Ds. J.Schotel (CGK) en de valse lijdelijkheid

Plaats reactie
Gebruikersavatar
SecorDabar
Berichten: 1545
Lid geworden op: 14 okt 2011, 16:18

Ds. J.Schotel (CGK) en de valse lijdelijkheid

Bericht door SecorDabar »

Beste Forumleden,
In deze tweede aflevering hopen we stil te staan, over wat de Christelijke Gereformeerde Ds. J.Schotel (1850-1914) in zijn leerreden schreef over de valse lijdelijkheid. Meer informatie over deze predikant is te vinden in de eerste aflevering in deze rubriek, en over zijn reactie omtrent de “veronderstelde wedergeboorte”. Dit eerste onderwerp was meer gericht op wat zich buiten de Christelijk Gereformeerde Kerk afspeelde. Terwijl dit onderwerp meer gericht is binnen eigen kring. We weten het niet, maar het vermoeden bestaat dat Ds. Schotel hier mee te maken heeft gehad. Ik denk dat het onderwerp over de valse lijdelijkheid nog steeds actueel is voor ons. We hoeven dan niet alleen naar anderen te kijken, maar ook naar onszelf.
Hierbij een bloemlezing uit de leerreden van Ds. J. Schotel:

1e Leerrede naar aanleiding van Hebreën 11:6 Eén ding is nodig:
Ik wil geen dode orthodoxie voeden, waarvan een groot deel van dat volk héél rechtzinnig zegt:
“ja, wij moeten tot God komen, en Hem zoeken, doch ik ben daartoe onbekwaam;
Hij moet eerst tot mij komen, zal ik tot Hem kunnen komen, want ik ben onbekeerd”.
Dit wordt vaak zonder aandoening, zo koud gelijk marmer, gezegd, terwijl er de minste begeerte niet openbaar wordt, dat men mocht bekeerd worden! Ach, dat die rechtzinnige kerkmensen een oog kregen in de eis, dien God op hen behoudt, wanneer Hij hun toeroept: Zoekt den Heere, terwijl Hij te vinden is, en roept Hem aan terwijl Hij nabij is”. Mocht Gods bevel hen tot bidden aanzetten!
Gij zegt mogelijk: maar die verzoening die Christus teweeg bracht, is toch niet algemeen? O nee, zij geldt slechts de uitverkorenen; doch… wijst mij deze onder de nog onbekeerden eens aan?
Wie weet zulks? God laat zondaars tot Zijn gemeenschap roepen, en dus ook u!
God roept u, en deze roeping vloeit niet uit de wet, maar uit het Evangelie!
Haar klank verneemt gij niet op het terrein van het oude werkverbond, maar het geklank van deze Evangelische roeping wordt gehoord op het terrein van het genadeverbond.

