
Als ik terugkijk heb ik geen reden om trots te zijn of tevreden. Ik herken precies wat Terri zegt; en ik weet dat ik fouten maak en heb gemaakt. Zeker nu de meeste kinderen hier de volwassen leeftijd hebben bereikt (op twee na) denk ik daar veel over na en vliegt het me soms aan.
Maar aan de andere kant weet ik ook dat het mijn verlangen was en is om Gods weg te gaan; ook in de opvoeding. En dat het ook mijn verlangen altijd is geweest om het goede voor mijn kinderen te zoeken, geestelijk en lichamelijk.
Ook heb ik niet elke dag achter mijn aanrecht staan juichen bij de vaat, of ben ik blij met al het huishoudelijk werk wat elke dag terugkomt. Ik ben helemaal geen huishoudelijk type.
Toch geeft het me wel voldoening, omdat ik weet dat dit de plek is waar de Heere me wil hebben. Inderdaad zoals Eilander zegt van zijn vrouw: het ervaren als een Goddelijke roeping. Op grond van Gods Woord zie ik de opvoeding van de kinderen als een Goddelijke roeping die ik serieus moet nemen. Thuis bij de kinderen. En daarnaast tijd over voor mantelzorg en vrijwilligerswerk. (Dat zou voor anderen een baan kunnen zijn, maar dat zie ik voor mezelf niet meer als een optie)
Ik hoop dat iedereen biddend een keus maakt. Wat vraagt God van mij, van ons als ouders. Het vader en moeder zijn is niet iets wat je dagen kan uitbesteden.
Zeker niet de eerste vier levensjaar. Daar is de opvoeding, zeker in het licht van de eeuwigheid, te gewichtig voor.