Upquark schreef:Dat ontkent Dia toch ook niet?
Als ik voor mezelf spreek: '1773' is de eerste berijming die ik heb leren kennen, en dat blijft toch in je hart zitten. De weinige psalmverzen die ik uit mijn hoofd ken zijn allemaal van deze berijming.
In plaats van de vermeende verlichte invloeden zou ik eerder als verbeterpunt van 1773 willen aandragen: de te grote hoeveelheid dichtregels om een psalm te berijmen. Allerlei toevoegingen die niet in de onberijmde psalm staan, dat hoort niet bij een schriftgetrouwe berijming.
Als voorbeeld het slot van ps. 130:
En Hij zal Israël verlossen van al zijn ongerechtigheden.
Dit wordt berijmd als:
Hij maakt, op hun gebeden, Gans Israel eens vrij
Van ongerechtigheden; Zo doe Hij ook aan mij.
Dat laatste zinnetje is een wending die gewoonweg niet in de psalm staat! En wat hoor je dan op de gemiddelde psalm-cd? Vers 4 begint jubelend, maar wordt dan steeds zachter gezongen/gespeeld, om als het ware 'smekend' te eindigen.
Dia ontkent dat niet, inderdaad, maar door het zo te stellen probeert hij het argument te ontkrachten dat er bepaalde dingen niet 'kloppen' in de berijming van 1773. Maar als je dat zó gaat stellen, kun je uiteindelijk alles wel gaan zingen..
Ik ben het met je eens dat 1773 hier en daar erg wollig is, veel regels nodig heeft. Inderdaad is ps 130 daar een voorbeeld van. De dichter kwam niet helemaal uit, hield nog een regeltje over. Ook wat dit betreft zijn er betere berijmingen dan die van 1773.
In andere topics heb ik het al eens aangegeven: rationele argumenten voor het vasthouden aan 1773 of Datheen (of welke berijming ook) zijn er niet, afgezien van de bekendheid van deze berijmingen onder de kerkleden (het vergt energie om een nieuwe te leren).
Tegen Datheen en 1773 kan je wel een rationeel argument invoeren: het kan gewoon beter, en er zijn ook betere berijmingen. Maar het kiezen van een psalmberijming is nu eenmaal geen rationeel proces.
Overigens, om nog even op een eerdere reactie terug te komen: Ook het feit, dat martelaren in de 16e eeuw met 'Datheen' op de lippen zijn gestorven is géén doorslaand argument, en al zeker niet de kern van de zaak. Zij gebruikten die berijming om daarmee de Schrift te laten spreken. Het kan nooit zo zijn dat een middel verheven wordt tot iets dat op zichzelf staat. Ook een psalmberijming kan lijken op de koperen slang - die vernietigd moest worden toen men die ging vereren alsof die zelf iets was.
Moeten we vanwege de beperkingen van berijmingen naar onberijmd zingen? Lijkt mij een brug te ver. Ik denk dat alleen nog onberijmd zingen voor veel gemeentes toch erg lastig wordt. En met een goede berijming ook niet echt nodig. Al kan het echt geen kwaad om zo af en toe eens en psalm onberijmd te zingen!