Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
'Evenwichtigheid' is de ergste kwalificatie die je een schrijven kunt toedichten.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Precies, genade op genade noemt de apostel het zelfs.refo schreef:Dr Klaas van der Zwaag heeft 1000 pagina's vol met dergelijke citaten gegeven.
Daarmee heeft hij degelijk aangetoond dat vele door God geleerden een ruim aanbod voorstonden.
genade is geen genade meer, wanneer er voorwaardelijk bij gevoegd wordt.
Zo eenvoudig.
“Wij prediken tot mensen alsof zij zich ervan bewust zijn stervende zondaars te zijn; dat zijn zij niet; zij hebben een goede tijd, en ons spreken over wedergeboren worden ligt op een domein waarvan zij niets weten. De natuurlijke mens wil niet wedergeboren worden”.
- Oswald Chambers -
- Oswald Chambers -
- SecorDabar
- Berichten: 1545
- Lid geworden op: 14 okt 2011, 16:18
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
De ware boete, of een hartgrondige vernedering over de zonde, bereidt de weg tot eenSimon schreef:Precies, genade op genade noemt de apostel het zelfs.refo schreef:Dr Klaas van der Zwaag heeft 1000 pagina's vol met dergelijke citaten gegeven.
Daarmee heeft hij degelijk aangetoond dat vele door God geleerden een ruim aanbod voorstonden.
genade is geen genade meer, wanneer er voorwaardelijk bij gevoegd wordt.
Zo eenvoudig.
oprecht geloof, en dat baant ook weer de weg tot een ongeveinsde bekering van 's
mensen hart en wandel. En deze drie Goddelijke genaden hangen zo nauw en zo vast
aaneen, dat zij elkander dragen en ondersteunen, en wat er ontbreekt aan de ene, dat
zal ook ontbreken aan de andere. Indien maar alleen de boetvaardigheid niet diep genoeg
is ingegaan en geworteld in de grond des harten, door de werking van de Heilige
Geest, zal er ook anders niet, dan een los en geveinsd waangeloof uit groeien, hetwelk
bij een noodzakelijk gevolg, ook weer slechts een lichte zomervrucht van een haast
verdwijnende schijnbekering zal te voorschijn brengen. Die voor velen de strik des
duivels is, waarin zij gevangen worden gehouden tot het eeuwige verderf.
Het zijn alleen Gods uitverkoren kinderen, welke Hij naar Zijn grote barmhartigheid heeft wedergeboren, tot een levende hoop, door de opstanding van Jezus Christus uit de doden, 1 Petrus 1:3, die deze grote waarheid hartgrondig zullen geloven, omdat Christus ook Zelf door Zijn Geest in hun harten is opgestaan.
Maar al wie zodanige genade niet waarlijk ondervindt, die gelooft van Zijn opstanding niet meer tot zaligheid, dan ook de duivelen daarvan zullen geloven.
Want het enkel historisch geloof van deze gewichtige waarheid van het Evangelie zou geenszins heilzaam of zaligmakend kunnen zijn. Wat mocht het ons toch baten, indien wij zeker wisten en geloofden, dat de Heere Jezus Christus van de dood zeer heerlijk is opgestaan, en dat Hij nu die eeuwig-levende Heiland en Verlosser is, indien wij onszelf die opstanding niet oprecht gelovig konden toe-eigenen door een ware geestelijke gemeenschapsoefening met de levende Christus in onze zielen? Voorwaar, zo geloven immers de duivelen en verdoemden ook. Ze zijn van Zijn eindeloze macht en heerlijkheid wel genoeg verzekerd, maar dit kan niet anders dan hun verdoemenis verzwaren, en die tot in alle eeuwigheid verzegelen. Ook omdat zij het minste waarachtig geloof niet bezitten, om zichzelf de genade en het voordeel van Zijn opstanding tot hun verlossing toe te eigenen. Indien de rampzalige verworpelingen ook maar de minste oprechte zucht van zo'n toe-eigenend geloof waarlijk konden voortbrengen uit het binnenste van hun gemoed, dan zou hun zeker ook geschieden naar hun geloof.