2e Leerrede naar aanleiding van Handelingen 16:30b Een ernstige levensvraag:
Van de heiligmaking wordt gezegd, dat wij zonder haar den Heere niet zullen zien.
Dus is het noodzakelijk, dat de heiligmaking geoefend wordt tot zaligheid.
Wij weten wel, dat er altijd een geslacht in de wereld is geweest en nog is, dat met deze leer de spot drijft. Het is dat soort van mensen, die schijnbaar zeer rechtzinnig, de roem van het zalig worden uitsluitend aan Gods genade door de verdienste van Christus, geheel buiten en zonder de mens toekennen. Het schijnt zeer schoon en het is geen wonder, dat menig eenvoudig mens door hen verleid en in een valstrik gebracht wordt; doch als wat duidelijker verstaan wordt wat zij bedoelen met deze “rechtzinnige” taal, dan is het geheel met Gods Woord in strijd, namelijk dat de gelovigen geheel lijdelijk,werkloos zijn en blijven, terwijl zij alles in Christus bezitten. Zij spreken: Christus is ons geloof, ons leven, onze heiligmaking. Wij zijn dode schepselen, doch Hij is ons leven; wij zijn schuldigen, doch Hij is onze gerechtigheid; wij zijn melaatsen, doch Hij is onze heiligmaking.
En zodoende hindert hen een lijdelijk, werkloos leven in genen dele tot zaligheid, zelfs niet een voortdurend leven in de zonden, al is het ook tot aan hun dood.
“Wat zal mij dat vragen baten? Ik ben en blijf onbekeerd! “
En dat wordt zo maar klakkeloos uitgedrukt, zonder bezwaar!
En zo blijft men in zijn rampzalige staat voortleven totdat de dood komt.
Ziedaar de verderfelijke leer des antinomianen en van alle lijdelijke predikers!
Alleen zij gezegd, dat de uitverkorenen vóór hun bekering geheel dood zijn op geestelijke gebied, dat zij geheel lijdelijk zijn, als God hen van dood levend maakt. God alleen doet dit aan hen; doch dan blijven zij niet dood, noch lijdelijk, maar de Heere herschept hen door deze daad tot nieuwe schepselen.
Waar nu het leven aanwezig is, daar houdt de lijdelijkheid op, daar wordt zo iemand werkzaam.
Echter moet hij met zijn eigen doen, naar eigen inzichten en naar eigen oogmerken, geheel overhoop geworpen worden. Hij moet eerst het doen uit het doen verliezen, en is dit bij hem nog zo niet, dan bedoelt hij met zijn doen alleen zichzelf. En dit behaagt de Heere niet! De mens moet zijn doen in het geheel niet kunnen zien. Dit is de fout van vele Christenen: zij kunnen hun heiligmaking somtijds al met genoegen bezien en dan gaat het zo vrij wel naar hun wens. Een Christen, die met zijn hart nabij de Heere verkeren mag, ziet weinig schijnsel van zijn heiligmaking (Romeinen 7), doch als de Heere verre van hem is en hij bemerkt dit niet, dan is hij heel wat groter! En dit laatste is voor hem zeer gevaarlijk. “Zijt niet hooggevoelende, maar vreest”, roept Paulus dezulken toe.

4e Leerrede naar aanleiding van Jakobus 1:18 Gods vrije gunst jegens Zijn volk:
Nu is het de wel aangename tijd, nu is het de dag der zaligheid!
“Het is zo”zegt een rechtzinnig mens, “doch God moet de mens wederbaren;
dit kan hij zichzelven niet doen!” Gij hebt volkomen gelijk.
Zeker, de mens wordt door Gods Geest bearbeid.
Maar wat bedoelt ge met die tegenwerping?
Ach, werp niet langer de schuld op de Heere, alsof Hij de oorzaak van uw onbekeerlijkheid zou zijn, omdat Hij u niet wederbaart. Nee, zij moet bij u gezocht worden! Gij hebt de zonden lief en wilt er niet mede breken.
God kan de wedergeboorte middellijk tot stand brengen.
Jakobus zegt: Hij heeft gebaard door het Woord der waarheid”.
Met dat Woord gaat de Heere de dode zondaar gedurig voorbij, wanneer het gepredikt, gelezen of besproken wordt. En niet zelden doet Hij daarmede wonderen. Nu ligt het op uw weg, om van die prediking en het onderzoek getrouw gebruik te maken. En zulks raad ik u met alle ernst aan en wekt u op, om vooral onder de ontdekkende prediking naarstig te komen.
Dit middel wil God tot baring gebruiken.
Secor Dabar = Gedenkt het Woord (Psalm 119:49)


Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
-DIA-
Berichten: 33950
Lid geworden op: 03 okt 2008, 00:10

Re: Ds. J.Schotel (CGK) en de valse lijdelijkheid

Bericht door -DIA- »

Ds. J.. Schotel:
"Echter moet hij met zijn eigen doen, naar eigen inzichten en naar eigen oogmerken, geheel overhoop geworpen worden. Hij moet eerst het doen uit het doen verliezen, en is dit bij hem nog zo niet, dan bedoelt hij met zijn doen alleen zichzelf. En dit behaagt de Heere niet! De mens moet zijn doen in het geheel niet kunnen zien. Dit is de fout van vele Christenen: zij kunnen hun heiligmaking somtijds al met genoegen bezien en dan gaat het zo vrij wel naar hun wens. Een Christen, die met zijn hart nabij de Heere verkeren mag, ziet weinig schijnsel van zijn heiligmaking (Romeinen 7), doch als de Heere verre van hem is en hij bemerkt dit niet, dan is hij heel wat groter! En dit laatste is voor hem zeer gevaarlijk. “Zijt niet hooggevoelende, maar vreest”, roept Paulus dezulken toe."


