Ik denk ook dat niet alles helder onder woorden te brengen is, zodat de menselijk rede het kan beredeneren. Ook in het geplaatste stukje van ds. F. Mallan wordt daarvoor gewaarschuwd: Men komt snel tot een beredenerend geloof. Er zijn zaken die bevindelijk gekend worden en die voor de mens van nature niet te begrijpen of te beredeneren zijn. De Schrift is in deze ook wel duidelijk.Afgewezen schreef:Alle goede bedoelingen ten spijt, je krijgt problemen wanneer geestelijke - authentieke - ervaringen verkeerd benoemd worden. En als zaken verkeerd benoemd worden, kan er veel mis gaan. Daarom is het in dit soort gevallen beter je te houden aan de terminologie van Schrift en belijdenis.
Bedekte schuld en vergeven schuld
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Ik kwam ook nog wat aantekeningen van mijn vader tegen:
Is bedekte schuld geen vergeven schuld?
Psalm 32 : 1 wordt door Paulus in Rom. 4 : 7 aangehaald.
Als er had gestaan: "Welgelukzalig is hij wiens overtreding bedekt, wiens zonden vergeven is", dan had iemand op grond van dit vers enige schijn gehad dat de bedekking van zonden voor de vergeving zou kunnen gaan en dat bedekte schuld ondertussen nog geen vergeven schuld is
In Psalm 85 : 3 staat een soortgelijke opmerking: "De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen. Gij hebt al hun zonden bedekt".
Exodus 25 : 17. Gij zult het verzoendeksel maken van louter goud.
Dit verzoendeksel heet de kaporeth (van kafar = reinigen, bedekken der zonde, dus verzoening). Daar moest op de grote verzoendag het bloed worden besprengd.
PPW. bij dit vers: "Van zonden welke God vergeven heeft zegt de Schrift dat ze bedekt zijn".
Lev. 4 : 26B. Zo zal de priester voor hem verzoening doen van zijn zonde, en het zal hem vergeven worden.
Het woord "verzoenen" dat hier gebruikt wordt betekent letterlijk "bedekken".
1 Petr. 4 : 8. De liefde zal menigte van zonden bedekken.
kantt.: namelijk, onder de mensen, alzo de liefde alles verdraagt, alles ten beste duidt, alles vergeeft.
Het is alleen de verdienste van Christus, die onze zonden voor het oordeel Gods bedekt.
Ferré-Brinkman, zondag 14. Bedekt = verzoend
Van der Kemp Catech. blz. 289 en 294. Christus, de Middelaar stelt Zich tussen God en de zondaar en zo bedekt en verbergt Hij de zonden voor Gods aangezicht met ze weg te nemen, dat er de Heere God niet op zien kan om over te toornen en te schelden.
Tegenstelling: openstaan voor Gods aangezicht.
Als nu hun zonden voor Gods aangezicht bedekt worden dan is al hun verdriet en al hun beroering weg. Daar is een wonderzoete en stille vrede en kalmte in de ziel en ze wordt omringd met vrolijke gezangen van bevrijding.
Ziet toe dat gij de zonden niet wederom ontdekt:
1. door weder tot dwaasheid te keren;
2. door ongeloof waardoor men Gods genade verdacht houdt alsof de zonden niet voor Gods aangezicht bedekt waren en God er niet de getuigenis van aan de ziel gegeven had. Job 15 ; 11-13. Zijn de vertroostingen van God u te klein?
Ursinus: vr. 36. H.C.: 2 vruchtgevolgen
1. de zekerheid of bevestiging des geloofs in deze Middelaar
2. de troost van onze rechtvaardigmaking voor God, door en om deze Middelaar.
Ursinus: blz. 472. De schuld en de misdaad worden beide vergeven. Want eerst wordt de schuld weggenomen n daarna wordt de misdaad bedekt door Christus' rechtvaardigheid. Dit werk is aan al de drie Personen gemeen.
Arnoldus Rotterdam over Art. 24 NGB: De gerechtigheid van Christus is genoeg voor ons om alle onze ongerechtigheid voor God te bedekken. Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob, ook ziet Hij niet de boosheid in Israël. Jes. 45 : 25. In de Heere zullen gerechtvaardigd worden en zich beroemen het ganse zaad Israëls.
In 1 Cor. 13 staat dat de liefde alle dingen bedekt. Nu, is dat echte en rechte liefde, wanneer die bedekte dingen later weer tevoorschijn worden gehaald en aan het daglicht worden gebracht en onder ogen worden en voor de voeten worden geworpen? Is Gods liefde zo? Immers nee.
Spr. 17 : 9. Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt de voornaamste vriend.
Bernhard Textor (Duitsland, 16e eeuw) in "kern en merg van de Heilige Bijbel", blz. 23: "Welaan, opdat er wederom een echtverbond tussen Mij en u bestaan moge, wil ik, opdat Ik u moge liefhebben, al de zonde en hoererij, welke gij gepleegd hebt, bedekken en in eeuwigheid daaraan niet meer gedenken".
Beukelman (cat. blz 473). Rechtvaardigmaking bestaat in een bedekken van de zonde.
Charnock: "Bedekken" is gelijkwaardig aan "de zonde uitwissen", "in de diepte der zee werpen". Hetzelfde zegt Owen.
Alleine: Bedekken = vergeven, houdt in dat de Heilige God de zonde niet meer ziet.
Een bedekte van zonde is ienmand over wiens zonde voor Gods heilige ogen het deksel der verzoening ligt. Men bedekt iets dat niet gezien mag worden (de zonde) door iets dat gezien mag worden (het bloed van Christus)
Ferré en Brinkman. Zondag 23. Bedekken = rechtvaardigen.
Love. blz. 549. De vergeving van de zonde bestaat in het bedekken derzelve.
Brakel; Red. Godsd.: Vergeven: Hij gedenkt ze niet meer. Hij heeft ze achter Zijn rug in het diepste der zee geworpen. Ze zijn bedekt.
Ridderus bij Zondag 21: Hieronymus zeide:....hetgeen bedekt is wordt niet gezien; hetgeen niet gezien wordt niet toegerekend; hetgeen niet toegerekend wordt, zal niet gestraft worden".
Patrick Polus, Wels bij Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob.
"In deze zin wordt gezegd dat God de zonden niet ziet; gelijk men op andere plaatsen vindt dat hij dezelve vergeet, Jes. 43 : 25; Jer. 31 : 34; bedekt, waardoor ze buiten gezicht en geheugen gehouden worden; Ps. 32 : 1.
Kantt. bij Ps. 32 : 1; "...of vergeven van overtreding, of bedekt van zonde; welke Hebreeuwse manier van spreken zulks betekent".