En zo mochten zij door de verdiensten van Christus dan ook uit het onderste van de hel nog eens weer verlost, in de zalige vreugde des hemels opgevoerd worden. Maar welk geloof in de hel ook wezen mag, daar is toch in 't geheel geen toe-eigenend geloof, met vertrouwen, hoop en liefde, omdat de Heilige Geest daar nooit werd uitgezonden door het Evangelie, zoals geschiedt in de wereld. Het geloof der toe-eigening en van het ware zielsvertrouwen is alleen aan de uitverkorenen eigen, die geordineerd zijn tot het eeuwige leven.
Het is al verder volgens onze leer zeker en onbetwistbaar, dat deze toepassing
van Christus' gerechtigheid aan de uitverkoren zondaar, die gerechtvaardigd
wordt, op een tweeërlei wijze geschiedt, (te weten) aan Gods zijde door een
genadige schenking en toerekening, en aan des mensen zijde door een gelovige
aanneming en toe-eigening in de kracht van de Heilige Geestes, Die zulk een
geloof door het heilig Evangelie in onze harten werkt.
Tenminste als we ds. van der Groe mogen geloven in zijn Toetsteen der ware en valse genade.
Secor Dabar = Gedenkt het Woord (Psalm 119:49)
Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5209
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Maar ach, is er enig woord voor iemand, die in een heel andere toestand is, die géén verlangen heeft, geen honger, geen dorst heeft; die wel net zoveel gebrek heeft als een verlangende ziel hier, maar geen geestelijk verlangen, zelfs geen begeerte heeft, net zoals de uitgedroogde aarde geen echte dorst kan hebben, maar wel veel wijde spleten heeft?
God zegt: "Ik zal water gieten op de dorstigen, en stromen op het droge; Ik zal Mijn Geest op uw zaad gieten, en Mijn zegen op uw nakomelingen. En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken." Jesaja 44:3, 4. Hebt u dan geen andere dorst, dan die van de droge aarde en heeft God stromen beloofd? O, pleit dan op Zijn woord en zegt: Heere, doe gelijk Gij gesproken hebt!
Maar is er ook een woord voor mij, die als dorre en onvruchtbare aarde ben, die niets dan doornen en distelen voortbreng en zo ondervind dat deze aarde verwerpelijk is, en nabij de vervloeking en dat mijn einde de verbranding zal zijn? Is dit uw vrees en grote zorg?
Hoort dan dit Woord: "Voor een doorn zal een dennenboom opgaan; voor een distel zal een mirtenboom opgaan; en het zal de Heere wezen tot een Naam, tot een eeuwig teken, dat niet afgesneden zal worden." Jesaja 55:13. "Ik zal hem zijn als een groenende dennenboom; uw vrucht is uit Mij gevonden." Hos. 14:9. Heeft de Heere dit gezegd? Pleit dan op Zijn Woord en zegt: Heere, doe gelijk Gij gesproken hebt!
Maar is er een woord van God dat mij aangaat, die een dwaas en spotter geweest ben; die met alle godsdienst en godzaligheid de spot gedreven heb? Is er voor mij een woord van genade, dat ik mag aangrijpen?
Ja, God zegt: "Gij spotters, die voor u de spotternij begeert, en zotten die de wetenschap haat, keert u tot Mijn bestraffing; ziet, Ik zal Mijn Geest ulieden overvloedig uitstorten; Ik zal Mijn woorden u bekend maken." Spr. 1:22,23. Zegt Hij dit? Pleit dan op Zijn Woord en zegt: O Heere, doe gelijk Gij gesproken hebt!
Maar wat zegt God tot iemand, die een besmet, een verhard, en slecht hart heeft, vol van allerlei kwade en helse gruwelen?
Hij zegt: "Ik zal u een nieuw hart geven, en zal een nieuwen geest geven in het binnenste van u; en Ik zal het stenen hart uit uw vlees wegnemen, en zal u een vlesen hart geven. En Ik zal Mijn Geest geven in het binnenste van u; en Ik zal maken, dat gij in Mijn inzettingen zult wandelen." Ezech. 36:26,27. Wat ook uw kwaal is, Hij heeft gezegd: "Ik ben de Heere, uw Heelmeester." Ex. 15:26. Heeft Hij dit gezegd? Pleit dan op Zijn woord en zegt: Heere, doe gelijk Gij gesproken hebt!