Wat zullen we zeggen? Dit is wel een beschamend en ook onderwijzend stuk praktijk. Er zijn twee valkuilen, als je de haat van de wereld of de godsdienst ondergaat, als je gesmaad wordt om Christus' wil: Men kan gaan denken: Oh, dat ken ik ook iets van: Gods volk woord gesmaad en gelasterd. En... dan daarop een grond gaan bouwen. Dit is een zeer gevaarlijke
en verkeerde conclusie.
De andere valkuil is: Als het in je vlees valt, en Gods iets ongerijmds gaat toeschrijven, alsof Hij niet de soevereine is, die met het Zijne mag doen wat Hem behaagd. Ook al brult dit tegen ons vlees in. Dan Gode te zwijgen, en te weten een reine consciëntie te hebben. Dat kan alleen uit genade. Hoe donker ooit Gods weg moge wezen. Gods weg is in het heiligdom. Dan kunnen tegenheden wel eens stof tot danken geven: Ik dank U, Heere, dat Gij toornig op mij geweest zijt. enz. En niet omdat ik danken kan, maar omdat God Zelf een dankoffer ontsteekt.
We kunnen beter zaken achteraf bezien als vooruit te kunnen kijken. Wij zijn van gisteren en weten niet met al. Dat hooggevoelende: Dat brengt wel eens schrik aan, als je bemerkt wat we zijn geworden. Eerrovers van God. En dan een kenmerk om te overdenken voor mij en iedereen: Doet het mij smart, dat ik tegen een goeddoend God zondig? Dat ik niet anders kan dan zondigen en schuld met schuld vermeerderen.
Dat de Heere ons op de plaats mocht brengen, waar een mens van nature nooi zal kunnen en willen komen: Uw wil geschiedde, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Nu weet ik niet of ik het zal posten, wat ik weet ook niet welke reacties het oproept. Soms denk ik dat het beter is niet te veel te zeggen. Eén ding voor vragenstellers die mij wel eens vroegen wat ik met 'de ouden' bedoelde: Dit is de taal van de ouden, en de bevinding van de ouden. Men zal het dacht ik wel merken, dat het stof tot een nauw onderzoek geeft.
Ik hoop van ganser harte dat de Naam des Heeren er niet door onteerd wordt, maar veel meer geprezen. Dat het ons allen mocht brengen tot een nauw zelfonderzoek. En dan zou ik zeggen tot mezelf en iedereen: Zijt niet hooggevoelende maar vreest, want buiten Christus is God een verterend vuur, en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan.
© -DIA- 33.950 || ©Dianthus »since 03.10.2008«
Gebruikersavatar
SecorDabar
Berichten: 1545
Lid geworden op: 14 okt 2011, 16:18

Re: Ds. J.Schotel (CGK) en de valse lijdelijkheid

Bericht door SecorDabar »

-DIA- schreef:Ds. J.. Schotel:
"Echter moet hij met zijn eigen doen, naar eigen inzichten en naar eigen oogmerken, geheel overhoop geworpen worden. Hij moet eerst het doen uit het doen verliezen, en is dit bij hem nog zo niet, dan bedoelt hij met zijn doen alleen zichzelf. En dit behaagt de Heere niet! De mens moet zijn doen in het geheel niet kunnen zien. Dit is de fout van vele Christenen: zij kunnen hun heiligmaking somtijds al met genoegen bezien en dan gaat het zo vrij wel naar hun wens. Een Christen, die met zijn hart nabij de Heere verkeren mag, ziet weinig schijnsel van zijn heiligmaking (Romeinen 7), doch als de Heere verre van hem is en hij bemerkt dit niet, dan is hij heel wat groter! En dit laatste is voor hem zeer gevaarlijk. “Zijt niet hooggevoelende, maar vreest”, roept Paulus dezulken toe."


