Zonderling schreef:Verder kan ik niet volgen wat je schrijf van het 'herstel van Zijn schepping' in deze dingen. Eerder denk ik dat we uit het voorbeeld van Christus moeten leren de dingen te dragen die ons zijn opgelegd.
Vanuit een ander gedeelte van het NT kan hier ook naar gekeken worden.
In 1 Tim. 2:11-15 lezen we:
11 Een vrouwe late haer leeren in stilheyt, in alle onderdanicheyt. 12 Doch ick en late de vrouwe niet toe datse leere, noch over den man heersche, maer [wil] dat’se in stilheyt zy.
13 Want Adam is eerst gemaeckt, daer na Eva.
14 Ende Adam en is niet verleydt geworden: maer de vrouwe verleydt zijnde is in overtredinge geweest.
15 Doch sy sal saligh worden in kinderen te baren, so sy blijft in het geloove, ende liefde, ende heylichmakinge, met maticheyt.
Het eerste argument waarom vrouwen ondergeschikt zijn en niet de man de les mogen lezen, is (vs. 13) dat Adam eerder gemaakt is en de man dus boven de vrouw gesteld is. Het tweede argument (vs. 14) is dat niet Adam, maar Eva verleid werd om in overtreding te raken. Waarom mag ze dan niet onderwijzen? Ze is blijkbaar vatbaarder voor verleiding dan de man. "Ze is in overtreding geweest", staat er, en het Grieks duidt aan dat die situatie nog voortduurt. Uit die 'val' kan ze echter gered worden als ze leeft in geloof, liefde, heiliging, met ingetogenheid.
Dan staat er nog "in kinderen te baren". Dat is het beste op te vatten als de straf die hoort bij de gevallen situatie. Ze wordt zalig door het baren van kinderen heen, met andere woorden: de vrouw wordt gered, ook al is ze in overtreding geraakt en heeft ze als gevolg daarvan als straf de pijn van het baren gekregen. Die straf dient ze te dragen. Je zou kunnen vertalen: "ze zal zalig worden doorheen (de pijn van) het baren van kinderen, als ze in geloof etc. leeft..."
In deze brief wordt de pijn van het baren dus verondersteld gewoon als straf te blijven bestaan in deze bedeling. Waarmee ik niet wil zeggen, dat deze pijn niet bestreden zou mogen worden.