refo schreef:De dissertatie vind ik eigenlijk gewoon 'een boek'. Er zijn veel mensen gesproken, dat is waar. Er is veel papierwerk boven tafel gebracht, ook waar.
Maar wat er nu werkelijk speelde aan krachten blijft onzeker.
(...)
Toen ds Steenblok aantrad kwamen de moeilijkheden. Daar moet dan een verband liggen tussen een en ander.
Ds Golverdingen constateerde een zekere gemoedelijkheid in de pre-Steenblok-GG. Echte theologische kwesties waren er niet. Men was daarmee niet bezig.
De reuring begon met een lezing over de algemene genade. Dergelijke scherpslijperij was men niet gewend. Waarop de gemene gratie nu precies gebaseerd zou zijn, hield niemand bezig.
Eén aanvulling. Ds. Kersten was hier al wel mee bezig. Weer een waardevolle aanvulling dankzij het boek van ds. Golverdingen.
Echter hij was de enige. En daarom kon hij ook geen opvolger vinden in het bestaande predikantenkorps. Niemand was zijns gelijke. Als niet hij, maar iemand anders docent zou zijn geweest, was het wellicht een veel gemoedelijker (beetje 'OGG') kerkverband gebleven. Dat verschil zie je ook duidelijk tussen de GGiN van deze tijd ten opzicht van de GG.
refo schreef:Maar opeens was daar een discussie die uitmondde in een synodale uitspraak. Dat zat veel mensen dwars. Want een uitspraak van de GS gold toch wel als aanvulling op de canon.
Was na de uitspraak van 1931 het nog wel mogelijk in strijd daarmee te preken. (preken!). Vanaf 1945 was het officieel onmogelijk een afwijkend standpunt te preken.
Zo kwam het dat een algemeen gerespecteerd predikant als Kok geïsoleerd kwam te staan.
Niet alleen ds. Kok was afwijkend, maar ook ds. De Blois!
refo schreef:
De conclusie van ds Golverdingen dat Kok het wel aan zichzelf te danken had, vanwege nogal onvoorzichtig schrijven deel ik dan ook niet. Vanwege de gemoedelijkheid zoals genoemd maakte men daar nooit zo'n drukte van. Als in een gemeente mensen tot bekering kwamen moest de prediker wel goed zijn. Maar gezien de discussie die er onstaan was, ging men nu ook op de punten en komma's letten.
Neem ds. De Blois mee in je betoog. Waarom kwam ds. Kok wel apart te staan, maar ds. De Blois niet? Feit is dat er van ds. Kok veel meer boeken verschenen dan van ds. De Blois. Waar ds. De Blois niet zozeer de neiging had zich af te zetten tegen anderen, maar wel gewoon zijn eigen gang ging, waren de acties van ds. Kok veel meer tegen-reacties. Als dr. Steenblok in de Saambinder schrijft dat er voor de niet-uitverkorenen geen beloften in de Bijbel staan, dan zegt ds. Kok zondags dat de beloften de gemeente als sneeuwvlokken om de oren vliegen. Daarom geloof ik ook dat er in de kern geen verschil was tussen ds. Kersten en ds. Kok. Want als het op de classis in Barneveld gaat om de diverse uitspraken, dan tilt ds. Kok de discussie gelijk hoger naar de onderwerpen 'algemene genade' en 'algemeen aanbod'. En dan blijken ze het met elkaar eens te zijn. Deze dubieuze uitspraken zijn dus meest tegen-reacties en niet kern
Daarnaast was de rol van Jansen uit Veenendaal funest. Hij stuurde losse citaten naar ds. Kersten. En neem van mij aan: Wie in woorden niet struikelt is een volmaakt man. Ook in prekenboeken van GG dominees van deze tijd kom ik opmerkingen tegen die niet geheel juist zijn. Maar als de bedoeling goed is en het helder is wat men betoogt, nou glimlach dan een keer in de preek en neem het goede mee.
refo schreef:En ds Kok was de enige die ds Steenblok aandurfde.
In het openbaar wel, denk ik. In het verborgen gebeurde nog veel meer!
refo schreef:Naderhand overkwam ds Steenblok hetzelfde. (...) Hij mocht geen docent meer zijn (...), wel nog predikant. (...)
Dit vind ik persoonlijk een groot (vaak onbenoemd) verschil tussen 1950 en 1953. Iemand op (kerkrechtelijk) ondeugdelijke gronden de mond snoeren of iemand de volledige vrijheid laten te preken, alleen niet om te doceren.