende menselijk handelen in het kerkelijke gebeuren wel op zijn plaats. Zelfspot is in dat kader geschikter.Mannetje schreef:Cynisme is heel menselijk, maar ģeen vrucht van de Geest.Bijdrager schreef:Enig cynisme in dit soort casuïstieken houd me op de been
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
- Niet meer zo actief -
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Ik volg sinds een aantal maanden dit forum. Ik had de hoop dat we al wat verder zouden zijn in refoland. Maar de haarkloverij, de verwarring, de zelfgenoegzaamheid blijkt steeds groter te worden. Kittelachtig van gehoor, ik heb veel verdriet om de kerk met een kleine k.
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Verder dan wat Bijdrager?Bijdrager schreef:Ik volg sinds een aantal maanden dit forum. Ik had de hoop dat we al wat verder zouden zijn in refoland. Maar de haarkloverij, de verwarring, de zelfgenoegzaamheid blijkt steeds groter te worden. Kittelachtig van gehoor, ik heb veel verdriet om de kerk met een kleine k.
Is het niet zo dat de haarkloverij en verwarring juist toe zal nemen?
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Verder dan 25 jaar geleden toen ik ook dacht dat ik in de ware kerk zat.
Als we in de schuld komen van ons kerkje spelen, de een nog meer gereformeerder dan de ander, is er hoop en dan gaan we elkaar vinden.
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Als we in de schuld komen van ons kerkje spelen, de een nog meer gereformeerder dan de ander, is er hoop en dan gaan we elkaar vinden.
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Bijdrager schreef:Verder dan 25 jaar geleden toen ik ook dacht dat ik in de ware kerk zat.
Als we in de schuld komen van ons kerkje spelen, de een nog meer gereformeerder dan de ander, is er hoop en dan gaan we elkaar vinden.
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk

O HEERE, wat is de mens, dat Gij hem kent? Het kind des mensen, dat Gij het acht?
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Pedagogisch pelagianisme
Uit De Saambinder van 16 februari 2012
De christelijke gereformeerde predikant dr. A. Huijgen stelde onlangs in een column in het RD dat er in het reformatorisch onderwijs sprake is van pedagogisch pelagianisme. Nu is, naar ik aanneem, pelagianisme voor de lezers van De Saambinder geen onbekend begrip. Die term verwijst naar de theologie van de monnik Pelagius, die leefde in de vijfde eeuw.
Volgens Pelagius had de mens ook na de zondeval een vrije wil om de zonde of het goede te kiezen. Gods genade droeg slechts een helpend karakter en bovendien moest een mens zich door zijn deugdzaam gedrag die genade waardig maken. Christus was mens geworden om ons tot voorbeeld te zijn op het pad der deugd. Het zal duidelijk zijn dat dit een volstrekte omkering is van de Bijbelse leer. Terecht heeft Augustinus het pelagianisme krachtig bestreden.
Liberaal mensbeeld
Een beschuldiging van pelagianisme komt dan in reformatorische kring ook hard aan. Toch meent dr. Huijgen die term te moeten gebruiken. Althans in de vorm van pedagogisch pelagianisme. ‘Ook op reformatorische scholen’, zo schreef hij, ‘kun je de visie tegenkomen dat elk kind zijn eigen kwaliteiten moet kunnen ontplooien’.
Dat sluit helemaal aan bij het liberale mens- en kindbeeld dat tegenwoordig domineert. Een mens die zich in vrijheid kan ontwikkelen, maakt de best denkbare ontwikkeling door, zo geldt voor velen als de hoogste wijsheid. De mens is in wezen goed en moet daarom in zijn ontplooiing niet beknot, maar juist gestimuleerd worden.
Het is echter niet het belangrijkste dat de (jonge) mens aan zijn zelfontplooiing werkt en daarbij zijn eigen keuzes maakt, maar dat hij goede keuzes maakt. Beter nog: door genade de goede keuze mag maken. Het kan wel zijn dat een mens het leven naar Gods geboden als beklemmend ervaart en het als een bevrijding ziet om te breken met hetgeen hij bij zijn christelijke opvoeding heeft meegekregen, maar daarmee komt alleen de diepe vijandschap tegen zijn Schepper openbaar.