DS. Paul in De Saambinder: Kort samengevat mogen we dus zeggen dat er op zichzelf geen onderscheid is tussen bedekte en vergeven schuld".
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Ik snap best wat je bedoelt - uiteindelijk hebben we er niets aan al kun je alles nog zo goed onder woorden brengen, er moet méér zijn -, maar niet voor niets schreef Brakel zijn "Redelijke godsdienst". De vraag van de topicstarter is een goede vraag en kan ook gewoon met het menselijke verstand beantwoord worden, al is dat dan iets anders dan het ook beleven.-DIA- schreef:Ik denk ook dat niet alles helder onder woorden te brengen is, zodat de menselijk rede het kan beredeneren. Ook in het geplaatste stukje van ds. F. Mallan wordt daarvoor gewaarschuwd: Men komt snel tot een beredenerend geloof. Er zijn zaken die bevindelijk gekend worden en die voor de mens van nature niet te begrijpen of te beredeneren zijn. De Schrift is in deze ook wel duidelijk.Afgewezen schreef:Alle goede bedoelingen ten spijt, je krijgt problemen wanneer geestelijke - authentieke - ervaringen verkeerd benoemd worden. En als zaken verkeerd benoemd worden, kan er veel mis gaan. Daarom is het in dit soort gevallen beter je te houden aan de terminologie van Schrift en belijdenis.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Dat gezegd hebbende, is het dus maar beter je te houden aan de terminologie uit Schrift en belijdenis. En die termen kunnen heel goed bevindelijk verklaard worden zonder daar nieuwe en dan ook nog verwarrende termen aan toe te voegen.-DIA- schreef:Ik denk ook dat niet alles helder onder woorden te brengen is, zodat de menselijk rede het kan beredeneren. Ook in het geplaatste stukje van ds. F. Mallan wordt daarvoor gewaarschuwd: Men komt snel tot een beredenerend geloof. Er zijn zaken die bevindelijk gekend worden en die voor de mens van nature niet te begrijpen of te beredeneren zijn. De Schrift is in deze ook wel duidelijk.Afgewezen schreef:Alle goede bedoelingen ten spijt, je krijgt problemen wanneer geestelijke - authentieke - ervaringen verkeerd benoemd worden. En als zaken verkeerd benoemd worden, kan er veel mis gaan. Daarom is het in dit soort gevallen beter je te houden aan de terminologie van Schrift en belijdenis.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Dit zegt ds. Mallan (en onze eigen predikant) dus ook.Afgewezen schreef:Dat gezegd hebbende, is het dus maar beter je te houden aan de terminologie uit Schrift en belijdenis. En die termen kunnen heel goed bevindelijk verklaard worden zonder daar nieuwe en dan ook nog verwarrende termen aan toe te voegen.-DIA- schreef:Ik denk ook dat niet alles helder onder woorden te brengen is, zodat de menselijk rede het kan beredeneren. Ook in het geplaatste stukje van ds. F. Mallan wordt daarvoor gewaarschuwd: Men komt snel tot een beredenerend geloof. Er zijn zaken die bevindelijk gekend worden en die voor de mens van nature niet te begrijpen of te beredeneren zijn. De Schrift is in deze ook wel duidelijk.Afgewezen schreef:Alle goede bedoelingen ten spijt, je krijgt problemen wanneer geestelijke - authentieke - ervaringen verkeerd benoemd worden. En als zaken verkeerd benoemd worden, kan er veel mis gaan. Daarom is het in dit soort gevallen beter je te houden aan de terminologie van Schrift en belijdenis.
Misschien is het goed hem nog eens aan het woord te laten en dan maar stil te zwijgen en dit eens te overdenken. Het leent zich in ieder geval niet ter beredenering.
8 jaar later (1980) schrijft ds. Mallan nog eens een stukje waar deze 'termen' ter sprake komen.
Deze keer zou ik twee vragen tegelijk willen beantwoorden, daar ze op hetzelfde neerkomen. Ik hen verblijd, als ik nog weer eens vragen moet beantwoorden die betrekking hebben op het bevindelijke leven. Evenwel moet ik er gelijk aan toevoegen, dat ik dan ook te meer gevoel hoe ik de hulp van boven, nodig heb, daar het moeilijk, ''ja eigenlijk onmogelijk is om uit de bevinding te schrijven, als het bevindelijk leven toegesloten blijft voor de ziel. Daarom wil ik trachten om onder biddend opzien tot God en onder inwachting van de onmisbare voorlichting van Zijn lieve Geest de volgende vragen te beantwoorden.
De eerstgenoemde vragensteller vraagt me iets te schrijven over een toevallend recht, daar men daar in de Bijbel niet van leest. Toch blijkt het uit zijn nadere toelichting die hij gegeven heeft bij zijn vraag, dat deze vraag niet met een kritisch oogmerk is gesteld. Integendeel, de vragensteller schijnt wel te begrijpen wat met zo'n uitspraak wordt bedoeld, maar schijnt alleen graag te willen dat ik hierover eens iets meer zal schrijven. De volgende vragensteller wil graag dat ik iets schrijf over een bedekte schuld en ook over een zaaksgerechtigheid.
De opmerking dat de Bijbel niet letterlijk spreekt over een toevallen van het recht, is volkomen juist. Maar dit is het geval met zovele uitdrukkingen die onder het bevindelijk Christendom, in het bijzonder ook wel in de laatste tijd, te vinden zijn geweest. Uitspraken die uit het bevindelijk leven vandaan komen, moeten natuurlijk wel op Gods Woord gegrond zijn. Al wat niet is naar Gods Woord, zal geen dageraad hebben.
Nu weten we ook, dat we in een tijd leven waarin men van de ware bevinding niet meer wil weten. En dan worden ook verschillende bevindelijke uitspraken naar de piëtistische hoek verschoven. Men is nu weer meer Reformatorisch geworden in zijn opvatting aangaande de weg des heils. En zo ziet men zich nu bevrijd van al die beklemmende bevindelijke uitspraken waardoor men zich “de vreugde des heils” zo ziet benomen. Anderen willen nog wel bevindelijk blijven, maar zijn dan erg zakelijk bevindelijk en willen daarom ook van uitdrukkingen weten die op bepaalde onderscheidingen wijzen die er gemaakt worden in de standen van het genadeleven.
