Afgewezen schreef:Fjodor schreef:Ik heb mezelf mijn hele leven voor gered aangezien (of ik dat nu was of niet). Op een gegeven moment leer je je zonden kennen en leer je Christus kennen als Losser van die zonden.
Maar dan zul je op een gegeven moment óók hebben geleerd dat je níét was gered en dat je nog buiten God was.
Tiberius schreef:Ik heb het ook niet zozeer over het moment van overgaan, maar over de periode voor dat overgaan.
Als je je kunt herinneren wat er vóór dat moment is gebeurd, kun je je toch zeker herinneren wat er óp dat moment - het belangrijkste van je leven - is gebeurd.
Nee, dat heb ik niet geleerd. Misschien als ik nu terugkijk moet ik zeggen dat ik een bepaalde tijd in mijn leven niet gered was, maar zo heb ik mezelf nooit op een bepaald moment of in een bepaalde tijd ervaren.
Afgewezen schreef:Tiberius schreef:Ik heb het ook niet zozeer over het moment van overgaan, maar over de periode voor dat overgaan.
Als je je kunt herinneren wat er vóór dat moment is gebeurd, kun je je toch zeker herinneren wat er óp dat moment - het belangrijkste van je leven - is gebeurd.
Afgewezen schreef:We moeten allemaal hetzelfde kennen, als je dat zegt, is het genoeg. Wel vind ik ook dat er geen 'voorwaarden' gesteld mogen worden, zoals 'je moet eerst je zonden kennen', maar dat gezegd hebbende, komt het voor mij allemaal op hetzelfde neer: in de diepte van je verlorenheid ontmoet je een verzoend God in Christus.
Hoe weet jij zo zeker dat er een moment moet zijn? Waar haal je dat uit de bijbel? Of haal je het (al dan niet plausibel) uit de theorie? Ik denk niet dat je het plausibel uit de bijbel kan halen. En als dat niet kan dan moeten we erover zwijgen.
En waarom moeten we in de diepte van de verlorenheid een verzoend God in Christus vinden? Ik neem aan dat je hier een beleving bedoelt die gaat op de volgende manier: op dit moment ervaar ik Gods heiligheid en mijn zondigheid, en ik weet dat ik voor God niet bestaan kan en dat ik een vijand van Hem ben.
Moeten alle mensen, ook kinderen van gelovigen, dan buiten gesteld worden? Moeten ze dan op een bepaald moment een vijand van God zijn (niet alleen qua oude mens, maar in het geheel, er is nog niets gerechtvaardigd)? En moeten ongelovigen eerst dat vijand van God zijn ervaren, doorleven, of mogen ze ook eerst, haast zonder tegenstribbelen, het aanbod aannemen en later pas gaan ervaren en doorleven wat een verfoeilijk schepsel er eigenlijk gerechtvaardigd is?
In de praktijk maak jij trouwens ook voorwaarden. Je zegt wel van niet, maar in de zin erna maak je meteen weer die voorwaarde. Je doet het wel niet in de zin van een eigen werk, maar toch moet er eerst die verlorenheid ervaren worden voordat God ontmoet kan worden.