Erasmiaan schreef:memento schreef:@Erasmiaan: Jammer dat je niet wilt ingaan op hoe je de uitleg van Calvijn op vs 6 leest. Waarom gaat Calvijn, als de blindgeborene bij hem een onbekeerde is, uitgebreid in op zijn geloof, en trekt hij daar zelfs algemene lessen over het ware geloof uit?
Omdat dat nog niet het waarzaligmakende geloof is. Jij wilt toch niet beweren dat iemand die Christus nog niet kent als Zoon van God, het ware geloof heeft?! Waarom zegt hij: wie is Hij opdat ik in Hem gelove?
Overigens was jij het al eerder met mij eens dat áls Calvijns woorden gelezen moeten worden dat de blindgeborene al vanaf het begin een waar gelovige was (wat ik bestrijd door de uitleg van Calvijn bij de verzen vanaf 37 hier te citeren), we hem daar beter toch niet in kunnen volgen.
Ik volg Calvijn inderdaad hierin niet. Calvijn gaat er van uit dat in vs 6 al geloof is bij de blindgeborene, maar m.i. is zijn argumentatie niet overtuigend. Het feit dat de blindgeborene Christus gehoorzaamd, hoeft nog niet van geloof te getuigen, terwijl Calvijn dit wel heel duidelijk als waar geloof bestempeld.
Calvijn gaat enorm ver in zijn stelling: een waar geloof is het gehoorzamen van God op Zijn Woord. Waar wij meer denken in bekering, denkt Calvijn meer in gehoorzamen van God op Zijn Woord. Vanuit Calvijns denken van geloven als gehoorzaamheid kan ik begrijpen waarom hij al in vs 6 geloof ziet, zonder moeite te hebben met het feit dat hij Christus nog maar heel beperkt kent. Maar voor ons, die meer denken vanuit bekering is dat onbevattelijk. Vanuit dat standpunt klopt het niet wat Calvijn zegt. Calvijn laat hier de vraag naar bekering in het midden, maar spreekt over geloof. Terwijl de vraag die wij aan hem stellen is: Waar begint de bekering van die man?
Zelf zou ik de nadruk leggen op de belijdenis van de man aan het eind van deze geschiedenis. Daar belijdt hij dat Jezus de Zoon van God is. Dáár is hij bekeerd. Dáár gelooft hij. Hoe dat precies gewerkt is, wanneer precies dat ware geloof begonnen is, laat de Bijbeltekst in het midden. Daar gaat het ook niet om. Het gaat erom, dat wij net als die man tot die belijdenis moeten komen! Dat wij, na het horen van dit genezingswonder, en na het scherpe aanwijzen van de zonden richting de Farizeëen, uitroepen: Deze is de Zoon van God, die ook mij van mijn geestelijke blindheid genezen kan!
En jammer dat je ook niet ingaat op het feit dat bij ds. Schot 9 geestelijke lessen centraal staan, terwijl bij Calvijn en Henry dit absoluut niet het geval is.
Calvijn maakt ook regelmatig opsommingen: ten eerste dit, ten tweede dat etc., wat we kunnen leren uit deze geschiedenis, juist als ds. Schot. Dat hoort bij de verklaring van de tekst. En verder zie je dat Calvijn ook de exegese maakt dat wij alleen blind zijn in 's hemels wegen, gelijk als de blindgeborene lichamelijk blind is, en dat Christus ons daarvan verlost, etc. gelijk als ds. Schot. De één haalt dit eruit en de ander dat. Spurgeon ziet in het slijk bijv. de prediking (hij ziet dus overigens ook het beeld van de genezing als voorbeeld van de bekering!!!), ds. Schot de ontdekkende werking van de Heilige Geest en Calvijn ziet dit weer als dat Christus hiermee betoont dat hij slijk (de mens is gemaakt uit het stof der aarde) met slijk geneest, etc.
Het probleem is, dat Calvijns "ten eerste, ten tweede, etc" uitleg is. Bij ds. Schot is het meer toepassing.
Calvijn heeft ook wel toepassingen, maar die maakt hij waar de tekst ze maakt. In dit gedeelte onderwijst Christus (letterlijk in de tekst) ook over de geestelijke blindheid. Logisch dat een goed verklaarder dit benoemd en uitwerkt en toepast. Maar dat is wat anders, dan uit een lichamelijke genezing geestelijke trekken afleiden zoals ds. Schot doet. Dát vindt je bij Calvijn en Henry niet zozeer terug.
Mijn stelling is dan ook: Ds. Schot noemt wat eigenlijk toepassingen zijn een uitleg, een verklaring. Terwijl een goede toepassing opkomt uit de uitleg van de tekst. Zodat elke hoorder/lezer moet zeggen: Ja, dit is echt wat er hier in mijn Bijbeltje staat, voor dit Woord moet ik buigen want het is Gods Woord. Wanneer er echter alleen toepassingen zonder onderbouwende uitleg gegeven wordt, dan missen die toepassingen hun kracht. Het is dan voor de hoorder/lezer niet meer duidelijk dat wat er gezegd wordt, wel uit het tekstgedeelte komt en dus Woord Gods is.