Op de voorgrond wil ik schrijven dat ik zelf ook al meer dan eens in mijn antwoorden heb doen uitkomen, dat bepaalde uitdrukkingen en onderscheidingen me niet zo erg aanstaan. Ik houd me ook het liefste bij Schriftuurlijke uitspraken en ben er geen voorstander van om alles zo netjes op een rijtje te zetten, als het de weg der bevinding betreft. We komen daarmee zo gauw in een systematische voorstelling daarvan terecht, waarbij men aan vele klemmen en voetangels niet zal kunnen ontkomen. Maar goed, ik wil dan nu op dat toevallen van het recht even trachten in te gaan. Al vinden we in de Bijbel niet precies deze woorden, de zaak die ermee te. kennen gegeven wordt, kunnen we wel in de Bijbel vinden.
De Bijbel leert ons dat de mens van God afgevallen is en dat hij de duivel is toegevallen. Dit houdt heel wat in! Immers wil dat niet anders zeggen dan dat de mens helemaal aan de kant van de duivel ligt, waar hij nooit meer vandaan komt, als wederbarende genade hem niet te sterk wordt. Daar zal dan ook juist het werk van Gods genade zich in kenmerken, dat het de mens van de duivel en daarmee van de zonde en de wereld zich doet afkeren en weer naar zijn Schepper doet vragen.
Maar ook alleen door ontdekkende genade, kan de mens maar komen tot de ware erkenning van zijn schuld. Buiten die erkenning van zijn schuld om, is het onmogelijk dat hij Gods recht zal toevallen. Hij zoekt dan altijd nog maar recht aan eigen kant, want hij is zo slecht nog niet. God lief te hebben boven alles, dus ook boven zichzelf, is bij de gevallen mens niet meer te vinden. Hij blijft zich als vrucht van zijn diepe val boven God verheffen en kan dan ook nooit zich de straf recht waardig keuren.
Het is zeer begrijpelijk dat als we nu even onze aandacht aan zulke bevindelijke uitspraken geven, dat velen daar de neus voor ophalen. Men hoort liever het Evangelie, maar men weet toch niet dat het Evangelie een blijde boodschap voor een verloren zondaar, ja, voor een hellewicht en een doemeling is. Alleen een hellewicht, een doemeling, valt het recht des Heeren toe. Als men de vijandschap bemerkt, als er gesproken wordt over de bevindelijke kennis van zonde en schuld en van 's mensen ellendige staat, dan kan men daaruit weten dat men de mond wel- vol kan hebben over de liefde Gods, maar dat men van de liefde Gods toch totaal niets weet. Als er maar gesproken wordt over onze zaligheid en behoudenis, dan is dat een rijk Evangelie, maar over Gods eer en recht moet men maar niet spreken.
Och waarde vriend, het is dan toch ook alleen de liefde Gods maar, die de mens het recht van God doet toevallen. Maar daarom is er dan ook eigenlijk geen beter plekje in het leven, dan waar de ziel dat Goddelijke recht erkent in de straf die men zich door de zonde waardig gemaakt heeft.
Van stonde aan, als de Heere de mens naar Zijn Beeld vernieuwt, is er de erkenning in de ziel van de rechtvaardigheid Gods. Daarom is het een wonder dat men nog niet in de hel ligt. Zo verbreken dan ook de goedertierenheden Gods het hart. Er kan later zoveel meer aan de ziel gebeurd zijn, maar dat men toch niet meer leeft onder zulke dadelijke indrukken van de onverdiende goedertierenheden des Heeren. Och, dan gaat men veelal meer murmurerende en klagende zijn weg. Daarom moet men dan nog wel eens terugdenken aan de tijd waarin men meer over de zonden en over zichzelf dan over de Heere te klagen had. De rechte kennis van zonde en schuld doet de mens erkennen dat de Heere geen onrecht doet als Hij zulk een mens voor eeuwig verdoemt. Die erkenning is er in de ziel dus reeds als het zwarte schuldregister haar voor ogen wordt gesteld. Als de Heere daar gelijk een voleinding zou maken, zou Hij daarin geen onrecht doen.
Maar u schrijft me in uw brief iets meer en ik wil daar dan ook nog even op ingaan. Het is nog weer wat anders, als de mens werkelijk eens voor de dood geplaatst wordt. In Gods Woord kan men de leiding Gods met de ziel heel duidelijk zien voorgesteld. Als Israël uit Egypte was uitgeleid, kwam men voor de Rode Zee en kon men niet meer verder. Daar was geen weg meer. En niemand van die zeshonderdduizend mensen die daar voor de Rode Zee kwamen, al was men ook nog zo schrander, heeft kunnen denken dat de Heere een weg door de zee zou banen. De Heere nu leidt Zijn volk uit het Egypte van het diensthuis der zonde en brengt het dan bij de Rode Zee. De uitleiding uit Egypteland geschiedt al door het bloed van het Paaslam. Er zou anders geen uitleiding mogelijk kunnen zijn. Maar wat verstaat de mens daarvan, als de Heere hem uit het diensthuis der zonde uitleidt. Men moet daar een bevindelijke kennis van ontvangen. En daarom moet men eens voor een totale onmogelijkheid worden geplaatst. Dan ziet men niet alleen meer dat het op het sterven aangaat, maar dan moet men sterven. Daar is geen weg terug en daar is geen weg meer vooruit. En daar is er niemand meer ter rechter- of ter linkerhand om te helpen.
'k Zag uit, in nood, ter rechterhand. Maar vond noch vriend, noch onderstand, 'k Wou vluchten, maar kon nergens heen. Zodat mijn dood voorhanden scheen. En alle hoop mij gans ontviel. Daar niemand zorgde voor mijn ziel.
Deze psalm zingt men ook wel op plaatsen waar men van een bevindelijke Waarheid niet wil weten. Weet men dan wel wat men zingt? Men past dat dan wellicht op uitwendige omstandigheden toe. Maar deze psalmverzen spreken een ziel aan, die er van weet wat het is om voor de Rode Zee te komen. En och vriend, nu moet ik u nog wat schrijven. Al is het dat men zich nog niet wars van bevinding betoont, maar zelfs ook nog wel meent geen vreemdeling daarvan te zijn, men hoort het toch maar zeer weinig dat men eens waarlijk in zulk een verloren toestand terechtgekomen is. Bang geweest te zijn voor de dood, och ja, daar weet men dan wel wat van, maar men heeft toch nog nooit moeten sterven. Men heeft nog nooit de hel voor zich geopend gezien.
Ik moet het maar weer eerlijk schrijven, dat men daar toch zo weinig van hoort. Hoeveel bekeringen worden er toch al niet opgebouwd uit een vrome grondslag buiten de hel om. Maar God haalt een mens als uit de hel op. Daarvan zegt diezelfde psalm die ik reeds aanhaalde:
Als mij geen hulp of uitkomst bleek, Wanneer mijn geest in mij bezweek. En overstelpt was door ellend', Hebt Gij, o Heer'', mijn pad gekend.