Er is dus een groot verschil tussen het Bijbelse opvoedingsmodel en wat in onze maatschappij als vanzelfsprekend wordt aangeprezen. Maar ook hier geldt dat wij ons gemakkelijk laten beïnvloeden door de heersende opvattingen. Als dr. Huijgen signaleert dat tussen de gereformeerde dagopening en het eigenlijke onderwijs dat daarop volgt, het mensbeeld kantelt, zou daar wel eens wat van waar kunnen zijn.
Ook bij de gezinsopvoeding wordt tegenwoordig gemakkelijk het kind op een voetstuk geplaatst, waarbij misdragingen worden geaccepteerd en vergoelijkt, terwijl correctief en straffend ingrijpen eerder op zijn plaats zou zijn. Dat men in de wereld zo handelt is nog enigszins te begrijpen, maar kerkmensen zouden beter moeten weten.
Negatiever dan verantwoord
Nu presenteert dr. Huijgen ook een verklaring voor dit pedagogisch pelagianisme. ‘In sommige preken wordt de mens negatiever afgeschilderd dan reformatorisch verantwoord’, zo meent hij te constateren.
De genade wordt dan ‘als welhaast onbereikbaar’ voorgesteld. Nu is de waarheid inderdaad een smal pad en je kunt er aan twee kanten van afwijken. Dat geldt ook hier.
Het was echter in reactie op de woorden van Christus, dat de discipelen uitriepen: ‘Wie kan dan zalig worden?’. En dan luidt het antwoord dat dat bij de mensen onmogelijk is, maar niet bij God (Matth. 19: 25-26).
De ruimte in het evangelie ligt niet aan onze kant, maar aan Gods kant. Er is inderdaad een wonder voor nodig om een mens tot God te bekeren. Maar we hebben te maken met een wonderdoend God. Wonderen doen is Zijn gewone werk.
En wat te denken van het verband dat er zou zijn tussen een te negatief mensbeeld en de soms erg positieve visie op de kinderen in het reformatorisch onderwijs? Omdat er met zo’n negatief mensbeeld niet te leven zou zijn, zou men op school in feite kiezen voor een optimistisch, pelagiaans beeld van het kind. Dat lijkt mij wel ver gezocht en het zou niet de moeite waard zijn om er veel aandacht aan te besteden, wanneer niet in de benaming pedagogisch pelagianisme een forse beschuldiging was gelegen.
In het verleden was er in het reformatorisch onderwijs geen sprake van dat men de vrije ontplooiing van het kind centraal stelde. Hanteerde men toen in de prediking een aanzienlijk positiever beeld van de mens? Bepaald niet. Omgekeerd geldt dat je die door dr. Huijgen terecht gekritiseerde benadering van het kind vooral tegen komt in kringen waar men geen enkele affiniteit heeft met een streng gereformeerde mensbeschouwing.
Een prediking die al te negatief zou zijn, is dus geen voldoende voorwaarde, maar ook geen noodzakelijke voorwaarde voor de gewraakte pedagogiek. Wellicht moeten we de oorzaak eerder zoeken in een te weinig kritische houding ten opzichte van allerlei hedendaagse pedagogische methoden en benaderingswijzen
De eeuwige dood verdiend
Bovendien moet duidelijk zijn dat je niet zo maar noties die gelden in de verhouding tussen God en mens, kunt overzetten naar de intermenselijke verhoudingen. Het verhaal gaat dat vele jaren geleden iemand eens aan zijn baas vroeg of hij loonsverhoging kon krijgen. Vanwege zijn inzet meende hij dat wel verdiend te hebben. Maar hij kreeg te horen dat daar niets van kon komen. Meer loon verdiend? Hij had niet anders dan de eeuwige dood verdiend!
Dat laatste was zeker waar. Maar in dit verband was het antwoord volstrekt niet ter zake. Wat in de verticale verhouding geldt, mogen wij zo maar niet overplanten naar het horizontale vlak. Daar geldt dat de arbeider zijn loon waardig is (1 Tim. 5:18). Dat geldt ook voor de onbekeerde en de onkerkelijke arbeider.
