In een brochure van de 'Nederlandse Vereniging tot bevordering van de zondagsrust en zondagsheiliging' (uitgegeven ivm de 50 jarige herdenking van deze vereniging) staat een stukje tekst wat gehaald is uit 'de kennis der zaligheid' De kleine catechismus van westminster toegelicht door E. Erskine, R. Erskine en J. Fisher.
Het gaat hier over de toelichting bij vraag en antwoord 57 en 58 'de plichten geëist in het vierde gebod'. M.n. punt 14 en 15. Ik zal ze hier neerschrijven.
14. Mogen we hem (d.i. de zondag) nu, net als in het O.T, ook nu nog sabbat noemen?
Ja en wel, omdat onze Heere Zelf hem bij deze naam noemt, Matth. 24:20 : "Doch bidt, dat uw vlucht niet geschiedde des winters, noch op een sabbath".
15. Maar spreekt de Heere daar niet van een joodse sabbath en niet van de christelijke sabbath?
Hij spreekt alleen van de christelijke sabbath; want Hij spreekt van de vlucht die bij de verwoesting van Jeruzalem zou geschieden en deze vond niet eerder plaats dan ong. veertig jaar, nadat de Joodse sabbath was afgeschaft en de christelijke sabbath in zijn plaats kwam.
In deze toelichting wordt zonder er al te veel woorden aan vuil te maken de Joodse sabbath één op één overgezet op de 'christelijke sabbath' door de woorden van Christus te verdraaien. M.i. bedoelt Christus in deze tekst wel degelijk de Joodse sabbath. Er bestaat zelfs geen christelijke sabbath. In de bijbel wordt consequent de uitdrukking 'eerste dag der week' gebruikt. Mij viel het tegen dat gerespecteerde mannen als de Erskines en Fisher zo gemakkelijk voor eigen doeleinden (immers, de strenge zondagsviering rechtvaardigen door de zondag gelijk te stellen aan de sabbath) de tekst misbruiken of misverstaan.
Wat denken jullie ervan, zijn jullie het met me eens dat dit niet kan en wat weten de puriteinenkenners onder ons van de opvattingen van de puriteinen over de zondag. Immers onze zondagsviering is voor een groot deel gestoelt op de opvattingen van de puriteinen die, via de Nadere Reformatoren, tot ons kwam.
ps. ik heb maar een nieuwe topic gestart om vervuiling met de talloze al bestaande topics te voorkomen. Het gaat hier immers om een nieuw onderwerp n.l. 'Zondagsviering bij de puriteinen'
[Aangepast op 30/5/05 door Egbert]
Christelijke Sabbath of zondagsviering bij de puriteinen
Christelijke Sabbath of zondagsviering bij de puriteinen
Met vriendelijke groet, Egbert.
Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15
ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15
ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Het zal duidelijk zijn dat dit een gevolg is van de vervangingstheologie. Israël heeft afgedaan en de kerk is daarvoor in de plaats gekomen. Erskine enz. die zijn nog te verontschuldigen, maar wij moeten nu beter weten. Het viel me op dat op de studiedag van de deputaten van de GG over Israël er gezegd werd, dat ook de Joden de zondag moeten gaan houden. De omgekeerde wereld dus. Het is heel eenvoudig de Tora is aan Israël gegeven tot een eeuwige inzetting, dus dat mogen wij niet veranderen. Maar dat is een gevolg van het Roomse denken die menen dat de kerk gemachtigd is dat wel te doen.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Ik heb een tijdje geleden op een ander forum het volgende gepost, wellicht interessant om door te lezen.
Pas onder Constatijn de grote is de zondag als een soort nieuwe Sabbath ingevoerd, men mocht vanaf die tijd niet meer werken op zondag. De boeren moesten echter wel werken op zondag. Voor die tijd was de zondag echter enkel de dag der samenkomst (het vieren van de opstanding van Christus). De sabbath (die aan het Joodse volk was gegeven, voor de sinai vierde men nog geen sabbath!) was een voorafschaduw van Christus, en nu niet meer nodig. De joden meosten op de sabbath rusten van hun werken, wij moeten elke dag rusten / afzien van onze werken, en opzien naar Christus.
Dit is ook de lijn der reformatie.