Psalm 40 spreekt over een ruisende kuil en over modderig slijk waar de ziel uit opgehaald wordt. Daar weten velen echter niet van te spreken. Men spreekt wel over een toevallend recht, omdat men weet dat men daar wel wat van moet kennen. Maar men valt het recht toe omdat men er nog te goed voor is om het niet toe te vallen. Men heeft toch zo'n lieve godsdienst. Van de Heere kan men geen kwaad denken. In de hel zal men Hem niet kunnen vloeken, enz. Men heeft echter zijn vijandschap nooit leren kennen.
Nu schreef ik zoeven er wel van, dat de ziel bij aanvankelijke ellendekennis al onder de goedertierenheden des Heeren verbroken wordt. Maar er wordt toch ook wat anders gekend. Vandaar die ontzettende tweestrijd in de ziel. Enerzijds de hel waardig te zijn en anderzijds niet naar de hel te kunnen. Enerzijds voor de hel niet goed te zijn en anderzijds het niet recht kunnen aanvaarden van zijn heiwaardige staat. Zo werkt men toch altijd nog op behoudenis aan en zoekt men altijd nog iets goeds bij zichzelf. En de duivel en het goddeloze vlees spannen altijd samen.
Als Israël bij de Rode Zee kwam, murmureerde men tegen Mozes. Men zal toch als een vijand gezaligd moeten worden. Daar weten al die mensen niets van, die nog nooit werkelijk naar de hel gemoeten hebben. Die weten versjes aan te halen van: 'k Erken mijn schuld die U tot straf bewoog.... en vul verder maar in, maar ze zijn met een flink boogje over de hel heen van de Wet naar het Evangelie gesprongen. Dan heeft men toch ook kennis van ellende en kennis van verlossing, maar men heeft toch van beide nog nooit rechte kennis gekregen.
Ik kan begrijpen vriend, als ik dit alles zeg en neerschrijf, dat de vijandschap steeds groter wordt. En dat heus niet alleen vanuit kringen waarin men van de bevindelijke Waarheid niet wil weten. Neen, men kan ze heus wel dichterbij zoeken, die het niet verdragen kunnen als men hierover spreekt. Men voelt wel aan dat men dan niet mee kan, omdat men daar vreemdeling van is. En de vijandschap moet zich dan ook vroeg of laat openbaren.
Die echter door genade wat mogen kennen van wat ik nu zoeven neerschreef, gevoelen toch dat deze Waarheid ze lief geworden is. Omdat ze er ook van weten dat ze in het gezicht van dood en hel het recht van God hebben lief gekregen. En toen was het waarlijk zo, dat hun hart verbrak bij de gedachte van nu eeuwig die toorn te moeten dragen en Gods gunst te moeten missen en dat lieve Wezen te moeten vloeken. Daarom is uit die diepte der ellende dat noodgeschrei geboren, waarvan men met de dichter van Psalm 116 zal kunnen zeggen: Toen hoorde God; Hij is mijn liefde waardig.
De Heere opent een weg tot verlossing waar geen weg is. Al was Israël door het bloed van het Paaslam uit Egypte verlost, de Rode Zee wees ook op dat bloed, zoals het formulier voor de kinderdoop daar zo duidelijk van spreekt. Door het bloed uit Egypteland verlost zijnde, zal men dus nog moeten weten dat men alleen door bloed verlost wordt. Dan wordt de genade Gods toch zo ruim de ziel ontdekt! Daar is geen schuld te groot voor.
BEDEKTE SCHULD
Daarom spreekt men wel over een bedekte schuld. Ik beantwoord daarmee nu gelijk de vraag van de andere vragensteller. Het ligt toch alles zo heel eenvoudig. Vandaar die eenvoudige opmerkingen en uitdrukkingen die op de gezelschappen van Gods volk dikwijls zijn gebruikt. En om het gevaar dat erin schuilt als men van een bepaald woordgebruik een Geijkte term gaat maken, is het dat ik er geen voorstander van ben om met zulke uitspraken veel te schermen. Men weet dan op de duur zo netjes te onderscheiden tussen bedekte schuld en vergeven schuld en een toevallend recht en een omhelzend recht.... en vul dat ook verder maar weer in. Waar men daarmee belandt, daar hebben we ook al weer genoeg van gezien. Dit is in ieder geval waar, dat de gemeenschap Gods de beste verzekering is. En dan heb ik ook de oude Christenen wel horen zeggen, dat men de verzekering kan hebben en de gemeenschap moet missen, maar dat als men de gemeenschap heeft, men dan ook de verzekering heeft. De ziel komt echter met al de ruimte van verlossing die ze in het bloed kan hebben aanschouwd en in de rijkdom van Gods genade, weer in de duisternis terecht. In het licht onderscheidt men eigenlijk geen stand in het leven waarin men is geplaatst, want de volmaakte liefde drijft de vreze buiten. Vol is vol. In het licht van Gods aangezicht is leven, blijdschap en vrede. Maar de duisternissen zijn ook weer nodig om te weten wat er nog gemist wordt. Daarom zijn de duisternissen ook weer zo nuttig voor de ziel. Israël kon aan de Rode Zee wel hebben gezongen, alsof men al in Kanaän was, maar de woestijnreis moest toch nog komen. In die woestijn is er ook nog heel wat weggevallen, al getuigt de woestijnreis ook van een onderhoudend leven. Maar men moest toch een keer in de rust ingaan. Ik wens u beiden veel onrust toe buiten de ware grond van rust en buiten de Rustaanbrenger. Onrust ontstaat door onzekerheid. Men wordt bang dat men zich bedrogen heeft, dat men nooit zal vinden waar het hart naar uitziet en dat het aan het eind nog met alles wat er geweest kan zijn, verkeerd zal uitkomen.