Als in ons strafrecht er vanuit gegaan wordt dat iemand onschuldig is, tenzij het wettig bewijs van zijn schuld is geleverd en hij door de rechter is veroordeeld, dan moeten we niet concluderen dat dat in strijd is met het calvinistische mensbeeld van de Heidelberger, dat de mens geneigd is tot alle kwaad.
God heeft immers in deze wereld Zijn algemene genade gegeven. Daardoor wordt het kwaad nog ingetoomd. Daardoor is er nog natuurlijke liefde en goedheid onder de mensen. Zonder die algemene genade zou het leven op aarde volstrekt onleefbaar zijn. Gods zaligmakende genade mogen wij zo maar niet aanwezig veronderstellen. Van de algemene genade geldt dat wel.
Zo mogen we er vanuit gaan dat er een natuurlijke liefde bestaat tussen ouders en kinderen. Zeker, er zijn ontaarde ouders en ontaarde kinderen. Maar veelal is er van die natuurlijke liefde, ook in probleemsituaties, toch nog wel wat aanwezig. Bij het toepassen van gezinstherapie kan men daarbij aansluiten en daarop voortbouwen.
Zo kan en mag ook in het (reformatorisch) onderwijs aangesloten worden bij de leergierigheid en interesses van kinderen, bij hun bereidheid tot samenwerken en samenspelen. Dat getuigt volstrekt niet van pedagogisch pelagianisme. Het positieve wat we in het algemeen in kinderen aantreffen, is te danken aan Gods algemene genade. En we zullen er ook terdege rekening mee moeten houden dat op allerlei momenten en in allerlei situaties het kwaad in een kind naar boven kan komen. Denk alleen maar aan pestgedrag. Vrije ontwikkeling en ontplooiing kan en mag dan ook niet ons uitgangspunt zijn.
Uit De Saambinder van 16 februari 2012
De christelijke gereformeerde predikant dr. A. Huijgen stelde onlangs in een column in het RD dat er in het reformatorisch onderwijs sprake is van pedagogisch pelagianisme. Nu is, naar ik aanneem, pelagianisme voor de lezers van De Saambinder geen onbekend begrip. Die term verwijst naar de theologie van de monnik Pelagius, die leefde in de vijfde eeuw.
Volgens Pelagius had de mens ook na de zondeval een vrije wil om de zonde of het goede te kiezen. Gods genade droeg slechts een helpend karakter en bovendien moest een mens zich door zijn deugdzaam gedrag die genade waardig maken. Christus was mens geworden om ons tot voorbeeld te zijn op het pad der deugd. Het zal duidelijk zijn dat dit een volstrekte omkering is van de Bijbelse leer. Terecht heeft Augustinus het pelagianisme krachtig bestreden.
Liberaal mensbeeld
Een beschuldiging van pelagianisme komt dan in reformatorische kring ook hard aan. Toch meent dr. Huijgen die term te moeten gebruiken. Althans in de vorm van pedagogisch pelagianisme. ‘Ook op reformatorische scholen’, zo schreef hij, ‘kun je de visie tegenkomen dat elk kind zijn eigen kwaliteiten moet kunnen ontplooien’.
Dat sluit helemaal aan bij het liberale mens- en kindbeeld dat tegenwoordig domineert. Een mens die zich in vrijheid kan ontwikkelen, maakt de best denkbare ontwikkeling door, zo geldt voor velen als de hoogste wijsheid. De mens is in wezen goed en moet daarom in zijn ontplooiing niet beknot, maar juist gestimuleerd worden.
Het is echter niet het belangrijkste dat de (jonge) mens aan zijn zelfontplooiing werkt en daarbij zijn eigen keuzes maakt, maar dat hij goede keuzes maakt. Beter nog: door genade de goede keuze mag maken. Het kan wel zijn dat een mens het leven naar Gods geboden als beklemmend ervaart en het als een bevrijding ziet om te breken met hetgeen hij bij zijn christelijke opvoeding heeft meegekregen, maar daarmee komt alleen de diepe vijandschap tegen zijn Schepper openbaar.