Wat zullen we zeggen? Dit is wel een beschamend en ook onderwijzend stuk praktijk. Er zijn twee valkuilen, als je de haat van de wereld of de godsdienst ondergaat, als je gesmaad wordt om Christus' wil: Men kan gaan denken: Oh, dat ken ik ook iets van: Gods volk woord gesmaad en gelasterd. En... dan daarop een grond gaan bouwen. Dit is een zeer gevaarlijke
en verkeerde conclusie.
De andere valkuil is: Als het in je vlees valt, en Gods iets ongerijmds gaat toeschrijven, alsof Hij niet de soevereine is, die met het Zijne mag doen wat Hem behaagd. Ook al brult dit tegen ons vlees in. Dan Gode te zwijgen, en te weten een reine consciëntie te hebben. Dat kan alleen uit genade. Hoe donker ooit Gods weg moge wezen. Gods weg is in het heiligdom. Dan kunnen tegenheden wel eens stof tot danken geven: Ik dank U, Heere, dat Gij toornig op mij geweest zijt. enz. En niet omdat ik danken kan, maar omdat God Zelf een dankoffer ontsteekt.
We kunnen beter zaken achteraf bezien als vooruit te kunnen kijken. Wij zijn van gisteren en weten niet met al. Dat hooggevoelende: Dat brengt wel eens schrik aan, als je bemerkt wat we zijn geworden. Eerrovers van God. En dan een kenmerk om te overdenken voor mij en iedereen: Doet het mij smart, dat ik tegen een goeddoend God zondig? Dat ik niet anders kan dan zondigen en schuld met schuld vermeerderen.
Dat de Heere ons op de plaats mocht brengen, waar een mens van nature nooi zal kunnen en willen komen: Uw wil geschiedde, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Nu weet ik niet of ik het zal posten, wat ik weet ook niet welke reacties het oproept. Soms denk ik dat het beter is niet te veel te zeggen. Eén ding voor vragenstellers die mij wel eens vroegen wat ik met 'de ouden' bedoelde: Dit is de taal van de ouden, en de bevinding van de ouden. Men zal het dacht ik wel merken, dat het stof tot een nauw onderzoek geeft.
Ik hoop van ganser harte dat de Naam des Heeren er niet door onteerd wordt, maar veel meer geprezen. Dat het ons allen mocht brengen tot een nauw zelfonderzoek. En dan zou ik zeggen tot mezelf en iedereen: Zijt niet hooggevoelende maar vreest, want buiten Christus is God een verterend vuur, en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan.

Beste DIA,
Mijn reactie: Helder en oprecht verwoord.
God is de Soevereine, en blijft Soeverein.
Romeinen 9:21 Of heeft de pottenbakker geen macht over het leem, om uit denzelfden klomp te maken, het ene vat ter ere, en het andere ter onere?

Ja, en dan zoals u schreef: Dan Gode te zwijgen,
en te weten een reine consciëntie te hebben.
Dat kan alleen uit genade. Hoe donker ooit Gods weg moge wezen.
Gods weg is in het heiligdom.

Dat zou ons een dringende aansporing moeten zijn,
om Zijn heiligdom met smeking als een waterstroom Hem aan te lopen.
Om met Esther 4:16 te betuigen: Wanneer ik dan omkome, zo kom ik om.
En met zulke "omkomers" wil de Heere nog van doen hebben.
Voor zulke troostelozen is er dan die enige Troost, hen van Israéls God gegeven:
Want Christus is gekomen om te zoeken en te vinden wat verloren was.
Secor Dabar = Gedenkt het Woord (Psalm 119:49)


Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
Marco
Berichten: 3742
Lid geworden op: 31 jul 2007, 13:55
Locatie: Waddinxveen

Re: Ds. J.Schotel (CGK) en de valse lijdelijkheid

Bericht door Marco »