En de aanklager der broederen is wel een leugenaar en de waarheid is in hem niet, maar wat hij u zegt, is voor u wel de waarheid. Uw schuld is niet vergeven. Dat weet hij u van binnen te zeggen en ge moet dat beamen. Nu hoop ik, - dat er een ogenblik mag komen, dat deze aanklager toch als een leugenaar de vlucht zal moeten nemen. Dan zult u mogen weten dat hij u ten onrechte aanklaagt, want de ongerechtigheid van het ganse volk is op één dag weggedragen. Maar het is ons nodig, dat het getuigenis ervan door Gods Geest bij de hemelse Rechter vandaan tot onze ziel gebracht wordt, dat Hij onze overtredingen uitdelgt en onze zonden niet meer gedenkt. Christus heeft de ganse zaligheid voor geheel Zijn kerk verworven, maar we hebben de toepassing nodig van al wat Hij verdiend heeft. Dat is iets wat niet buiten ons omgaat. We doen daar niet aan mee en we doen daar niets tegen. En de aanklager der broederen kan daar ook niet tussenkomen. Hier wil God ons doen weten, dat het niet het grootste is dat wij weten dat onze schuld vergeven is, maar dat Zijn recht verheerlijkt is. Daarom gaat het dan ook niet meer om ons, want wij vallen er tussenuit. Nooit zal een zondaar zeggen: „Werp me maar in de hel". Als hij het recht toevalt, vraagt hij of er nog een middel is om de welverdiende straf te ontgaan en wederom tot genade te komen. En als het eens niet meer om ons gaat, maar de verheerlijking van Gods recht het voornaamste voor ons wordt, komt er een ogenblik van stilzwijgen. Daar moet God aan het woord komen. „Ik zal horen, wat God de Heere spreken zal". En dan zal Hij tot Zijn volk en gunstgenoten van vrede spreken. Dan kan alleen van boven het verzoendeksel. Zo valt de schuld weg in verheerlijking van het recht. En dat door de tussenkomst van die gezegende schulddragende Borg.
Ik moet nodig eindigen. Er is nog gevraagd wat zaaksgerechtigheid is. Nu, bij het geval van Job wordt daar wel over gesproken. Hij had zaaksgerechtigheid, want er lagen geen bijzondere oorzaken waarom de Heere hem zo zwaar bezocht. Maar hij moest in deze weg van zware beproeving leren dat zaaksgerechtigheid geen persoonsgerechtigheid is, want niemand die leeft, zal voor Uw aangezicht rechtvaardig zijn Ps. 143.
U ziet dus wel, dat men niet als een bekeerd mens met het bezit van schuld vergevende genade welgemoed op de hemel aan kan wandelen. Job wist niet meer waar hij blijven moest, toen de Heere iets van Zijn majesteit aan hem ging ontdekken. Toen kwam hij nog op het beste plekje, want toen verfoeide hij zich en had berouw in stof en as. Wat zal het voor zo'n mens nog een wonder zijn als hij er toch nog komen zal. Zoeven merkte ik op dat onrust uit onzekerheid ontstaat. Hoe ouder dat men wordt, hoe onrustiger en onzekerder dat men wordt. Dat heeft men nooit kunnen denken. En het is waar, dat men niet genoeg naar verzekering kan staan, maar zekere Christenen zijn toch ook weer gevaarlijke Christenen. Gods Woord spreekt het wee over de zekeren op de berg van Samaria uit. Zulke zekeren schijnen nooit meer onzeker te zijn. Nu, u mag van mij wel weten dat het bij mij toch anders ligt.
Hartelijk gegroet en Gode bevolen van een roerdomp in de woestijn en een steenuil in de wildernis, die met bedekte schuld en vergeven schuld niet klaargekomen is.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
helma schreef:Ik kwam ook nog wat aantekeningen van mijn vader tegen:
Is bedekte schuld geen vergeven schuld?
Psalm 32 : 1 wordt door Paulus in Rom. 4 : 7 aangehaald.
Als er had gestaan: "Welgelukzalig is hij wiens overtreding bedekt, wiens zonden vergeven is", dan had iemand op grond van dit vers enige schijn gehad dat de bedekking van zonden voor de vergeving zou kunnen gaan en dat bedekte schuld ondertussen nog geen vergeven schuld is
In Psalm 85 : 3 staat een soortgelijke opmerking: "De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen. Gij hebt al hun zonden bedekt".
Exodus 25 : 17. Gij zult het verzoendeksel maken van louter goud.
Dit verzoendeksel heet de kaporeth (van kafar = reinigen, bedekken der zonde, dus verzoening). Daar moest op de grote verzoendag het bloed worden besprengd.
PPW. bij dit vers: "Van zonden welke God vergeven heeft zegt de Schrift dat ze bedekt zijn".
Lev. 4 : 26B. Zo zal de priester voor hem verzoening doen van zijn zonde, en het zal hem vergeven worden.
Het woord "verzoenen" dat hier gebruikt wordt betekent letterlijk "bedekken".
1 Petr. 4 : 8. De liefde zal menigte van zonden bedekken.
kantt.: namelijk, onder de mensen, alzo de liefde alles verdraagt, alles ten beste duidt, alles vergeeft.
Het is alleen de verdienste van Christus, die onze zonden voor het oordeel Gods bedekt.
Ferré-Brinkman, zondag 14. Bedekt = verzoend
Van der Kemp Catech. blz. 289 en 294. Christus, de Middelaar stelt Zich tussen God en de zondaar en zo bedekt en verbergt Hij de zonden voor Gods aangezicht met ze weg te nemen, dat er de Heere God niet op zien kan om over te toornen en te schelden.
Tegenstelling: openstaan voor Gods aangezicht.
Als nu hun zonden voor Gods aangezicht bedekt worden dan is al hun verdriet en al hun beroering weg. Daar is een wonderzoete en stille vrede en kalmte in de ziel en ze wordt omringd met vrolijke gezangen van bevrijding.
Ziet toe dat gij de zonden niet wederom ontdekt:
1. door weder tot dwaasheid te keren;
2. door ongeloof waardoor men Gods genade verdacht houdt alsof de zonden niet voor Gods aangezicht bedekt waren en God er niet de getuigenis van aan de ziel gegeven had. Job 15 ; 11-13. Zijn de vertroostingen van God u te klein?
Ursinus: vr. 36. H.C.: 2 vruchtgevolgen
1. de zekerheid of bevestiging des geloofs in deze Middelaar
2. de troost van onze rechtvaardigmaking voor God, door en om deze Middelaar.
Ursinus: blz. 472. De schuld en de misdaad worden beide vergeven. Want eerst wordt de schuld weggenomen n daarna wordt de misdaad bedekt door Christus' rechtvaardigheid. Dit werk is aan al de drie Personen gemeen.
Arnoldus Rotterdam over Art. 24 NGB: De gerechtigheid van Christus is genoeg voor ons om alle onze ongerechtigheid voor God te bedekken. Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob, ook ziet Hij niet de boosheid in Israël. Jes. 45 : 25. In de Heere zullen gerechtvaardigd worden en zich beroemen het ganse zaad Israëls.
In 1 Cor. 13 staat dat de liefde alle dingen bedekt. Nu, is dat echte en rechte liefde, wanneer die bedekte dingen later weer tevoorschijn worden gehaald en aan het daglicht worden gebracht en onder ogen worden en voor de voeten worden geworpen? Is Gods liefde zo? Immers nee.
Spr. 17 : 9. Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt de voornaamste vriend.