Er is dus een groot verschil tussen het Bijbelse opvoedingsmodel en wat in onze maatschappij als vanzelfsprekend wordt aangeprezen. Maar ook hier geldt dat wij ons gemakkelijk laten beïnvloeden door de heersende opvattingen. Als dr. Huijgen signaleert dat tussen de gereformeerde dagopening en het eigenlijke onderwijs dat daarop volgt, het mensbeeld kantelt, zou daar wel eens wat van waar kunnen zijn.
Ook bij de gezinsopvoeding wordt tegenwoordig gemakkelijk het kind op een voetstuk geplaatst, waarbij misdragingen worden geaccepteerd en vergoelijkt, terwijl correctief en straffend ingrijpen eerder op zijn plaats zou zijn. Dat men in de wereld zo handelt is nog enigszins te begrijpen, maar kerkmensen zouden beter moeten weten.
Negatiever dan verantwoord
Nu presenteert dr. Huijgen ook een verklaring voor dit pedagogisch pelagianisme. ‘In sommige preken wordt de mens negatiever afgeschilderd dan reformatorisch verantwoord’, zo meent hij te constateren.
De genade wordt dan ‘als welhaast onbereikbaar’ voorgesteld. Nu is de waarheid inderdaad een smal pad en je kunt er aan twee kanten van afwijken. Dat geldt ook hier.
Het was echter in reactie op de woorden van Christus, dat de discipelen uitriepen: ‘Wie kan dan zalig worden?’. En dan luidt het antwoord dat dat bij de mensen onmogelijk is, maar niet bij God (Matth. 19: 25-26).
De ruimte in het evangelie ligt niet aan onze kant, maar aan Gods kant. Er is inderdaad een wonder voor nodig om een mens tot God te bekeren. Maar we hebben te maken met een wonderdoend God. Wonderen doen is Zijn gewone werk.
En wat te denken van het verband dat er zou zijn tussen een te negatief mensbeeld en de soms erg positieve visie op de kinderen in het reformatorisch onderwijs? Omdat er met zo’n negatief mensbeeld niet te leven zou zijn, zou men op school in feite kiezen voor een optimistisch, pelagiaans beeld van het kind. Dat lijkt mij wel ver gezocht en het zou niet de moeite waard zijn om er veel aandacht aan te besteden, wanneer niet in de benaming pedagogisch pelagianisme een forse beschuldiging was gelegen.
In het verleden was er in het reformatorisch onderwijs geen sprake van dat men de vrije ontplooiing van het kind centraal stelde. Hanteerde men toen in de prediking een aanzienlijk positiever beeld van de mens? Bepaald niet. Omgekeerd geldt dat je die door dr. Huijgen terecht gekritiseerde benadering van het kind vooral tegen komt in kringen waar men geen enkele affiniteit heeft met een streng gereformeerde mensbeschouwing.
Een prediking die al te negatief zou zijn, is dus geen voldoende voorwaarde, maar ook geen noodzakelijke voorwaarde voor de gewraakte pedagogiek. Wellicht moeten we de oorzaak eerder zoeken in een te weinig kritische houding ten opzichte van allerlei hedendaagse pedagogische methoden en benaderingswijzen
De eeuwige dood verdiend
Bovendien moet duidelijk zijn dat je niet zo maar noties die gelden in de verhouding tussen God en mens, kunt overzetten naar de intermenselijke verhoudingen. Het verhaal gaat dat vele jaren geleden iemand eens aan zijn baas vroeg of hij loonsverhoging kon krijgen. Vanwege zijn inzet meende hij dat wel verdiend te hebben. Maar hij kreeg te horen dat daar niets van kon komen. Meer loon verdiend? Hij had niet anders dan de eeuwige dood verdiend!
Dat laatste was zeker waar. Maar in dit verband was het antwoord volstrekt niet ter zake. Wat in de verticale verhouding geldt, mogen wij zo maar niet overplanten naar het horizontale vlak. Daar geldt dat de arbeider zijn loon waardig is (1 Tim. 5:18). Dat geldt ook voor de onbekeerde en de onkerkelijke arbeider.
Als in ons strafrecht er vanuit gegaan wordt dat iemand onschuldig is, tenzij het wettig bewijs van zijn schuld is geleverd en hij door de rechter is veroordeeld, dan moeten we niet concluderen dat dat in strijd is met het calvinistische mensbeeld van de Heidelberger, dat de mens geneigd is tot alle kwaad.
