refo schreef:learsi schreef:memento schreef:
Het middel daartoe is goede exegese. Dus te kijken naar de grondtekst. En door een tekstgedeelte te bestuderen in zijn directe context (het hoofdstuk waarin het staat) en in zijn grotere context (het Bijbelboek waarin het staat). Door woord-studie, door historische achtergrondinfo te zoeken, etc. En aan het eind ook het gebruik van commentaren (zowel klassieke als moderne commentaren), commentaren zetten vaak op nieuwe sporen, die weer nagespeurd kunnen worden. Door zo met de tekst bezig te zijn, gaat deze leven...
Uiteraard is bij de bestudering van Gods Woord het licht en de leiding van Gods Geest nodig. Maar wij mogen verwachten dat wanneer wij biddend de Schriften onderzoeken, de Geest ons zal leiden. Woord en Geest gaan hand in hand. Waar Gods Woord opengaat, werkt de Geest (en omgedraait: Waar Gods Woord dicht blijft, zal de Geest maar zelden spreken).
Eigenlijk ben ik wel benieuwd, waarom je in het tweede deel van je antwoord, de tweede zin met het woordje "maar" begint.
Formeel klopt het wat je schrijft, hoewel ik het, zoals je het stelt, wel een soort automatisme vind. Het wonder van het verstaan van het Woord en de uitleg die daardoor mogelijk is, zie ik niet zo in je antwoord terug. In je antwoorden aan Erasmiaan heb je het er over, dat Paulus zich er van "bewust" is dat hij het Woord Gods schrijft. In hoeverre denk jij dat een predikant zich er van bewust kan zijn dat zijn uitleg ook werkelijk uitleg van Gods Woord is?
Paulus, een geroepen Apostel...
Wie zich geroepen weet, kan er vanuit gaan dat hij door de Geest geleid zal worden. Er kunnen zich beletselen voordoen, maar die weet de prediker dan ook wel. Dat is het uitgangspunt van Paulus. De Geest leert Zelf als ik , Paulus, preek. En niet, zoals nu meer het itgangspunt is: ik, prediker, preek wel, maar de Geest moet wel meekomen, anders haalt het nog niets uit. Dat uitgangspunt zou wel eens een beletsel kunnen zijn.
Ietwat kort door de bocht, maar het is inderdaad een juist uitgangspunt.
Woord en Geest gaan altijd samen. Wie het Woord recht predikt, dus preekt wat er staat, dát uitlegt, op grond van goede exegese en ernstig gebed, hoeft er niet over te twijfelen of de Geest hem helpen zal. Gods Woord is geen abacadrabra, waar we slechts wat van kunnen maken als we de Geest ontvangen (dat is het doperse uitgangspunt), maar Gods Woord is voor een ieder die zich daartoe inspant goed te begrijpen, omdat de Geest de onderzoeker van het Woord helpen wil (gereformeerd standpunt).
Waar Gods Woord klinkt, daar mogen we ook verwachten dat Gods Geest werkt. Niet als automatisme, maar omdat de Geest zich aan het Woord wil binden. De één ten zegen, de ander ter verharding. Daarom is het ook zo erg, als de preek gevuld wordt met dogmatische praatjes, bevindelijke praatjes, oppervlakkige praatjes, of wat dan ook, want dan wordt niet meer het Woord Gods uitgelegd, maar klinken mensenwoorden. En waar mensenwoorden klinken, mogen we niet verwachten dat Gods Geest zich eraan paart, dat mag slechts daar waar Gods Woord uitgelegd wordt.
Kortom: Automatisme: Nee. Zekerheid bij getrouw Woordonderzoek: Ja.
PS> Als mensen het altijd maar over de Geest hebben, als het gaat om Gods Woord, dan moet je oppassen. Meestal bedoelen ze dan namelijk, dat het Woord Gods pas werkelijk te begrijpen is, als Gods Geest erin meekomt. Men verwacht dan vaak dat de Geest een soort diepere betekenis in het Woord openbaart (vaak een betekenis die kant noch wal raakt, en niets met de tekst waaruit deze dan zogenaamd zou opkomen te maken heeft, iets wat eenvoudig aan te tonen is door de tekst in haar context te lezen). Het gaat in Gods Woord niet om een diepere, verborgen betekenis, maar om de heldere, letterlijke betekenis. Een goed voorbeeld van goede, gereformeerde uitleg vinden we in de commentaren van Calvijn.