Bernhard Textor (Duitsland, 16e eeuw) in "kern en merg van de Heilige Bijbel", blz. 23: "Welaan, opdat er wederom een echtverbond tussen Mij en u bestaan moge, wil ik, opdat Ik u moge liefhebben, al de zonde en hoererij, welke gij gepleegd hebt, bedekken en in eeuwigheid daaraan niet meer gedenken".
Beukelman (cat. blz 473). Rechtvaardigmaking bestaat in een bedekken van de zonde.
Charnock: "Bedekken" is gelijkwaardig aan "de zonde uitwissen", "in de diepte der zee werpen". Hetzelfde zegt Owen.
Alleine: Bedekken = vergeven, houdt in dat de Heilige God de zonde niet meer ziet.
Een bedekte van zonde is ienmand over wiens zonde voor Gods heilige ogen het deksel der verzoening ligt. Men bedekt iets dat niet gezien mag worden (de zonde) door iets dat gezien mag worden (het bloed van Christus)
Ferré en Brinkman. Zondag 23. Bedekken = rechtvaardigen.
Love. blz. 549. De vergeving van de zonde bestaat in het bedekken derzelve.
Brakel; Red. Godsd.: Vergeven: Hij gedenkt ze niet meer. Hij heeft ze achter Zijn rug in het diepste der zee geworpen. Ze zijn bedekt.
Ridderus bij Zondag 21: Hieronymus zeide:....hetgeen bedekt is wordt niet gezien; hetgeen niet gezien wordt niet toegerekend; hetgeen niet toegerekend wordt, zal niet gestraft worden".
Patrick Polus, Wels bij Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob.
"In deze zin wordt gezegd dat God de zonden niet ziet; gelijk men op andere plaatsen vindt dat hij dezelve vergeet, Jes. 43 : 25; Jer. 31 : 34; bedekt, waardoor ze buiten gezicht en geheugen gehouden worden; Ps. 32 : 1.
Kantt. bij Ps. 32 : 1; "...of vergeven van overtreding, of bedekt van zonde; welke Hebreeuwse manier van spreken zulks betekent".
DS. Paul in De Saambinder: Kort samengevat mogen we dus zeggen dat er op zichzelf geen onderscheid is tussen bedekte en vergeven schuld".
Duidelijk! Waardevol zulke aantekeningen.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Om eerlijk te zijn, vind ik dit alleen maar verwarrend. Neem me alstublieft niet kwalijk. Om dit te begrijpen moet men wel wat letters gegeten hebben. Dat wil niet zeggen dat er ook geen goede dingen worden vermeld.keesjanm schreef:helma schreef:Ik kwam ook nog wat aantekeningen van mijn vader tegen:
Is bedekte schuld geen vergeven schuld?
Psalm 32 : 1 wordt door Paulus in Rom. 4 : 7 aangehaald.
Als er had gestaan: "Welgelukzalig is hij wiens overtreding bedekt, wiens zonden vergeven is", dan had iemand op grond van dit vers enige schijn gehad dat de bedekking van zonden voor de vergeving zou kunnen gaan en dat bedekte schuld ondertussen nog geen vergeven schuld is
In Psalm 85 : 3 staat een soortgelijke opmerking: "De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen. Gij hebt al hun zonden bedekt".
Exodus 25 : 17. Gij zult het verzoendeksel maken van louter goud.
Dit verzoendeksel heet de kaporeth (van kafar = reinigen, bedekken der zonde, dus verzoening). Daar moest op de grote verzoendag het bloed worden besprengd.
PPW. bij dit vers: "Van zonden welke God vergeven heeft zegt de Schrift dat ze bedekt zijn".
Lev. 4 : 26B. Zo zal de priester voor hem verzoening doen van zijn zonde, en het zal hem vergeven worden.
Het woord "verzoenen" dat hier gebruikt wordt betekent letterlijk "bedekken".
1 Petr. 4 : 8. De liefde zal menigte van zonden bedekken.
kantt.: namelijk, onder de mensen, alzo de liefde alles verdraagt, alles ten beste duidt, alles vergeeft.
Het is alleen de verdienste van Christus, die onze zonden voor het oordeel Gods bedekt.
Ferré-Brinkman, zondag 14. Bedekt = verzoend
Van der Kemp Catech. blz. 289 en 294. Christus, de Middelaar stelt Zich tussen God en de zondaar en zo bedekt en verbergt Hij de zonden voor Gods aangezicht met ze weg te nemen, dat er de Heere God niet op zien kan om over te toornen en te schelden.
Tegenstelling: openstaan voor Gods aangezicht.
Als nu hun zonden voor Gods aangezicht bedekt worden dan is al hun verdriet en al hun beroering weg. Daar is een wonderzoete en stille vrede en kalmte in de ziel en ze wordt omringd met vrolijke gezangen van bevrijding.
Ziet toe dat gij de zonden niet wederom ontdekt:
1. door weder tot dwaasheid te keren;
2. door ongeloof waardoor men Gods genade verdacht houdt alsof de zonden niet voor Gods aangezicht bedekt waren en God er niet de getuigenis van aan de ziel gegeven had. Job 15 ; 11-13. Zijn de vertroostingen van God u te klein?
Ursinus: vr. 36. H.C.: 2 vruchtgevolgen
1. de zekerheid of bevestiging des geloofs in deze Middelaar
2. de troost van onze rechtvaardigmaking voor God, door en om deze Middelaar.
Ursinus: blz. 472. De schuld en de misdaad worden beide vergeven. Want eerst wordt de schuld weggenomen n daarna wordt de misdaad bedekt door Christus' rechtvaardigheid. Dit werk is aan al de drie Personen gemeen.
Arnoldus Rotterdam over Art. 24 NGB: De gerechtigheid van Christus is genoeg voor ons om alle onze ongerechtigheid voor God te bedekken. Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob, ook ziet Hij niet de boosheid in Israël. Jes. 45 : 25. In de Heere zullen gerechtvaardigd worden en zich beroemen het ganse zaad Israëls.
In 1 Cor. 13 staat dat de liefde alle dingen bedekt. Nu, is dat echte en rechte liefde, wanneer die bedekte dingen later weer tevoorschijn worden gehaald en aan het daglicht worden gebracht en onder ogen worden en voor de voeten worden geworpen? Is Gods liefde zo? Immers nee.
Spr. 17 : 9. Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt de voornaamste vriend.
Bernhard Textor (Duitsland, 16e eeuw) in "kern en merg van de Heilige Bijbel", blz. 23: "Welaan, opdat er wederom een echtverbond tussen Mij en u bestaan moge, wil ik, opdat Ik u moge liefhebben, al de zonde en hoererij, welke gij gepleegd hebt, bedekken en in eeuwigheid daaraan niet meer gedenken".