Luther zegt in zijn Grote Catechismus dat het houden van de rustdag voor verstandige en geleerde christenen niet nodig is. Hij vindt het wel een goede zaak, dat de grote menigte van knechten en dienstmeisjes ruimte krijgt om te rusten en in ieder geval de eredienst bij te kunnen wonen. Ook hij is van mening, dat eigenlijk alle dagen gelijk zijn. Toch vindt hij het goed om de zondagse rustdag te handhaven. Maar volgens hem moet juist ter wille van het jonge volk de rust niet al te eng gesteld worden en moet arbeid waar men niet buiten kan niet verboden worden.
Van Calvijn is het bekend dat hij op de zondagmiddag vaak roeide op het meer van Geneve. In het begin van de 17e eeuw vergaderden de staten op zondag, en was de verkoop alleen tijdens de kerkdiensten verboden. De nadere reformatie kwam hierna op, en nam van de puriteinen over dat de zondag de christelijk sabbath is. De leer van de oorspronkelijke reformatie was echter niet zo. Lees maar:
Uit de Geneefse Catechismus:
Uit: de Geneefse Catechismus (van Calvijn):
Verbiedt God ons alle werk op de zevende dag?
Het inachtnemen van de rust is een deel van de ceremoniën van de oude Wet. Daarom is dat met de komst van Christus afgeschaft.
Acht u dat dit gebod eigenlijk op de joden betrekking heeft en voor de tijd van het Oude Testament is gegeven?
Voorzover het ceremonieel is, ja.
Wat nu, is er iets méér in dan alleen de ceremonie?
Het vierde gebod is om drie redenen gegeven: in de eerste plaats om de geestelijke rust af te beelden, ten tweede voor de kerkelijke orde en ten derde tot verkwikking van het dienstpersoneel.
Wat is die geestelijke rust?
Ophouden met onze eigen werken, opdat God in ons werkt.
Hoe gebeurt dit?
Door ons vlees te kruisigen, dat is: door van onze natuur afstand te doen, opdat God ons regeert door Zijn Geest.
Is het genoeg dat dit iedere zevende dag gebeurt?
Welnee, voortdurend. Want wanneer wij eenmaal zijn begonnen, moeten wij heel ons leven voortgaan.
Wat betekent het dat wij moeten rusten zoals God Zelf heeft gerust?
Na al Zijn werken in zes dagen te hebben geschapen, heeft Hij de zevende dag gewijd aan de beschouwing daarvan. En om ons des te beter ertoe te brengen ditzelfde te doen, houdt Hij ons Zijn voorbeeld voor.
Moet men altijd Gods werken overpeinzen, of is één dag per week genoeg?
Het moet elke dag worden gedaan, maar vanwege onze zwakheid, is er één bepaalde dag speciaal voor aangewezen.
Welke orde moet men dan op die dag in acht nemen?
Dat het volk samenkomt om onderwezen te worden in de waarheid van God en om de leer van Christus te horen, om de gemeenschappelijke gebeden te doen, en om getuigenis te doen van zijn geloof.
Laten we nu zien, in hoever dit gebod op ons betrekking heeft.
Wat de ceremonie betreft, is ze teniet gedaan, want wij hebben de vervulling in Jezus Christus.
Hoe dan?
Omdat door de kracht van Christus' dood onze oude mens wordt gekruisigd en dat wij door Zijn opstanding worden opgewekt tot nieuwheid van leven.
Wat blijft er dan voor ons over uit dit gebod?
Dat wij de orde waarnemen, die in de kerk is ingesteld, om het Woord des Heeren te horen, deel te nemen aan de openbare gebeden, en om de sacramenten te gebruiken; en dat wij niet ingaan tegen de geestelijke orde, die onder de
gelovigen bestaat.
Heeft de afschaduwing in het vierde gebod voor ons geen enkel nut?
Zeker wel. Men moet de afschaduwing herleiden tot de vervulling, namelijk dat wij als ware leden van Christus stoppen met onze eigen werken om ons toe te vertrouwen aan de regering van God.
Uit: De Institutie der Christelijke Religie (Calvijn)
`De bedoeling van dit gebod is dat wij, onze eigen gezindheden en werken afgestorven, de dingen van Gods Koninkrijk bedenken, en dat wij ons tot dat bedenken oefenen door de middelen die Hij heeft ingesteld.
