vreemd dat sommige posters het inlegkunde vinden dat er kleine kinderen in deze huizen waren maar wel in deze teksten lezen dat alle ingezetenen van dat huis tegelijk tot waarachtig geloof zijn gekomen.Grace schreef:Dit las ik bij wijlen br. Jaap Fijnvandraat als het gaat om het benoemen/verklaren van alle teksten aangaande het huisgezien in de NT context:Zonderling schreef:Als er staat dat zij gedoopt werd EN HAAR HUIS, dan betekent dit huis het huisgezin.Simon schreef:Hoe kom je erbij? dat Lydia een huisgezin had...
Ik zeg niet dat daar per se in dit specifieke geval jonge kinderen bij waren, maar ik zeg wel dat je niet kunt beweren op grond van deze tekst dat er géén kinderen bij waren. Veelal bevat een huisgezin ook jonge kinderen..
Paulus zegt dit tot de gevangenbewaarder zelf ('gij' enkelvoud!!), niet tot alle dopelingen in deze geschiedenis.Ook een paar verzen (31)eerder staat dat de dopelingen eerst werd vermaand hun vertrouwen op den Heere Jezus te stellen, en gij zult behouden worden, gij en uw huis
Zeker geldt de eis van het geloof ook voor de andere (volwassen) dopelingen, maar op voorhand wordt het 'huis' reeds volledig ingesloten in wat Paulus zegt tot alléén de gevangenbewaarder.
Dat door de gelovige ouders de jonge kinderen geheiligd worden, is geheel waar!Babies zouden dan daarbij inbegrepen zijn, zonder doop, want door gelovige ouders worden die babies geheiligd!
(1kor7:14)
Maar daarmee zijn ze niet uitgesloten van de Doop, integendeel!
J. Fijnvandraat schreef:
Gij en uw huis
Maar hoe zit het dan met de doop van huisgezinnen? Werden daar dan niet
allen gedoopt, ongeacht of nu wel allen bekeerd waren? Laten we het eens
nagaan. Het eerste geval is dat van het huis van Cornelius. We lezen daarvan:
a. dat God Cornelius opdraagt Simon Petrus te ontbieden, die 'woorden tot u zal spreken, waardoor gij behouden zult worden, gij en uw hele huis' (Hand. 11: 14);
b. dat allen aanwezig waren om te horen wat God Petrus bevolen had (Hand.10: 33);
c. dat Petrus in zijn prediking duidelijk de voorwaarde van geloof stelt, wil men vergeving van zonden ontvangen (vs. 43);
d. dat de Heilige Geest viel op allen die het woord hoorden (vs. 44);
e. dat zij, die de Heilige Geest ontvangen hadden, gedoopt werden (vs. 47). Van een doop van onbekeerden is dus geen sprake!
Het tweede geval van een doop van een huisgezin is dat van Lydia. Van man en kinderen lezen we daarbij niets, zodat het zeer de vraag is of er in dit geval van een huisgezin gesproken kan worden. Met 'huis' worden namelijk niet alleen de kinderen aangeduid, maar ook allen die in het huis verkeren: personeel, slaven enz. Van kinderen lezen we dus niets, en Hand. 16: 40: 'gingen zij naar Lydia; en toen zij de broeders gezien en vermaand hadden, gingen zij heen' wekt nu niet bepaald de indruk dat er kinderen aanwezig waren.
In ditzelfde hoofdstuk lezen we over de stokbewaarder, die met zijn huis gedoopt werd. We moeten dan letten:
a. op vers 32 waar staat:
'Zij spraken het woord van de Heer tot hem, en ook tot allen, die in zijn huis waren'.
Deze bewoordingen sluiten uit dat het over zuigelingen zou gaan. Tot baby's richt je het woord niet; b. en op vers 34, waar getuigd wordt: 'hij verheugde zich, dat hij met zijn hele huis tot het geloof in God gekomen was'.
Ook dit vers laat zien dat de leden van het huis van de stokbewaarder voldoende oud waren om tot geloof te kunnen komen.
Voor het vierde geval moeten we naar Hand. 18 waar in vers 8 staat:
'En Crispus, de overste van de synagoge, geloofde in de Heer met heel zijn huis'.
We nemen op grond van het slot van dit vers aan, dat dit hele huisgezin gedoopt is, al spreekt Paulus in 1 Kor. 1: 14 alleen over de doop van Crispus. Het kan zijn dat de andere leden van dit huis door anderen zijn gedoopt. Hoe dan ook: het hele 'huis' geloofde.
In 1 Kor. 1 wordt ook het vijfde geval van zo'n doop van een huisgezin vermeld. Paulus schrijft in vers 16 namelijk nog: 'Ik heb ook nog het huisgezin van Stefanas gedoopt'.
Uit wat voor leden bestond dit gezin? Weten we er iets van? ja zeker. Slaat u 1 Korinthe 16 maar op. De apostel geeft daar een prachtig getuigenis van dit gezin:
'En ik vermaan u, broeders, (gij kent het huis van Stefanas, dat het de eersteling is van Achaje en dat zij zich ten dienste van de heiligen hebben gesteld)' (1 Kor. 16: 15).
Dus ook hier gaat het om personen, die welbewust voor Christus hebben gekozen.
Verder gaan jullie voorbij aan de opmerking dat je duidelijk in deze teksten kunt zien dat bij het geloof van één de apostelen niet twijfelen om direct het hele huis te dopen. De apostelen waren immers joden die erg goed wisten wat de HEERE geboden had bij de besnijdenis.
12 Een zoontje dan van acht dagen zal u besneden worden, al wat mannelijk is in uw geslachten: de ingeborene van het huis, en de gekochte met geld van allen vreemde , welke niet is van uw zaad;
13 De ingeborene van uw huis, en de gekochte met uw geld zal zekerlijk besneden worden
.........
24 En Abraham was oud negen en negentig jaren, als hem het vlees zijner voorhuid besneden werd.
25 En Ismael, zijn zoon, was dertien jaren oud, als hem het vlees zijner voorhuid besneden werd.
26 Even op dezen zelfden dag werd Abraham besneden, en Ismael, zijn zoon.
27 En alle mannen van zijn huis, de ingeborenen des huizes, en de gekochten met geld, van den vreemde af, werden met hem besneden .