-DIA- schreef:Ds. J.. Schotel:
"Echter moet hij met zijn eigen doen, naar eigen inzichten en naar eigen oogmerken, geheel overhoop geworpen worden. Hij moet eerst het doen uit het doen verliezen, en is dit bij hem nog zo niet, dan bedoelt hij met zijn doen alleen zichzelf. En dit behaagt de Heere niet! De mens moet zijn doen in het geheel niet kunnen zien. Dit is de fout van vele Christenen: zij kunnen hun heiligmaking somtijds al met genoegen bezien en dan gaat het zo vrij wel naar hun wens. Een Christen, die met zijn hart nabij de Heere verkeren mag, ziet weinig schijnsel van zijn heiligmaking (Romeinen 7), doch als de Heere verre van hem is en hij bemerkt dit niet, dan is hij heel wat groter! En dit laatste is voor hem zeer gevaarlijk. “Zijt niet hooggevoelende, maar vreest”, roept Paulus dezulken toe."


Wat zullen we zeggen? Dit is wel een beschamend en ook onderwijzend stuk praktijk. Er zijn twee valkuilen, als je de haat van de wereld of de godsdienst ondergaat, als je gesmaad wordt om Christus' wil: Men kan gaan denken: Oh, dat ken ik ook iets van: Gods volk woord gesmaad en gelasterd. En... dan daarop een grond gaan bouwen. Dit is een zeer gevaarlijke
en verkeerde conclusie.
De andere valkuil is: Als het in je vlees valt, en Gods iets ongerijmds gaat toeschrijven, alsof Hij niet de soevereine is, die met het Zijne mag doen wat Hem behaagd. Ook al brult dit tegen ons vlees in. Dan Gode te zwijgen, en te weten een reine consciëntie te hebben. Dat kan alleen uit genade. Hoe donker ooit Gods weg moge wezen. Gods weg is in het heiligdom. Dan kunnen tegenheden wel eens stof tot danken geven: Ik dank U, Heere, dat Gij toornig op mij geweest zijt. enz. En niet omdat ik danken kan, maar omdat God Zelf een dankoffer ontsteekt.
We kunnen beter zaken achteraf bezien als vooruit te kunnen kijken. Wij zijn van gisteren en weten niet met al. Dat hooggevoelende: Dat brengt wel eens schrik aan, als je bemerkt wat we zijn geworden. Eerrovers van God. En dan een kenmerk om te overdenken voor mij en iedereen: Doet het mij smart, dat ik tegen een goeddoend God zondig? Dat ik niet anders kan dan zondigen en schuld met schuld vermeerderen.
Dat de Heere ons op de plaats mocht brengen, waar een mens van nature nooi zal kunnen en willen komen: Uw wil geschiedde, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Nu weet ik niet of ik het zal posten, wat ik weet ook niet welke reacties het oproept. Soms denk ik dat het beter is niet te veel te zeggen. Eén ding voor vragenstellers die mij wel eens vroegen wat ik met 'de ouden' bedoelde: Dit is de taal van de ouden, en de bevinding van de ouden. Men zal het dacht ik wel merken, dat het stof tot een nauw onderzoek geeft.
Ik hoop van ganser harte dat de Naam des Heeren er niet door onteerd wordt, maar veel meer geprezen. Dat het ons allen mocht brengen tot een nauw zelfonderzoek. En dan zou ik zeggen tot mezelf en iedereen: Zijt niet hooggevoelende maar vreest, want buiten Christus is God een verterend vuur, en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan.
Een helder stuk, ook het aangehaalde gedeelte. Wel jammer dat je alleen dit stukje eruit gepakt hebt. Want het is een bijstelling bij een groter geheel. Juist door het één te zeggen en het ander óók vond ik het een mooi stuk (mis alleen punt 3?).
Gebruikersavatar
SecorDabar
Berichten: 1545
Lid geworden op: 14 okt 2011, 16:18

Re: Ds. J.Schotel (CGK) en de valse lijdelijkheid

Bericht door SecorDabar »

