Zonder afbreuk te doen van de spontane en eerlijk openhartige bijdragen
van onze (m.i. gewaardeerde) forumleden Moestuin en Joy, (misschien ook wel anderen),
wil ik het volgende van de Christelijk Gereformeerde dominee J. van Amstel citeren wat ik wel leerzaam vondt
over bepaalde geestelijke liederen. Het heeft gestaan in het Ref. Dagblad van 9 november 2007:
Over de teksten van de Nederlander Gerald Troost is ds. J. Van Amstel (CGK, Ede) niet enthousiast.
"Toegegeven, zo''n lied als "Contact" is mooi opgezet: morgen, middag, avond.
En de toepassing in de zogenaamde "Bridge" van dat lied kun je met enige goede wil positief invullen.
Maar de manier waarop in het refrein over het contact met God wordt gesproken, daar heb ik erg veel moeite mee.
Waar is de notie van "Ik schatte mij geheel verloren"?
Waar blijft de bede van de tollenaar: "Wees mij, de zondaar, genadig?"
Of het feit dat de gelovige door de Geest gemeenschap oefent met God?
Dit lied is te ongenuanceerd; en daarbij lijkt het dat zomaar iedereen dat contact met God heeft."
Bij "Tot aan die dag" speelt iets dergelijks.
"Het element van het oordeel op de jongste dag wordt weggelaten.
Daarbij lijkt het dat het met iedereen wel goed komt.
Maar er is in de Schrift ook sprake van de vijf dwaze maagden."
De "Parel" zit ds. Van Amstel al langer dwars.
"Waar komt dat in de Bijbel voor, dat we een parel in Gods hand zijn?
De gelijkenis spreekt van de zoon die dood was, maar weer levend werd.
En de Schrift spreekt over God Die het verlorene zoekt.
Ik heb er daarom grote moeite mee dat een baby als parel wordt aangeduid.
Als predikant moet ik dan benadrukken dat zo''n kind in zonde ontvangen en geboren is,
en in het Rijk van God niet kan komen zonder dat het wedergeboren wordt.
We zijn geen parel, hooguit een geheel ontsierde.
Overigens kun je daarom bij het veelgebruikte gebed of er nog parels
aan de middelaarskroon gehecht mogen worden, ook je vragen hebben."