Tiberius schreef:De punten 1 t/m 4 kan ik me in vinden; dus die laat ik liggen.
Dat is wel erg gemakkelijk gezegd. Als dit waar is dan zou je ook moeten vaststellen dat er in tijd gezien geen wedergeboorte is vóór het zaligmakend geloof van zondag 7, want dat had ik ook al duidelijk in punt 2 vermeld.
Maar hier ga je mis:
Zonderling schreef:5. De opstellers van de Heidelbergse Catechismus hebben niet de bedoeling gehad om met de zondagen 5 en 6 een heilsorde te leren van zaken die aan het geloof vooraf zouden gaan. Zij kenden alleen een verlossing door het geloof, waarin ALLE weldaden begrepen zijn. Wél geloof ik dat zij met zondag 2 en 3 iets hebben willen zeggen van een werk der wet die aan het geloof voorafgaat. Maar dat was voor hen beslist niet zaligmakend en al helemaal geen vrucht van wedergeboorte (dat verwerpen zij zelfs uitdrukkelijk in antwoord 8).
De HC beschrijven wel degelijk een heilsorde. Het is pas de laatste 50 jaar, dat men dat anders is gaan zien, zo heeft prof. Baars (of dr. Huijgen, dat weet ik niet helemaal zeker) recent uitgezocht.
O ja? Ik lees nagenoeg geen andere boeken dan boeken die ouder zijn dan 50 jaar. Meest zelfs werken die eeuwen ouder zijn.
Ik herhaal: Er is ALLEEN VERLOSSING DOOR HET GELOOF WAARIN ALLE WELDADEN BEGREPEN ZIJN. Daarin is geen tijdsorde.
Waar wel een tijdsorde in bestaat is het voorafgaande werk of overtuiging van de zonde door de wet alléén. Maar dit voorafgaande werk maakt ook geen deel uit van de verlossing en is noch vrucht van geloof, noch van levendmaking of wedergeboorte.
En verder: JAZEKER is er een heilsorde. Romeinen 8:30 leert die duidelijk en de oudvaders ook! Maar dat is wel een geheel andere orde dan de wedergeboorte-onder-de-wet-en-vóór-het-geloof-leer.
Verder verwerpt de HC in antwoord 8, dat we zonder wedergeboorte onbekwaam zijn tot enig goed en geneigd tot alle kwaad. Dat antwoord zegt niets over de vraag of de ellendekennis wel of geen vrucht is van de wedergeboorte. Sterker nog: het antwoord op vraag 5 kan je al beschouwen als een vrucht van de levendmaking, want een onwedergeborene zal rustig zeggen "al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jeugd af aan."
Wat uit antwoord 8 volstrekt duidelijk is, is dat de opstellers van de HC absoluut de intentie niet hadden om in deze zondag iets voor te stellen als vrucht van de wedergeboorte. Zij wezen juist op de noodzakelijkheid van het Evangelie en het geloof dat zij daarna gaan beschrijven als de enige grond van behoud. Er is geen wedergeboorte zonder waarachtig geloof aan het Evangelie!
Zonderling schreef:Wie serieus de Schrift en de oudvaders bestudeert, zal bovenstaande stellingen toch van harte moeten onderschrijven, naar ik meen.
Niet dus.
Mag ik je een raad geven? Ga eens die boeken lezen uit eerdere eeuwen: Calvijn, Olevianus, Van der Groe, Boston, de Erskines, enzovoort.
(Overigens viel mij meteen op dat je geen reactie gaf op het citaat van Erskine. Waarom kun je dat dan niet gemakkelijk weerleggen? Dat zou je te denken moeten geven...)