Erasmiaan schreef:Ds. Kort bedoelt dat bevindelijk terwijl de kanttekeningen erop wijzen dat dit de wedergeboorte in ruimere zin betreft. Hoe je hieruit een bewijs tegen de Bijbelse leer kunt destilleren ontgaat me volledig.Deze paginas bewijzen juist de embryotheologie niet, integendeel. Ik haal nog één voorbeeld aan: op blz. 806 wordt Kol. 2:12 aangehaald: Zijnde met Hem begraven in den doop, in welken gij ook met Hem opgewekt zijt door het geloof der werking Gods, Die Hem uit de doden opgewekt heeft.
Dus: Eerst sterven en dan leven, zoals ds. Kort ons ook leert.
Welke is de wedergeboorte in ruimere zin (zondag 33; afsterving van de oude mens en opstanding van de nieuwe mens). Hier ligt echt geen argument in tegen datgene wat ds. Kort bestrijdt.Let ook op de verwijzing naar Romeinen 6 hetwelk ds. Kort in zijn boek ook uitgebreid heeft aangehaald (met de kanttekeningen).
Ik citeer blz. 29 van ds. Kort: Er is hier geen sprake van een wedergeboorte buiten (de kennis van, Edmund) Christus. Dus de wedergeboorte bestaat niet in wat overtuigingen, droefheid en bekommeringen of ander soort gevoelswerk. Ook de algemene werkingen van de Heilige Geest kunnen hier niet voor gerekend worden, maar het is een deel hebben aan Jezus door het geloof in de Naam des Zoons van God.
(..) We zijn pas zalig als we Christus door het geloof zijn ingelijfd. Dit geschiedt dadelijk als we geloven. Niet bij trappen, maar tegelijk. Niet onbewust, maar wezenlijk en werkelijk behoudt het geloof ons. Het heeft oog op het Voorwerp Christus. We weten in Wie we geloven of anders is er geen sprake van een waar en zaligmakend geloof. En door het geloof in de Zoon van God gaan we over van de dood in het leven. Het is een geestelijke opstanding uit de dood der zonden en misdaden.
De embryotheologen scheiden de wedergeboorte van de van de vergeving der zonden en leren een soort embryoleven. All rechtzinnige verklaarders brachten de leer van de wedergeboorte in direct verband met de leer van de Heilige Doop. In de Bijbel is de wedergeboorte altijd onlosmakelijk verbonden aan de vergeving der zonden.
In Romeinen 6 ligt wel het argument wat ds. Kort bestrijdt! Sterven met Christus en opstaan en met Christus (vergeving van zonden/toerekening van Zijne Gerechtigheid), en door Hem leven (Heiligmaking).
De mens in Christus Rechtvaardigmaking
Christus in de mens Heiligmaking
In de embryokerken kent men een wedergeboorte in engere zin en ruimen zin. Men bedoelt in engere zin de levendmaking (zonder een bewuste geloofsvereniging met Christus), rechtvaardigmaking van een dode zondaar uit genade en in ruimere zin is die wedergeboorte de heiligmaking.
In de engere zin zijn het allemaal veronderstellingen: verondersteld levend, verondersteld ingeplant geloof, verondersteld gerechtvaardigd etc. Dit is menselijk denken, redeneren en filosoferen. Het schept (vermeende) hoop; men wordt er wat mee.
De hervormers zetten het geloof in Christus centraal, waar de embryotheologie de wedergeboorte noemen als beginsel van het geestelijk leven. Het geloof kent een Voorwerp, Christus, anders is het geen (waar) geloof, maar een vermeend en verondersteld geloof.