De column raakte mij erg en ik vind het de moeite waard om het met jullie te delen.
Ik heb het even overgetikt:
"Zeven olifanten dood na treinbotsing India”
Het was bepaald geen wereldnieuws. Min of meer per ongeluk las ik het.
Het bericht trof me. Nee, niet vanwege die olifanten op zich, maar wel omdat de dieren stierven terwijl zij hun jongen probeerden te beschermen.
De jonkies zaten klem tussen spoorrails.
En de ouderen wierpen hun kolossale lichamen voor de aanstormende trein…..
Opofferende liefde.
Ouderen geven nogal eens commentaar op jongeren.
‘Ze’ zitten de hele dag achter de computer.
‘Ze’ luisteren foute muziek.
‘Ze’ snappen de Bijbel niet meer…
Veel opvoeders hebben zorgen. Terecht.
En zij doen hun uiterste best, maar het lijkt geen effect te hebben..
Soms lijkt het wel of veel ouders, opvoeders, ambtsdragers de moed hebben opgegeven.
Maar juist daarom raakte mij de ‘les’ van die dikhuiden.
De olifanten hadden niet alleen zorgen. ‘Ze’ zitten vast en daar komt de trein…..
Zij gaven ook de moed niet op. Zij sprongen wel in de bres.
Als die olifanten hadden kunnen redeneren, hadden ze misschien begrepen dat het een hopeloze zaak was.
Nú stonden ze pal voor hun jongen.
Zorgen hebben en zorg geven zijn twee verschillende dingen.
Want als ‘ze’ de hele dag achter de computer zitten, is dat zorgwekkend, maar wie neemt ‘ze’ mee op stap?
En als ‘ze’ foute muziek luisteren, wie leert ‘ze’ wat goede muziek is?
Als ‘ze’ de Bijbel niet begrijpen, wie gaat er als een Filippus naast ‘ze’ zitten?
Zeven dieren stierven.
Hoeveel jongeren wankelen ten dode?
Welke ouders, opvoeders, leidinggevenden, ambtsdragers, predikanten of gemeenteleden springen in de bres?
Zodat ‘zij’ hun hoop op Gods stellen zouden en Gods daden niet vergeten, maar Zijn geboden bewaren.
Dat kost wel wat: tijd, energie, zelfverloochening.
Maar dat valt in het niet vergeleken bij het offer van de olifanten.