Zoals ik al aangaf en vele anderen hier, wordt in de Bijbel het geloof wel als een gave gezien. Jij gaat dat echter tegenover de opdracht / oproep tot geloof zetten. Ik stelde dat de Bijbel beiden doet: Het geloof als een gave bestempelen en als iets wat je moet doen. Dat moet je naast elkaar laten staan heb ik gezegd. Je kan dan niet teksten aanhalen die oproepen tot geloof en zeggen: Dus het is geen gave. Dan laat je ze niet naast elkaar staan. Geloven is iets wat je moet doen en wat Hij geeft. Ik geloof, maar als ik terugkijk zie ik wel dat God dat geloof geeft en me staande houdt. Hij komt ons ongeloof te hulp.Joannah schreef:Volgens mij zie jij andere dingen dan ik.Marnix schreef:Handelingen 3:16
15 Hem die de weg naar het leven wijst hebt u gedood, maar God heeft hem uit de dood doen opstaan, en daarvan getuigen wij. 16 Het komt door zijn naam en door het geloof in zijn naam dat deze man, die u hier voor u ziet en die u kent, kan lopen; het geloof dat Jezus schenkt, heeft hem in aanwezigheid van u allen gezond gemaakt.
Overigens is het wel goed hierin genuanceerd te zijn. De Bijbel leert dat geloof een gave is, maar tegelijkertijd is geloven ook een opdracht. Die twee zaken moeten we volgens mij naast elkaar laten staan. Anders verval je in "arminiaans denken" (ga eerst maar eens geloven en dan verdien je dat Hij de genade schenkt) of in "passiviteit" (wat je moet doen? Je kan niets doen, het geloof moet je geschonken worden en dan kan je pas dingen gaan doen)
Als we naar de context in Efeze 2 kijken zien we een lijn die verder gaat dan "eerst zonder de gave van eeuwig leven, nu met de gave van eeuwig leven" of "eerst geen geloof, nu wel geloof". Het is veel breder.
1. Vroeger was u dood door de zonden, nu bent u levend gemaakt door Christus.
2. Christus geeft: Geloof en de tekst zegt zelfs dat Hij onze goede werken van tevoren al heeft bereid.
En dat zegt de tekst ook: Door Gods genade die Hij in Jezus Christus geeft, zijn we behouden, door het geloof in Hem... en dat is niet uit onszelf, God geeft ons dat.
En vers 9 waarschuwt voor het denken: God biedt ons verlossing aan, dat is de genade, en wij kunnen daar wat mee doen en afhankelijk van wat we er mee doen worden we gered of niet. (niet uit werken, opdat niemand roeme. God heeft onze goede werken al voor we geloofden "bereid")
Paulus schrijft allen te proberen te verlichten ,uit te leggen, wat het gehemeinis der verborgenheid is, iets wat toen pas bekend werd, nl dat de heidenen mede-erfgenamen zijn.
Joh 20:29
Gelukkig zij die niet zullen gezien hebben en toch geloofd hebben.
De bijbel leert volgens mij nergens dat geloof de gave is.De genade die we ontvangen, als we geloven, is de gave..Een atheist is iemand die in feite ook gelooft, zijn geestdrift in dezelve laat zien dat hij zich echter verzet tegen Hem.Hij wil de genade niet en weerstaat het.
Keer op keer worden we opgeroepen in Hem te geloven en ons te bekeren.
Dat strookt toch niet met iets (het geloof) wat je uit genade, om niet, zou kunnen krijgen?
Waarom strookt dat niet met het geloof wat je uit genade, om niet zou kunnen krijgen? Volgens mij is dit niet in strijd met het brede aanbod van genade. We mogen mensen oproepen tot geloof en bekering... en ik heb mensen die tot geloof zijn gekomen en zich hebben bekeerd na afloop nog nooit horen zeggen: Ik geloof van mezelf, ik heb het me toegeeigend in plaats van dat God het me geschonken zou hebben. Integendeel, als ze terugkijken zijn ze verwonderd en zien ze het geloof als Gods gave.