Dat is dan in tegenspraak met al die keren in het OT dat de HEERE op dat verbond zich beroept om het volk genade te betonen. Paulus zegt in wezen niets anders dan Ezechiel.Posthoorn schreef:Vertel me dan maar eens waar deze relatie in bestaat, méér dan dat God met Zijn Woord tot het kind komt.huisman schreef:Jammer dat wij nu deze discussie (weer) krijgen terwijl het zou moeten gaan over de uitspraken in het RD .
Inhoudelijk: lees Ezechiel 16 in zijn geheel en zie daar de kracht van het verbond waar (toen de besnijdenis nu de doop) het teken van is. Na alle verwijten van de HEERE aan het afhoererende volk zegt God in vers 60: Evenwel zal Ik gedachtig wezen aan Mijn verbond met u in de dagen uwer jonkheid.
Dit kan de HEERE alleen maar zeggen tegen Zijn verbondsvolk die daarvan het teken levenslang mogen dragen.
Over dat verbond spreekt ook onze catechismus in vraag en antwoord 74
En wat het OT betreft, Paulus geeft aan dat alle onbekeerde Israëlieten in feite géén verbondskinderen waren: "niet de kinderen des vleses die zijn kinderen Gods". En juist dat kindschap maakt de verbondsrelatie uit.
Bij jou zijn de beloften van het verbond pas van belang als je aan de vervulling deel hebt. Dat is in tegenspraak met het woord " belofte" Iets wordt beloofd aan iemand die dat nog niet bezit.
Ik zeg met de gereformeerde leer: De toegezegde beloften van het verbond komen tot vervulling in de weg van wedergeboorte en bekering. De belofte heeft voor de onbekeerde dode bondeling zeker " zin" Lees daar Ezechiel 37 maar eens op na( vallei met dorre doodsbeenderen)
Maar met alle respect wil ik graag spreken over de waarde van de doop zoals Schrift en belijdenis over spreken t.o.v. de uitspraken van ds Verschuure.