Ik heb al vaker gezegd dat als je de overuiging hebt dat de Schrift de rechtvaardiging van eeuwigheid leert doe dat dan met de volle nadruk op de rechtvaardiging door het geloof zoals Ds Kersten dat doet. (ik heb nog nooit zoveel een uitspraak van Ds Kersten aangehaaldErasmiaan schreef:huisman schreef:Misschien omdat in de Bijbel geloof in Christus en rechtvaardiging onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden? Ik heb nog geen één tekst gezien die een rechtvaardiging van eeuwigheid leert. Is ook helemaal niet nodig omdat de Bijbel duidelijk een verkiezing tot zaligheid leert.Erasmiaan schreef:Precies. Volgens mij is vragensteller uit en te na op je argumenten in gegaan, en is telkens met Bijbelse gegevens gekomen. Daar ga je niet op in, maar dan begin je ineens weer over het geloof. Jammer, huisman.
De door jou zo veel aangehaalde A Brakel leerde wél een rechtvaardiging vóór het geloof (in de voldoening van Christus aan het kruis). Curieus dat je daaraan voorbij gaat. Dus je argument kan niet opgaan. Ook de oude godgeleerden (zoals eerder hier aangehaald) Saldenus en Voetius leerden een rechtvaardigmaking vóór het geloof. Dus te zeggen dat er geen rechtvaardiging van eeuwigheid kan zijn door te stellen dat geloof en rechtvaardiging onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn, snijdt geen hout.

vragensteller gaat verder door b.v. te zeggen: " Dat sluit niet uit hoe God de uitverkoren mens van eeuwigheid ziet: namelijk in Christus als vrij van schuld en straf, met recht op het eeuwige leven."ds Kersten schreef:Mitsdien is elk ter zaligheid de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar. Wie zich op de rechtvaardigmaking van eeuwigheid en de opstanding van Christus beroept, zonder de rechtvaardigmaking door het geloof deelachtig te zijn, bedriegt zichzelf en loochent de leer der Schriften, die ons zegt dat de zondaar uit of door het geloof gerechtvaardigd wordt.
Wij houden dus staande dat er een rechtvaardigmaking is vóór het geloof, maar eveneens dat de rechtvaardigmaking dóór het geloof onmisbaar is. Deze stelt ons in een verzoende betrekking met God. Want toch de rechtvaardigmaking door het geloof is meer dan een zich bewust worden, dat wij eigenlijk al waren gerechtvaardigd. O, het is iets heel anders, want niemand is rechtvaardig. In de rechtvaardigmaking door het geloof is een staatsverwisseling. De uitverkoren zondaar gaat daarin uit de staat der verdoemenis over in de staat der verzoening met God. Hij wordt vrijgesproken van schuld en straf en ontvangt een recht ten eeuwigen leven.
Dan is de rechtvaardiging door het geloof geen staatsverwisseling meer maar een bewust worden van je van eeuwigheid gerechtvaardigde staat. Dat is m.i. onbijbels en wordt ook door Ds Kersten bestreden.