GJdeBruijn schreef:Afgewezen schreef:Dat kan niet. Want dan zou je meteen genezen zijn.
Je bedoelt dat het vastklemmen aan "Wie zoekt ZAL vinden" geen daad van geloof is?
Zelfs onder het hongeren en dorsten naar de gerechtigheid vanwege eigen schuld en onmogelijkheid om via de wet gerechtigheid te kunnen aanbrengen?
Want al kan het niet, het bestaat ondertussen wel!
Dogmatisch concluderen dat het niet kan is makkelijk zat. Maar nu de praktijk. En de beleving van de zondaar die naakt voor God staat en met de tollenaar eerst naar de tempel gaat om zich op de borst te slaan en om genade in Christus te smeken.
Jouw argumentatie is:
1. Je hebt bekommerde christenen, die niet van zichzelf durven zeggen dat ze geloven
2. De kerkenraad is geen hartenkenner, dus die kunnen niet oordelen of er sprake is van een waar geloof
3. Conclusie: we negeren de eis van Gods Woord, dat een waar geloof nodig is, want anders durven bekommerden geen belijdenis te doen.
Je maakt alleen een aantal denkfouten:
1. Je conclusie lost niets op, anders dan dat belijdenis een hol en leeg verschijnsel wordt. Belijdenis wordt dan iets wat je doet omdat je "de leeftijd" hebt. De voorbeelden zijn bekend: belijdeniscatechisatiegroepen van meer dan 40 man waarbij er 1 a 2 meedoen, en de rest verveeld rond zit te kijken of met het mobieltje speelt, en weigert mee te zingen (helaas is dit voorbeeld een feitelijke beschrijving zonder overdrijven van een concreet geval).
2. Ongeloof is zonde, ook voor bekommerden. Zekerheid is een kenmerk van het ware geloof. Als er sprake is van gebrek aan elke vorm van zekerheid, moeten we ons afvragen of we het moment van de bekering niet te vroeg leggen. Ik acht het in zo'n geval raadzaam om te wachten tot de zaken helderder zijn in de ziel.
3. De eis van Gods Woord mag onder geen beding aan de kant gezet worden, omdat het praktische problemen oplevert. Ik acht het juist heilzaam en pastoraal om iedereen, ook bekommerden, met de eis van Gods Woord te confronteren. Opdat zij voor Gods aangezicht zullen vragen om antwoorden, geloof en zekerheid, welke zij (naar luidt van Gods belofte: wie bidt zal ontvangen) ook zekerlijk krijgen zullen.