Maar zegt God ook iets tot een ongevoelig schepsel, dat het woord wel hoort, maar zo weinig bewogen wordt als de stenen in de muur? Dat geheel dood is en zich niet meer bewegen kan dan een rotssteen, en net zo weinig leven heeft als een lijk?
God zegt, en o, of Hij het krachtig wilde spreken: "Gij Geest, kom aan van de vier winden, en blaas in deze gedoden, opdat zij levend worden! Ziet, Ik zal uw graven openen, en zal ulieden uit uw graven doen opkomen, o Mijn volk! en Ik zal u brengen in het land Israëls. En gij zult weten, dat Ik de HEERE ben, als Ik uw graven zal hebben geopend, en als Ik u uit uw graven zal hebben doen opkomen, o Mijn volk! En Ik zal Mijn Geest in u geven, en gij zult leven." Ezech. 37:9,12-14. Heeft Hij dit gezegd? Pleit dan op Zijn woord en zegt: Heere, doe gelijk Gij gesproken hebt!
Ds. Ralph Erskine uit zijn preek over 2 Samuël 7:25
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5209
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Zeer duidelijke uitspraken van Thomas Boston in een preek over Jesaja 9 vers 5.
Deze preek werd gelezen in een GG.
Deze preek werd gelezen in een GG.
Christus is geschonken aan een zondig mensen geslacht.
Niet slechts aan de uitverkorenen. Maar aan alle zondaren.
Uitverkoren of niet uitverkoren. Aan zondaren uit geslacht van Adam zonder uitzondering.
(…)
De gave wordt in meest uitgebreide bewoordingen beschreven zonder enige beperking voor een zeker soort mensen: Alzo lief had God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft.
(…)
Gevallen engelen worden uitgesloten maar van het geslacht van de gevallen Adam niemand.
(…)
Zoals het manna aan de Israëlieten werd gegeven zo wordt Christus aan zondige mensen gegeven.
Wel nu het manna was voor iedereen, voor die er van hielden en die er niet van hielden.
Zo ook Christus geschonken aan zondaren zonder iemand van hen uit te sluiten.
(…)
Het is daarom niet aanmatigend van een zondaar om Christus aan te nemen. God beveelt zelfs in Zijn Woord dat we Zijn gift aannemen.
(…)
Gemeente u hebt allen toestemming van de Vader om Christus aan te nemen. U hoeft niet bang te zijn dat u Hem op valse gronden toe-eigent. Deze toestemming is met een stem uit de hemel bekend gemaakt. Deze is Mijn geliefde Zoon hoort Hem!
(…)
God de Vader zegt: Ik bied u Mijn Zoon aan, en ik veroorloof u Hem aan te nemen. Neem Hem dan daar ik Hem u aanbied.
(…)
Deze gift is absoluut onvoorwaardelijk! Van ons zondaren worden geen kwaliteiten of voorwaarden verwacht alleen dat we het aanbod aan zullen nemen.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
- SecorDabar
- Berichten: 1545
- Lid geworden op: 14 okt 2011, 16:18
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Beste Johann Gottfried Walther,Johann Gottfried Walther schreef:Zeer duidelijke uitspraken van Thomas Boston in een preek over Jesaja 9 vers 5.
Deze preek werd gelezen in een GG.
Christus is geschonken aan een zondig mensen geslacht.
Niet slechts aan de uitverkorenen. Maar aan alle zondaren.
Uitverkoren of niet uitverkoren. Aan zondaren uit geslacht van Adam zonder uitzondering.
(…)
De gave wordt in meest uitgebreide bewoordingen beschreven zonder enige beperking voor een zeker soort mensen: Alzo lief had God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft.
(…)
Gevallen engelen worden uitgesloten maar van het geslacht van de gevallen Adam niemand.