De ouden plegen het een schaduwachtig gebod te noemen, omdat het de uitwendige onderhouding bevat van de dag, welke onderhouding door Christus' komst met de overige afbeeldingen is afgeschaft. En dat is door hen wel naar waarheid gezegd, maar zij roeren de zaak slechts ten halve aan. Daarom moet de uiteenzetting dieper opgehaald worden en drie oorzaken onderscheiden worden waarop, naar ik meen opgemerkt te hebben, dit gebod berust. Want de hemelse Wetgever heeft door de rust op de zevende dag voor het volk Israël de geestelijke rust willen afbeelden waardoor de gelovigen met hun eigen werken moeten stoppen om God in hen te laten werken. Vervolgens heeft hij gewild dat er een bepaalde dag zou zijn, waarop ze zouden samenkomen om de wet te horen en de ceremoniën te verrichten, of welke ze althans in het bijzonder zouden wijden aan de overdenking van Zijn werken, om door die herdenking zich te oefenen tot vroomheid. In de derde plaats heeft Hij geoordeeld, dat aan de dienstknechten en aan hen die onder de heerschappij van anderen leefden, een dag van rust zou geschonken worden, waarop ze enige verpozing van hun arbeid zouden hebben.
Maar door vele getuigenissen der Schrift wordt ons geleerd dat die afschaduwing der geestelijke rust in de sabbath de voornaamste plaats in beslag genomen heeft. Immers aan nagenoeg geen enkel gebod eist de Heere op strenger wijze gehoorzaamheid. Wanneer Hij bij de profeten wil te kennen geven dat de gehele godsdienst neergeworpen is, klaagt Hij dat Zijn sabbatten bezoedeld, geschonden, niet gehouden en niet geheiligd zijn; alsof, wanneer deze gehoorzaamheid is nagelaten, niets meer overbleef, waarin Hij kon geëerd worden (Numeri 15 vers 32; Ezechiël 20 vers 12; 22 vers 8; 23 vers 38; Jeremia 17 vers 21, 22, 27; Jesaja 56 vers 2). De onderhouding van de sabbath verheft Hij met uitnemende lofprijzingen. Daarom achten de gelovigen onder andere godsspraken de openbaring van de sabbat wonderbaar hoog. Want zo spreken de levieten bij Nehemia (9 vers 14) in een plechtige vergadering: `Gij hebt aan onze vaderen Uw heilige sabbath bekend gemaakt en Gij hebt hun geboden en inzettingen en een wet gegeven door de hand van Mozes.' Ge ziet hoe aan de sabbath te midden van alle geboden der wet een bijzondere waardigheid wordt geschonken. En dat alles strekt tot aanprijzing van de waardigheid der verborgenheid, die door Mozes en Ezechiël zeer schoon wordt uitgedrukt. Zo leest men in Exodus (31 vers 13; 35 vers 2): `Gij zult Mijn sabbatten onderhouden, want dit is een teken tussen Mij en u bij uw geslachten, opdat gij weet dat Ik de Heere ben, Die u heiligt: onderhoudt de sabbath, omdat hij voor u heilig is; dat dan de kinderen Israëls de sabbath houden, de sabbath onderhoudende in hun geslachten; hij is tot een eeuwig verbond tussen Mij en de kinderen Israëls en een teken in eeuwigheid.' Nog uitvoeriger spreekt Ezechiël (20 vers 1, 2), van wiens woorden echter dit de hoofdinhoud is, dat de sabbath is tot een teken, waardoor Israël zou leren, dat God zijn Heiligmaker is. Indien onze heiligmaking bestaat in de doding van onze eigen wil, dan doet zich een zeer geschikte overeenkomst voor tussen het uiterlijk teken en de inwendige zaak zelf. Wij moeten geheel rusten, opdat God in ons werkt; wij moeten afstand doen van onze wil, ons hart doen rusten, van alle begeerten des vleses afstand doen. Eindelijk, wij moeten rusten van alle bezigheden van ons eigen verstand, om terwijl we God in ons werkende hebben, in Hem te rusten, zoals ook de apostel leert (Hebreeën 3 vers 13; 4 vers 4).