Beukelman (cat. blz 473). Rechtvaardigmaking bestaat in een bedekken van de zonde.
Charnock: "Bedekken" is gelijkwaardig aan "de zonde uitwissen", "in de diepte der zee werpen". Hetzelfde zegt Owen.
Alleine: Bedekken = vergeven, houdt in dat de Heilige God de zonde niet meer ziet.
Een bedekte van zonde is ienmand over wiens zonde voor Gods heilige ogen het deksel der verzoening ligt. Men bedekt iets dat niet gezien mag worden (de zonde) door iets dat gezien mag worden (het bloed van Christus)
Ferré en Brinkman. Zondag 23. Bedekken = rechtvaardigen.
Love. blz. 549. De vergeving van de zonde bestaat in het bedekken derzelve.
Brakel; Red. Godsd.: Vergeven: Hij gedenkt ze niet meer. Hij heeft ze achter Zijn rug in het diepste der zee geworpen. Ze zijn bedekt.
Ridderus bij Zondag 21: Hieronymus zeide:....hetgeen bedekt is wordt niet gezien; hetgeen niet gezien wordt niet toegerekend; hetgeen niet toegerekend wordt, zal niet gestraft worden".
Patrick Polus, Wels bij Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob.
"In deze zin wordt gezegd dat God de zonden niet ziet; gelijk men op andere plaatsen vindt dat hij dezelve vergeet, Jes. 43 : 25; Jer. 31 : 34; bedekt, waardoor ze buiten gezicht en geheugen gehouden worden; Ps. 32 : 1.
Kantt. bij Ps. 32 : 1; "...of vergeven van overtreding, of bedekt van zonde; welke Hebreeuwse manier van spreken zulks betekent".
DS. Paul in De Saambinder: Kort samengevat mogen we dus zeggen dat er op zichzelf geen onderscheid is tussen bedekte en vergeven schuld".
Duidelijk! Waardevol zulke aantekeningen.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
-DIA- schreef:Om eerlijk te zijn, vind ik dit alleen maar verwarrend. Neem ne alstublieft niet kwalijk.keesjanm schreef:helma schreef:Ik kwam ook nog wat aantekeningen van mijn vader tegen:
Is bedekte schuld geen vergeven schuld?
Psalm 32 : 1 wordt door Paulus in Rom. 4 : 7 aangehaald.
Als er had gestaan: "Welgelukzalig is hij wiens overtreding bedekt, wiens zonden vergeven is", dan had iemand op grond van dit vers enige schijn gehad dat de bedekking van zonden voor de vergeving zou kunnen gaan en dat bedekte schuld ondertussen nog geen vergeven schuld is
In Psalm 85 : 3 staat een soortgelijke opmerking: "De misdaad Uws volks hebt Gij weggenomen. Gij hebt al hun zonden bedekt".
Exodus 25 : 17. Gij zult het verzoendeksel maken van louter goud.
Dit verzoendeksel heet de kaporeth (van kafar = reinigen, bedekken der zonde, dus verzoening). Daar moest op de grote verzoendag het bloed worden besprengd.
PPW. bij dit vers: "Van zonden welke God vergeven heeft zegt de Schrift dat ze bedekt zijn".
Lev. 4 : 26B. Zo zal de priester voor hem verzoening doen van zijn zonde, en het zal hem vergeven worden.
Het woord "verzoenen" dat hier gebruikt wordt betekent letterlijk "bedekken".
1 Petr. 4 : 8. De liefde zal menigte van zonden bedekken.
kantt.: namelijk, onder de mensen, alzo de liefde alles verdraagt, alles ten beste duidt, alles vergeeft.
Het is alleen de verdienste van Christus, die onze zonden voor het oordeel Gods bedekt.
Ferré-Brinkman, zondag 14. Bedekt = verzoend
Van der Kemp Catech. blz. 289 en 294. Christus, de Middelaar stelt Zich tussen God en de zondaar en zo bedekt en verbergt Hij de zonden voor Gods aangezicht met ze weg te nemen, dat er de Heere God niet op zien kan om over te toornen en te schelden.
Tegenstelling: openstaan voor Gods aangezicht.
Als nu hun zonden voor Gods aangezicht bedekt worden dan is al hun verdriet en al hun beroering weg. Daar is een wonderzoete en stille vrede en kalmte in de ziel en ze wordt omringd met vrolijke gezangen van bevrijding.
Ziet toe dat gij de zonden niet wederom ontdekt:
1. door weder tot dwaasheid te keren;
2. door ongeloof waardoor men Gods genade verdacht houdt alsof de zonden niet voor Gods aangezicht bedekt waren en God er niet de getuigenis van aan de ziel gegeven had. Job 15 ; 11-13. Zijn de vertroostingen van God u te klein?
Ursinus: vr. 36. H.C.: 2 vruchtgevolgen
1. de zekerheid of bevestiging des geloofs in deze Middelaar
2. de troost van onze rechtvaardigmaking voor God, door en om deze Middelaar.
Ursinus: blz. 472. De schuld en de misdaad worden beide vergeven. Want eerst wordt de schuld weggenomen n daarna wordt de misdaad bedekt door Christus' rechtvaardigheid. Dit werk is aan al de drie Personen gemeen.
Arnoldus Rotterdam over Art. 24 NGB: De gerechtigheid van Christus is genoeg voor ons om alle onze ongerechtigheid voor God te bedekken. Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob, ook ziet Hij niet de boosheid in Israël. Jes. 45 : 25. In de Heere zullen gerechtvaardigd worden en zich beroemen het ganse zaad Israëls.
In 1 Cor. 13 staat dat de liefde alle dingen bedekt. Nu, is dat echte en rechte liefde, wanneer die bedekte dingen later weer tevoorschijn worden gehaald en aan het daglicht worden gebracht en onder ogen worden en voor de voeten worden geworpen? Is Gods liefde zo? Immers nee.
Spr. 17 : 9. Die de overtreding toedekt, zoekt liefde; maar die de zaak weder ophaalt, scheidt de voornaamste vriend.
Bernhard Textor (Duitsland, 16e eeuw) in "kern en merg van de Heilige Bijbel", blz. 23: "Welaan, opdat er wederom een echtverbond tussen Mij en u bestaan moge, wil ik, opdat Ik u moge liefhebben, al de zonde en hoererij, welke gij gepleegd hebt, bedekken en in eeuwigheid daaraan niet meer gedenken".
Beukelman (cat. blz 473). Rechtvaardigmaking bestaat in een bedekken van de zonde.