(…)
Zoals het manna aan de Israëlieten werd gegeven zo wordt Christus aan zondige mensen gegeven.
Wel nu het manna was voor iedereen, voor die er van hielden en die er niet van hielden.
Zo ook Christus geschonken aan zondaren zonder iemand van hen uit te sluiten.
(…)
Het is daarom niet aanmatigend van een zondaar om Christus aan te nemen. God beveelt zelfs in Zijn Woord dat we Zijn gift aannemen.
(…)
Gemeente u hebt allen toestemming van de Vader om Christus aan te nemen. U hoeft niet bang te zijn dat u Hem op valse gronden toe-eigent. Deze toestemming is met een stem uit de hemel bekend gemaakt. Deze is Mijn geliefde Zoon hoort Hem!
(…)
God de Vader zegt: Ik bied u Mijn Zoon aan, en ik veroorloof u Hem aan te nemen. Neem Hem dan daar ik Hem u aanbied.
(…)
Deze gift is absoluut onvoorwaardelijk! Van ons zondaren worden geen kwaliteiten of voorwaarden verwacht alleen dat we het aanbod aan zullen nemen.
Ik begrijp dat u in dit rubrieks-onderwerp over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
deze citaten noemt van Thomas Boston.
Toch heeft Ds. Thomas Boston meer gezegd o.a. door een onderscheiden separerende prediking.
Om de algemene verlichting van de Heilige Geest te onderscheiden van de bijzondere werking van de Heilige Geest.
Secor Dabar = Gedenkt het Woord (Psalm 119:49)
Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5209
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Het algemeen onvoorwaardelijk aanbod van genade hoeft niets af te doen aan separerende prediking.SecorDabar schreef:Beste Johann Gottfried Walther,Johann Gottfried Walther schreef:Zeer duidelijke uitspraken van Thomas Boston in een preek over Jesaja 9 vers 5.
Deze preek werd gelezen in een GG.
Christus is geschonken aan een zondig mensen geslacht.
Niet slechts aan de uitverkorenen. Maar aan alle zondaren.
Uitverkoren of niet uitverkoren. Aan zondaren uit geslacht van Adam zonder uitzondering.
(…)
De gave wordt in meest uitgebreide bewoordingen beschreven zonder enige beperking voor een zeker soort mensen: Alzo lief had God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft.
(…)
Gevallen engelen worden uitgesloten maar van het geslacht van de gevallen Adam niemand.
(…)
Zoals het manna aan de Israëlieten werd gegeven zo wordt Christus aan zondige mensen gegeven.
Wel nu het manna was voor iedereen, voor die er van hielden en die er niet van hielden.
Zo ook Christus geschonken aan zondaren zonder iemand van hen uit te sluiten.
(…)
Het is daarom niet aanmatigend van een zondaar om Christus aan te nemen. God beveelt zelfs in Zijn Woord dat we Zijn gift aannemen.
(…)
Gemeente u hebt allen toestemming van de Vader om Christus aan te nemen. U hoeft niet bang te zijn dat u Hem op valse gronden toe-eigent. Deze toestemming is met een stem uit de hemel bekend gemaakt. Deze is Mijn geliefde Zoon hoort Hem!
(…)
God de Vader zegt: Ik bied u Mijn Zoon aan, en ik veroorloof u Hem aan te nemen. Neem Hem dan daar ik Hem u aanbied.
(…)
Deze gift is absoluut onvoorwaardelijk! Van ons zondaren worden geen kwaliteiten of voorwaarden verwacht alleen dat we het aanbod aan zullen nemen.
Ik begrijp dat u in dit rubrieks-onderwerp over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
deze citaten noemt van Thomas Boston.
Toch heeft Ds. Thomas Boston meer gezegd o.a. door een onderscheiden separerende prediking.
Om de algemene verlichting van de Heilige Geest te onderscheiden van de bijzondere werking van de Heilige Geest.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Precies. Het separeren ziet op het aanwijzen van de toestand van gelovigen en ongelovigen, die in de kerk aanwezig zijn. Het aanbieden van Gods genade in Christus richt zich tot allen, hoewel in het bijzonder de gelovigen wel met aparte beloften getroost mogen worden. In ieder geval heeft het duidelijk maken van een onderscheid tussen ongelovigen en gelovigen niets te maken met een gebrekkig aanbod van genade aan iedereen die het Evangelie hoort.