Marco schreef:
-DIA- schreef:Ds. J.. Schotel:
"Echter moet hij met zijn eigen doen, naar eigen inzichten en naar eigen oogmerken, geheel overhoop geworpen worden. Hij moet eerst het doen uit het doen verliezen, en is dit bij hem nog zo niet, dan bedoelt hij met zijn doen alleen zichzelf. En dit behaagt de Heere niet! De mens moet zijn doen in het geheel niet kunnen zien. Dit is de fout van vele Christenen: zij kunnen hun heiligmaking somtijds al met genoegen bezien en dan gaat het zo vrij wel naar hun wens. Een Christen, die met zijn hart nabij de Heere verkeren mag, ziet weinig schijnsel van zijn heiligmaking (Romeinen 7), doch als de Heere verre van hem is en hij bemerkt dit niet, dan is hij heel wat groter! En dit laatste is voor hem zeer gevaarlijk. “Zijt niet hooggevoelende, maar vreest”, roept Paulus dezulken toe."


Wat zullen we zeggen? Dit is wel een beschamend en ook onderwijzend stuk praktijk. Er zijn twee valkuilen, als je de haat van de wereld of de godsdienst ondergaat, als je gesmaad wordt om Christus' wil: Men kan gaan denken: Oh, dat ken ik ook iets van: Gods volk woord gesmaad en gelasterd. En... dan daarop een grond gaan bouwen. Dit is een zeer gevaarlijke
en verkeerde conclusie.
De andere valkuil is: Als het in je vlees valt, en Gods iets ongerijmds gaat toeschrijven, alsof Hij niet de soevereine is, die met het Zijne mag doen wat Hem behaagd. Ook al brult dit tegen ons vlees in. Dan Gode te zwijgen, en te weten een reine consciëntie te hebben. Dat kan alleen uit genade. Hoe donker ooit Gods weg moge wezen. Gods weg is in het heiligdom. Dan kunnen tegenheden wel eens stof tot danken geven: Ik dank U, Heere, dat Gij toornig op mij geweest zijt. enz. En niet omdat ik danken kan, maar omdat God Zelf een dankoffer ontsteekt.
We kunnen beter zaken achteraf bezien als vooruit te kunnen kijken. Wij zijn van gisteren en weten niet met al. Dat hooggevoelende: Dat brengt wel eens schrik aan, als je bemerkt wat we zijn geworden. Eerrovers van God. En dan een kenmerk om te overdenken voor mij en iedereen: Doet het mij smart, dat ik tegen een goeddoend God zondig? Dat ik niet anders kan dan zondigen en schuld met schuld vermeerderen.
Dat de Heere ons op de plaats mocht brengen, waar een mens van nature nooi zal kunnen en willen komen: Uw wil geschiedde, gelijk in de hemel alzo ook op de aarde. Nu weet ik niet of ik het zal posten, wat ik weet ook niet welke reacties het oproept. Soms denk ik dat het beter is niet te veel te zeggen. Eén ding voor vragenstellers die mij wel eens vroegen wat ik met 'de ouden' bedoelde: Dit is de taal van de ouden, en de bevinding van de ouden. Men zal het dacht ik wel merken, dat het stof tot een nauw onderzoek geeft.
Ik hoop van ganser harte dat de Naam des Heeren er niet door onteerd wordt, maar veel meer geprezen. Dat het ons allen mocht brengen tot een nauw zelfonderzoek. En dan zou ik zeggen tot mezelf en iedereen: Zijt niet hooggevoelende maar vreest, want buiten Christus is God een verterend vuur, en een eeuwige gloed bij Wie niemand wonen kan.
Een helder stuk, ook het aangehaalde gedeelte. Wel jammer dat je alleen dit stukje eruit gepakt hebt. Want het is een bijstelling bij een groter geheel. Juist door het één te zeggen en het ander óók vond ik het een mooi stuk (mis alleen punt 3?).
Dat punt 3 gemist wordt klopt.
Want het prekenboek heeft in totaal 6 leerredenen, en in 1e, 2e en 4e leerrede
was iets te vinden over valse lijdelijkheid.
Secor Dabar = Gedenkt het Woord (Psalm 119:49)


Al kunnen wij niets doen zonder de Geest,
toch zal de Geest niets doen zonder het Woord.
(Ds. Ebenezer Erskine)
Plaats reactie