Charnock: "Bedekken" is gelijkwaardig aan "de zonde uitwissen", "in de diepte der zee werpen". Hetzelfde zegt Owen.
Alleine: Bedekken = vergeven, houdt in dat de Heilige God de zonde niet meer ziet.
Een bedekte van zonde is ienmand over wiens zonde voor Gods heilige ogen het deksel der verzoening ligt. Men bedekt iets dat niet gezien mag worden (de zonde) door iets dat gezien mag worden (het bloed van Christus)
Ferré en Brinkman. Zondag 23. Bedekken = rechtvaardigen.
Love. blz. 549. De vergeving van de zonde bestaat in het bedekken derzelve.
Brakel; Red. Godsd.: Vergeven: Hij gedenkt ze niet meer. Hij heeft ze achter Zijn rug in het diepste der zee geworpen. Ze zijn bedekt.
Ridderus bij Zondag 21: Hieronymus zeide:....hetgeen bedekt is wordt niet gezien; hetgeen niet gezien wordt niet toegerekend; hetgeen niet toegerekend wordt, zal niet gestraft worden".
Patrick Polus, Wels bij Num. 23 : 21. Hij schouwt niet aan de ongerechtigheid in Jacob.
"In deze zin wordt gezegd dat God de zonden niet ziet; gelijk men op andere plaatsen vindt dat hij dezelve vergeet, Jes. 43 : 25; Jer. 31 : 34; bedekt, waardoor ze buiten gezicht en geheugen gehouden worden; Ps. 32 : 1.
Kantt. bij Ps. 32 : 1; "...of vergeven van overtreding, of bedekt van zonde; welke Hebreeuwse manier van spreken zulks betekent".
DS. Paul in De Saambinder: Kort samengevat mogen we dus zeggen dat er op zichzelf geen onderscheid is tussen bedekte en vergeven schuld".
Duidelijk! Waardevol zulke aantekeningen.
Hier zie je duidelijk dat veel van de oudvaders dus geen verschil maakte in bedekte of vergeven schuld.
Pas in het gezelschapsleven is men allerlei schakeringen standen en kruispunten gaan benoemen. Ik geloof vast vanuit de goede intenties, maar het brengt veel verwarring omdat het een buiten bijbels spreken wordt. Laten we Gods Woord maar vast houden.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Welnee. Omdat er een aantal gezaghebbende schrijvers aangehaald worden?-DIA- schreef:Om eerlijk te zijn, vind ik dit alleen maar verwarrend. Neem me alstublieft niet kwalijk. Om dit te begrijpen moet men wel wat letters gegeten hebben.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Tja... vergeven is vergeven? En meteen een verzekering? Is een weten altijd gelijk met een beleven? Weet men überhaupt wel wat men soms beleeft? Kan men dat altijd meteen recht onder woorden brengen? Is het niet vaak: Na dezen? Van Gods kant dan.. maar het zal toch wel ingeleefd moeten zijn 'hoe ik van al mijn zonden verlost ben' enz. zie HC. Ik meen dat de HC zich heel nauw aan het Woord houdt.keesjanm schreef:
Hier zie je duidelijk dat veel van de oudvaders dus geen verschil maakte in bedekte of vergeven schuld.
Pas in het gezelschapsleven is men allerlei schakeringen standen en kruispunten gaan benoemen. Ik geloof vast vanuit de goede intenties, maar het brengt veel verwarring omdat het een buiten bijbels spreken wordt. Laten we Gods Woord maar vast houden.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Juist omdat het verschillende schrijvers zijn en je niet de hele context ziet. Dat maakt het wat lastig.Afgewezen schreef:Welnee. Omdat er een aantal gezaghebbende schrijvers aangehaald worden?-DIA- schreef:Om eerlijk te zijn, vind ik dit alleen maar verwarrend. Neem me alstublieft niet kwalijk. Om dit te begrijpen moet men wel wat letters gegeten hebben.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5213
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Je hoopt dat die context ontkracht wat ze zo kernachtig gezegd hebben?-DIA- schreef:Juist omdat het verschillende schrijvers zijn en je niet de hele context ziet. Dat maakt het wat lastig.Afgewezen schreef:Welnee. Omdat er een aantal gezaghebbende schrijvers aangehaald worden?-DIA- schreef:Om eerlijk te zijn, vind ik dit alleen maar verwarrend. Neem me alstublieft niet kwalijk. Om dit te begrijpen moet men wel wat letters gegeten hebben.
Namelijk dat bedekte schuld ook een vergeven schuld is.
Zoals Gods Woord ook duidelijk leert!
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
@keesjanm en @dia, graag niet zulke lappen tekst quoten. Dat maakt het niet leesbaar. Je kunt het ook inkorten.
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
Dan komt er mijns inziens alleen maar meer verwarring. Je moet alles in de context lezen. Op zich vind ik dar er geen woord Latijn bij is, wat ds. Mallan zegt. Maar haal ik er een zin uit, dan is de context weg, en heb je veel uit te leggen. Heeft dit ook niet iets van doen met de zogenaamde 'ontlezing'? We willen blijkbaar 'hapklare brokken' en niet meer: "Spant u een weinig in".ejvl schreef:@keesjanm en @dia, graag niet zulke lappen tekst quoten. Dat maakt het niet leesbaar. Je kunt het ook inkorten.
PS Het quoten kan inderdaad wel achterwege blijven.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Re: Bedekte schuld en vergeven schuld
@DIA, bedankt voor de toegevoegde stukken. Hier is inderdaad een duidelijkere uitleg te vinden, tegelijk zegt ook ds. Mallan dat hij huiverig is voor onbijbelse termen. En inderdaad is dat de taal van Gods volk: de gemeenschap met Christus is de beste verzekering.
@helma, ik vind de aantekeningen die je geplaatst hebt, ook heel helder. Mooi is dat, zo'n studie! Ik denk dat daarin de lijn van de (Nadere) Reformatie duidelijk aangegeven wordt. Context kan misschien wat duidelijk maken, maar de kern wordt daarvan niet anders natuurlijk. Deze taal is denk ik Bijbelser dan de gezelschapstaal - waarmee uiteraard niet de gezelschapsmensen in een hoek gezet worden.
@helma, ik vind de aantekeningen die je geplaatst hebt, ook heel helder. Mooi is dat, zo'n studie! Ik denk dat daarin de lijn van de (Nadere) Reformatie duidelijk aangegeven wordt. Context kan misschien wat duidelijk maken, maar de kern wordt daarvan niet anders natuurlijk. Deze taal is denk ik Bijbelser dan de gezelschapstaal - waarmee uiteraard niet de gezelschapsmensen in een hoek gezet worden.