Dit lijkt me in ieder geval een preek in de oude GG-lijn, maar dat terzijde.
Dit lijkt me in ieder geval een preek in de oude GG-lijn, maar dat terzijde.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
http://theologienet.nl/documenten/Bosto ... geloof.pdfJohann Gottfried Walther schreef:Zeer duidelijke uitspraken van Thomas Boston in een preek over Jesaja 9 vers 5.
Deze preek werd gelezen in een GG.
Christus is geschonken aan een zondig mensen geslacht.
Niet slechts aan de uitverkorenen. Maar aan alle zondaren.
Uitverkoren of niet uitverkoren. Aan zondaren uit geslacht van Adam zonder uitzondering.
(…)
De gave wordt in meest uitgebreide bewoordingen beschreven zonder enige beperking voor een zeker soort mensen: Alzo lief had God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft.
(…)
Gevallen engelen worden uitgesloten maar van het geslacht van de gevallen Adam niemand.
(…)
Zoals het manna aan de Israëlieten werd gegeven zo wordt Christus aan zondige mensen gegeven.
Wel nu het manna was voor iedereen, voor die er van hielden en die er niet van hielden.
Zo ook Christus geschonken aan zondaren zonder iemand van hen uit te sluiten.
(…)
Het is daarom niet aanmatigend van een zondaar om Christus aan te nemen. God beveelt zelfs in Zijn Woord dat we Zijn gift aannemen.
(…)
Gemeente u hebt allen toestemming van de Vader om Christus aan te nemen. U hoeft niet bang te zijn dat u Hem op valse gronden toe-eigent. Deze toestemming is met een stem uit de hemel bekend gemaakt. Deze is Mijn geliefde Zoon hoort Hem!
(…)
God de Vader zegt: Ik bied u Mijn Zoon aan, en ik veroorloof u Hem aan te nemen. Neem Hem dan daar ik Hem u aanbied.
(…)
Deze gift is absoluut onvoorwaardelijk! Van ons zondaren worden geen kwaliteiten of voorwaarden verwacht alleen dat we het aanbod aan zullen nemen.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Inderdaad een wat vervelende manier van eenzijdig citeren.Johann Gottfried Walther schreef:Het algemeen onvoorwaardelijk aanbod van genade hoeft niets af te doen aan separerende prediking.SecorDabar schreef:Beste Johann Gottfried Walther,Johann Gottfried Walther schreef:Zeer duidelijke uitspraken van Thomas Boston in een preek over Jesaja 9 vers 5.
Deze preek werd gelezen in een GG.
Christus is geschonken aan een zondig mensen geslacht.
Niet slechts aan de uitverkorenen. Maar aan alle zondaren.
Uitverkoren of niet uitverkoren. Aan zondaren uit geslacht van Adam zonder uitzondering.
(…)
De gave wordt in meest uitgebreide bewoordingen beschreven zonder enige beperking voor een zeker soort mensen: Alzo lief had God de wereld gehad, dat Hij Zijn enig geboren Zoon gegeven heeft.
(…)
Gevallen engelen worden uitgesloten maar van het geslacht van de gevallen Adam niemand.
(…)
Zoals het manna aan de Israëlieten werd gegeven zo wordt Christus aan zondige mensen gegeven.
Wel nu het manna was voor iedereen, voor die er van hielden en die er niet van hielden.
Zo ook Christus geschonken aan zondaren zonder iemand van hen uit te sluiten.
(…)
Het is daarom niet aanmatigend van een zondaar om Christus aan te nemen. God beveelt zelfs in Zijn Woord dat we Zijn gift aannemen.
(…)
Gemeente u hebt allen toestemming van de Vader om Christus aan te nemen. U hoeft niet bang te zijn dat u Hem op valse gronden toe-eigent. Deze toestemming is met een stem uit de hemel bekend gemaakt. Deze is Mijn geliefde Zoon hoort Hem!