God heeft immers in deze wereld Zijn algemene genade gegeven. Daardoor wordt het kwaad nog ingetoomd. Daardoor is er nog natuurlijke liefde en goedheid onder de mensen. Zonder die algemene genade zou het leven op aarde volstrekt onleefbaar zijn. Gods zaligmakende genade mogen wij zo maar niet aanwezig veronderstellen. Van de algemene genade geldt dat wel.
Zo mogen we er vanuit gaan dat er een natuurlijke liefde bestaat tussen ouders en kinderen. Zeker, er zijn ontaarde ouders en ontaarde kinderen. Maar veelal is er van die natuurlijke liefde, ook in probleemsituaties, toch nog wel wat aanwezig. Bij het toepassen van gezinstherapie kan men daarbij aansluiten en daarop voortbouwen.
Zo kan en mag ook in het (reformatorisch) onderwijs aangesloten worden bij de leergierigheid en interesses van kinderen, bij hun bereidheid tot samenwerken en samenspelen. Dat getuigt volstrekt niet van pedagogisch pelagianisme. Het positieve wat we in het algemeen in kinderen aantreffen, is te danken aan Gods algemene genade. En we zullen er ook terdege rekening mee moeten houden dat op allerlei momenten en in allerlei situaties het kwaad in een kind naar boven kan komen. Denk alleen maar aan pestgedrag. Vrije ontwikkeling en ontplooiing kan en mag dan ook niet ons uitgangspunt zijn.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
-
- Verbannen
- Berichten: 31
- Lid geworden op: 26 feb 2018, 18:48
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Zeer verrassend artikel van CJ Droger over Calvijn op refdag!
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Welkom op het forum. Ik hoop dat je bijdragen iets anders zullen doen dan de zonden van anderen aanwijzen. Als je het hebt over het refoland, vrees ik dat dát misschien wel onze grootste kwaal is. We weten exact te vertellen wat er bij anderen aan mankeert.Bijdrager schreef:Ik volg sinds een aantal maanden dit forum. Ik had de hoop dat we al wat verder zouden zijn in refoland. Maar de haarkloverij, de verwarring, de zelfgenoegzaamheid blijkt steeds groter te worden. Kittelachtig van gehoor, ik heb veel verdriet om de kerk met een kleine k.
Toch doe je in je eerste bijdragen precies hetzelfde. Ook vanuit een ander perspectief ("Ik denk tenminste niet meer dat... zo dacht ik vroeger...") kun je uiteindelijk precies dezelfde houding aannemen.
- Wandelende
- Inactief
- Berichten: 3076
- Lid geworden op: 13 jun 2017, 06:43
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
En wat heeft het je gebracht?Bijdrager schreef:Ik volg sinds een aantal maanden dit forum.
En waar heeft het je gebracht?Ik had de hoop dat we al wat verder zouden zijn in refoland. Maar de haarkloverij, de verwarring, de zelfgenoegzaamheid blijkt steeds groter te worden. Kittelachtig van gehoor, ik heb veel verdriet om de kerk met een kleine k.
(~)
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
In het dal van de verwarring. Ik zie hoge bergen om me heen, onaantastbaar, onbeweegbaar, zonder gevoel en warmte.
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Bijdrager schreef:In het dal van de verwarring. Ik zie hoge bergen om me heen, onaantastbaar, onbeweegbaar, zonder gevoel en warmte.

Gaat het niet goed met je? Of is dit een algemene verzuchting vanwege reacties op het forum?
Positief verrassend?GKVerontrust schreef:Zeer verrassend artikel van CJ Droger over Calvijn op refdag!

Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Het gaat privé goed met me, bedankt voor je belangstelling. Ja ook vanwege het forum maar vooral vanwege de algemene toestand van de kerk(mens)
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Verzonden vanaf mijn iPhone met Tapatalk
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Omhoog kijken, dan zie je de bergen niet.
Re: Gelezen, gedacht, gehoord... [4]
Nou....eilander schreef:Omhoog kijken, dan zie je de bergen niet.
Ik hef mijn ogen op naar de bergen, vanwaar mijn hulp komen zal.
Als er schaduw is, dan moet er ook licht zijn ~ Spurgeon