Die voortdurende rust werd de Joden voorgesteld door de onderhouding van één der zeven dagen; en opdat die met des te groter eerbied zou worden gehouden, heeft de Heere haar door Zijn voorbeeld aangeprezen. Want het is van geen gering belang tot het opwekken van 's mensen ijver, dat hij weet dat hij er naar streeft zijn Schepper na te volgen. Indien niemand enige verborgen
betekenis zoekt in het getal zeven, aangezien dit in de Schrift het getal der volmaaktheid is, dan kan men zeggen dat het niet zonder oorzaak gekozen is om het eeuwigdurende aan te duiden. Dat wordt ook gesteund door het feit dat Mozes met de dag waarop hij verhaalt dat de Heere gerust heeft van Zijn werken, een einde maakt aan de beschrijving van de opeenvolging der dagen en der nachten. Ook een andere waarschijnlijke betekenis van het getal kan aangevoerd worden: namelijk deze dat de Heere te kennen heeft gegeven, dat de sabbath nooit volkomen zal zijn, totdat de laatste dag gekomen zal zijn. Want onze zalige rust op de sabbath beginnen wij hier, in die rust maken wij dagelijks nieuwe vorderingen; maar omdat er nog voortdurende strijd is met het vlees, zal zij niet eerder volkomen zijn dan wanneer het woord van Jesaja (66 vers 23) vervuld is over de opeenvolging van de ene nieuwe maan na de andere, en van de ene sabbath na de andere, namelijk wanneer God zal zijn Alles in allen (I Korinthiërs 15 vers 28). Het kan dus schijnen dat de Heere door de zevende dag voor Zijn volk afgetekend heeft de toekomende volmaaktheid van Zijn sabbath op de laatste dag, opdat het door de voortdurende overdenking van de sabbath zijn gehele leven lang naar deze volmaaktheid zou streven.
Indien iemand deze beschouwing van dit getal als al te spitsvondig afwijst, dan heb ik er geen bezwaar tegen dat hij het eenvoudiger aldus opvat: dat de Heere een bepaalde dag verordend heeft, waarop het volk onder de tucht der wet zich erin zou oefenen om na te denken over het eeuwigdurende der geestelijke rust. Dat Hij daartoe de zevende dag aangewezen heeft, òf omdat Hij voorzag dat dit genoeg was, òf om het volk, doordat Hij het Zijn voorbeeld voor ogen stelde, des te beter aan te zetten of althans te vermanen, dat de sabbath geen andere bedoeling heeft dan de mens aan zijn Schepper gelijkvormig te maken. Want de uitleg van het getal is van weinig belang, wanneer slechts de verborgenheid die voornamelijk afgeschilderd wordt, blijft, namelijk het gedurige rusten van onze werken. En tot de beschouwing daarvan riepen de profeten de Joden herhaaldelijk terug, opdat ze niet zouden menen dat zij door de rust des vleses aan het gebod voldaan hadden. Behalve de reeds genoemde plaatsen leest men als volgt bij Jesaja (58 vers 13): `Indien gij uw voet van de sabbath afkeert om uw lust te doen op Mijn heilige dag, en indien gij de sabbat noemt een verlustiging, opdat de HEERE geheiligd wordt, Die te eren is; en indien gij die eert, dat gij uw eigen wegen niet doet en uw eigen lust niet vindt en geen woord daarvan spreekt, dan zult gij u verlustigen in de HEERE.'
Conclusie: Maar het is niet te betwijfelen of door de komst van de Heere Christus is wat hier ceremonieel was, afgeschaft. Want Hij is de Waarheid, door Wiens tegenwoordigheid alle afbeeldingen verdwijnen. Hij is het Lichaam, door welks aanschouwing de schaduwen achtergelaten worden. Hij is, zeg ik, de ware Vervulling van de sabbath. Door de doop met Hem begraven, zijn wij in de gemeenschap van Zijn dood ingelijfd, opdat wij, deel hebbende aan Zijn opstanding, in nieuwheid des levens zouden wandelen (Romeinen 6 vers 4). Daarom schrijft de apostel elders dat de sabbath de schaduw geweest is van iets toekomstigs (Kolossenzen 2 vers 16, 17), dat het lichaam, dat is het volle wezen der waarheid, die hij op die plaats goed heeft uitgelegd, van Christus is. Die is niet tevreden met één dag, maar slechts met de ganse loop van ons leven; totdat wij geheel en al, onszelf afgestorven, met Gods leven vervuld worden. Dus moet de bijgelovige onderhouding der dagen van de Christenen verre zijn.' Tot zover Calvijn.
