Ik denk dat jullie beiden de zaak eenzijdig belichten. Lees vers drie en vier van Jesaja 11:Gian schreef:Ik vind het prima als je je visie nogmaals duidelijk wil maken. Dan zal ik nogmaals zeggen dat ik begrijp hoe je er over denkt, en dat ik geloof dat Jes. 11 een toekomstprofetie voor het komende vrederijk is.Afgewezen schreef:Het heil voor de heidenen is onlosmakelijk verbonden met het vrederijk, volgens Jesaja 11. Daarom hoeven we geen onderscheid te maken tussen 'nu heil voor de heidenen' en 'straks voor Israël'. Dat valt gewoon samen.Gian schreef:Ik zie een onderscheid in de verzen 9, 10 en 11. Een opbouw van profetieen die geprofeteerd hebben van het heil voor de heidenen. Dat is de context! Jij ziet het onderscheid niet. Duidelijk.
Waarom ik zou suggereren dat Paulus het fout doet ontgaat me. Waarom vraag je dat?
Maw, we verschillen van mening. Ik hoop dat je daarmee kan leven.
3 En Zijn rieken zal zijn in de vreze des HEEREN; en Hij zal naar het gezicht Zijner ogen niet richten; Hij zal ook naar het gehoor Zijner oren niet bestraffen.
4 Maar Hij zal de armen met gerechtigheid richten, en de zachtmoedigen des lands met rechtmatigheid bestraffen; doch Hij zal de aarde slaan met de roede Zijns monds, en met den adem Zijner lippen zal Hij den goddeloze doden.
Vers drie zegt dat Hij niet bestraffen zal terwijl vers vier zegt dat Hij de goddeloze zal doden.
Ik denk dat dat gaat over de lijdende knecht en de overwinnende koning (en uiteindelijk tot in de nieuwe hemel en aarde), namelijk Jezus de Christus.
Dus nogmaals, gaat dit niet over de gehele bedeling vanaf Christus tot de eeuwigheid?