(…)
God de Vader zegt: Ik bied u Mijn Zoon aan, en ik veroorloof u Hem aan te nemen. Neem Hem dan daar ik Hem u aanbied.
(…)
Deze gift is absoluut onvoorwaardelijk! Van ons zondaren worden geen kwaliteiten of voorwaarden verwacht alleen dat we het aanbod aan zullen nemen.
Ik begrijp dat u in dit rubrieks-onderwerp over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
deze citaten noemt van Thomas Boston.
Toch heeft Ds. Thomas Boston meer gezegd o.a. door een onderscheiden separerende prediking.
Om de algemene verlichting van de Heilige Geest te onderscheiden van de bijzondere werking van de Heilige Geest.
- Johann Gottfried Walther
- Berichten: 5209
- Lid geworden op: 05 feb 2008, 15:49
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Kan je vinden Anker, maar de omgeving van de citaten doet niets af aan wat Boston zegt.
Dat kun je nalezen in de preek.
De onvoorwaardelijkheid van het aanbod, het aanbod van Christus dat aan alleen gedaan wordt. ect.
Dat kun je nalezen in de preek.
De onvoorwaardelijkheid van het aanbod, het aanbod van Christus dat aan alleen gedaan wordt. ect.
"Zie, de Heere is gekomen met Zijn vele duizenden heiligen, om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege alle harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben"
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
@Anker:
Nee, jij maakt een tegenstelling die er niet is. Er is niets eenzijdig aan deze citaten. Boston spreekt zichzelf in deze preek toch niet tegen?
Het punt is dat kennelijk zowel als het gaat om separerende prediking (hoe meer hoe rechtser) en aanbod van genade (hoe minder hoe rechtser) een soort sociologische maatstaven worden gehanteerd die aangeven hoe recht(s)zinnig iemand is. Maar daarmee worden oneerlijke tegenstellingen gecreerd en worden zaken tegen elkaar uitgespeeld die in de Heilige Schrift bijeen horen.
Nee, jij maakt een tegenstelling die er niet is. Er is niets eenzijdig aan deze citaten. Boston spreekt zichzelf in deze preek toch niet tegen?
Het punt is dat kennelijk zowel als het gaat om separerende prediking (hoe meer hoe rechtser) en aanbod van genade (hoe minder hoe rechtser) een soort sociologische maatstaven worden gehanteerd die aangeven hoe recht(s)zinnig iemand is. Maar daarmee worden oneerlijke tegenstellingen gecreerd en worden zaken tegen elkaar uitgespeeld die in de Heilige Schrift bijeen horen.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Nee hoor, je hebt misschien best gelijk. Ik hou ook van een ruim aanbod. Alleen dat citeren maakt me soms wat moe. Christus aan allen aangeboden (voorgesteld), aan de uitverkorenen geschonken. Zo zegt Boston het, en dat is Bijbels.DDD schreef:@Anker:
Nee, jij maakt een tegenstelling die er niet is. Er is niets eenzijdig aan deze citaten. Boston spreekt zichzelf in deze preek toch niet tegen?
Het punt is dat kennelijk zowel als het gaat om separerende prediking (hoe meer hoe rechtser) en aanbod van genade (hoe minder hoe rechtser) een soort sociologische maatstaven worden gehanteerd die aangeven hoe recht(s)zinnig iemand is. Maar daarmee worden oneerlijke tegenstellingen gecreerd en worden zaken tegen elkaar uitgespeeld die in de Heilige Schrift bijeen horen.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Nou, dan had ik juist geen gelijk, maar dan zijn we het toch eens.
Re: Oudvaders over het onvoorwaardelijk aanbod van genade
Er is nogal wat verwarring over het (welgemeend, onvoorwaardelijk)
aanbod van genade.
De Heere houdt ons in de prediking de genade voor. De hoorders zijn
verantwoordelijk, en Gods knechten moeten zich vrijmaken van het bloed
van de hoorders.
