Persoon in kwestie zal zichzelf in de eerste plaats hebben te onderzoeken naar 1 Korinthe 13: 5; “Onderzoekt uzelven, of gij in het geloof zijt, beproeft uzelven. Of kent gij uzelven niet, dat Jezus Christus in u is? tenzij dat gij enigszins verwerpelijk zijt.jvdg schreef:Stel ik heb op verkeerde gronden BdG afgelegd.
Maar nu ben ik overtuigd wel op geloofsgrond en zekerheid belijdenis af te kunnen leggen.
Moet ik het dan weer overdoen?
Een kerkenraad heeft de plicht om diegene die openbare geloofsbelijdenis wil afleggen te onderzoeken door eenvoudig de vraag te stellen of de persoon kennis heeft ontvangen aan de Drie-enige God in de weg van geloof en bekering.
Waar deze vraag ontbreekt, vrees ik dat er een menselijke invulling/uitleg aan het belijdenis afleggen gegeven is/wordt.
Dit hebben wij te verwerpen.
Wanneer de mens de kerk in stand wil houden, is zij gedoemd om te vergaan.
Wij zien dat dit in onze dagen aan het voltrekken is.
Belijdenis des Geloofs is een vrijmoedige daad, gewerkt door Gods Geest (zie de blindgeborene; Joh. 9).
Ik zeg ulieden, dat, zo deze zwijgen, de stenen haast roepen zullen (Luk. 19: 40).
Wanneer wij niet aan de voeten van de Heere Jezus zijn gebracht, en Hem als de van God gezonden Profeet, Priester en Koning niet hebben leren kennen in de vergeving van onze zonden, dan hebben wij een inhoudsloze belijdenis.
Dan mag men geen belijdenis af leggen.
Wij moeten de inhoud van onze belijdenis kennen.
En deze inhoud te kennen betekent: “verzoend te zijn met een Drie-enige God”.