Ik hoor weleens mensen spreken over "de dag des Heren", zelfs over de "grote dag des Heren". Dat is echter niet de zondag. Als deze term in het NT word gebruikt gaat het over de oordeelsdag.
Kolossenzen 2:16 Laat niemand u iets voorschrijven op het gebied van eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwemaan en sabbat. 17 Dit alles is slechts een schaduw van wat komt – de werkelijkheid is Christus.
Meer info: http://www.bible.ca/sabbath.htm
Lees ze
Tja, die kerk moet zich toch wel héél diep schamen...Oorspronkelijk gepost door Toeschouwer
Het zal duidelijk zijn dat dit een gevolg is van de vervangingstheologie. Israël heeft afgedaan en de kerk is daarvoor in de plaats gekomen. Erskine enz. die zijn nog te verontschuldigen, maar wij moeten nu beter weten. Het viel me op dat op de studiedag van de deputaten van de GG over Israël er gezegd werd, dat ook de Joden de zondag moeten gaan houden. De omgekeerde wereld dus. Het is heel eenvoudig de Tora is aan Israël gegeven tot een eeuwige inzetting, dus dat mogen wij niet veranderen. Maar dat is een gevolg van het Roomse denken die menen dat de kerk gemachtigd is dat wel te doen.
Bedankt voor jullie reakties, maar een antwoord op wat ik vroeg staat er niet bij. Ik begrijp dat sommigen graag stokpaardjes berijden maar een discussie over het al dan niet omzetten van de sabbat naar de 'viering van de eerste dag der week' [die wij zondag noemen] wil ik niet. Het gaat er mij om of men zonder te verblikken of verblozen de O.T. sabbath kan omzetten naar de 'viering van de eerste dag der week' [die wij zondag noemen en voortaan zal ik ook deze naam gebruiken ondanks de heidense afkomst]In deze toelichting wordt zonder er al te veel woorden aan vuil te maken de Joodse sabbath één op één overgezet op de 'christelijke sabbath' door de woorden van Christus te verdraaien. M.i. bedoelt Christus in deze tekst wel degelijk de Joodse sabbath. Er bestaat zelfs geen christelijke sabbath. In de bijbel wordt consequent de uitdrukking 'eerste dag der week' gebruikt. Mij viel het tegen dat gerespecteerde mannen als de Erskines en Fisher zo gemakkelijk voor eigen doeleinden (immers, de strenge zondagsviering rechtvaardigen door de zondag gelijk te stellen aan de sabbath) de tekst misbruiken of misverstaan.
Wat denken jullie ervan, zijn jullie het met me eens dat dit niet kan en wat weten de puriteinenkenners onder ons van de opvattingen van de puriteinen over de zondag. Immers onze zondagsviering is voor een groot deel gestoelt op de opvattingen van de puriteinen die, via de Nadere Reformatoren, tot ons kwam.
Zoals wij in het gequote stukje van Datheneum kunnen lezen waren de reformatoren [en ook de eerste Nadere reformatoren] een stuk 'gemakkelijker' wat de viering van de zondag betreft. Pas later in de nadere reformatie is men onder invloed van de puriteinen een strenge wettische zondagsviering gaan nastreven. Dan nogmaals mijn vraag. Dachten alle puriteinen zo over de zondagsviering of waren daar ook verschillen in.
Met vriendelijke groet, Egbert.
Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15
ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
Maar indien gij elkander bijt en vereet, zie toe, dat gij van elkander niet verteerd wordt.
Galaten 5:15
ps. iedereen die jarig is geweest of iets anders memorabels heeft meegemaakt is hierbij gefeliciteerd, alle anderen veel sterkte.
Ik weet wel zeker dat er verschillen zijn.Oorspronkelijk gepost door Egbert
Dachten alle puriteinen zo over de zondagsviering of waren daar ook verschillen in.
En verder hangt het van de definitie van puriteinen af, hoe groot die verschillen zijn.
Je zult waarschijnlijk wel de verschillen weten tussen Coccianen en Voetianen wat de zondagsviering betreft.
Maar de Coccianen, zijn dat puriteinen?? En de Voetianen??
Ken je het stuk van Brakel in de Redelijke Godsdienst? Bij de bespreking van het vierde gebod vindt je een aantal argumenten.
[Aangepast op 31/5/05 door Gerrie]