De eis van bekering ligt op ons. Als de eeuwigheid op de ziel drukt en de
prediker ziet die zielen die op reis zijn naar die grote nimmereindigende
eeuwigheid kan het toch niet anders dat een prediker wel eens met innerlijke
beweging bewogen wordt, en hij aandringt als een herder achter de kudde
betaamd. Och of ze allen profeten waren.
En zovelen als er van eeuwigheid verordineerd zijn zullen ook metterdaad
geloven als het Gods tijd is. Maar het moet met zo'n ernstige klem gebracht
worden zodat geen mens meer enig voorwendsel heeft, en dat we het zullen
weten dat wij met de ganse wereld verdoemelijk voor God liggen.
Als we dat gaan voelen werkt dat geen lijdelijkheid. Van nature voelen we die
ernst niet, en we kunnen wel eens aangeraakt worden, overuigd, en tot
tranen bewogen.... Is het dan goed? Nee toch?
God is niet te bewegen door onze tranen, of iets van ons. Maar degene die
werkelijk de rust wordt opgezegd zal ook niet kunnen rusten aleer hij de vrede
met God vindt.
Dat is voor de mens een onmogelijkheid. Want je leert toch dat je schuldig
staat aan de wetten van de Allerhoogste Wetgever, en dat je schuld niet anders
dan met de hoogste dat is met de eeuwige straf gestraft moet worden.
Daar leert een volk onder vallen. Die willen niet met krenking van Gods deugden
zalig worden. Maar door een weg van Recht, want ze zouden niet in de hemel
kunnen en willen verkeren, als er ook maar iets van Gods heilige Deugden en
Recht gekrenkt zou worden.
Zo is toch de bevinding van allen? Want hoe zal de ernst en de klem in de
prediking echt doorklinken als de leraar zelf niet Gods Recht is toegevallen?
Als hij zelf geen weet heeft van: Onze God is een verterend vuur? Het is meestal
wel te horen of dat de beleving van de prediker is.
aanbod van genade.
De Heere houdt ons in de prediking de genade voor. De hoorders zijn
verantwoordelijk, en Gods knechten moeten zich vrijmaken van het bloed
van de hoorders.
De eis van bekering ligt op ons. Als de eeuwigheid op de ziel drukt en de
prediker ziet die zielen die op reis zijn naar die grote nimmereindigende
eeuwigheid kan het toch niet anders dat een prediker wel eens met innerlijke
beweging bewogen wordt, en hij aandringt als een herder achter de kudde
betaamd. Och of ze allen profeten waren.
En zovelen als er van eeuwigheid verordineerd zijn zullen ook metterdaad
geloven als het Gods tijd is. Maar het moet met zo'n ernstige klem gebracht
worden zodat geen mens meer enig voorwendsel heeft, en dat we het zullen
weten dat wij met de ganse wereld verdoemelijk voor God liggen.
Als we dat gaan voelen werkt dat geen lijdelijkheid. Van nature voelen we die
ernst niet, en we kunnen wel eens aangeraakt worden, overuigd, en tot
tranen bewogen.... Is het dan goed? Nee toch?
God is niet te bewegen door onze tranen, of iets van ons. Maar degene die
werkelijk de rust wordt opgezegd zal ook niet kunnen rusten aleer hij de vrede
met God vindt.
Dat is voor de mens een onmogelijkheid. Want je leert toch dat je schuldig
staat aan de wetten van de Allerhoogste Wetgever, en dat je schuld niet anders
dan met de hoogste dat is met de eeuwige straf gestraft moet worden.
Daar leert een volk onder vallen. Die willen niet met krenking van Gods deugden
zalig worden. Maar door een weg van Recht, want ze zouden niet in de hemel
kunnen en willen verkeren, als er ook maar iets van Gods heilige Deugden en
Recht gekrenkt zou worden.
Zo is toch de bevinding van allen? Want hoe zal de ernst en de klem in de
prediking echt doorklinken als de leraar zelf niet Gods Recht is toegevallen?
Als hij zelf geen weet heeft van: Onze God is een verterend vuur? Het is meestal
wel te horen of dat de beleving van de prediker is.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«