Deze stelling geeft wat te denken...Er zijn twee dingen die opvallen, ook op te maken uit de recensie van het boek van ds. Uitslag:
Eenzijdige benadrukking van de uitverkiezing geeft dat de verantwoordelijkheid van de mens buiten beeld blijft wat wereldgelijkvormigheid in de hand kan werken.
Moeite met het aanzeggen van de totale verdorvenheid van de mens leidt in de praktijk tot verschuivingen op ethisch gebied.
Natuurlijk is het zo, dat degenen die de totale verdorvenheid niet 'ingeleefd hebben', niet als zonde zien wat zonde is. En wel namelijk, dat ons oude vlees altijd zonde is en blijft. Maar dat spreekt niet zo zeer over het probleem 'wereldgelijkvormigheid'..
De Bijbelse definitie van 'wereldgelijkvormigheid' heeft te maken met het feit dat we, als christenen, wel in de wereld moeten zijn, maar niet van de wereld.
Dus hoort ons hart niet uit te gaan naar het mooie huis, de mooie kleren, het lekkere eten, enz.
Maar de Refocultuur heeft, blijkbaar, aan 'wereldgelijkvormigheid' een andere betekenis gegeven, en wel, dat men 'wereldgelijkvormigheid' verward met, onder andere, 'modern' en 'postmodern' vaak.
Zo beschrijft de Schrift niet wat mannen en vrouwen kleding is. De refocultuur wel, namelijk, min of meer als de kleding van de 19e eeuw van man en vrouw. Terwijl zo ongeveer elke eeuw, van Bijbelse tijden af, haar 'specifieke dracht' gehad heeft.
Zo beschrijft de Schrift niks over baarden en snorren, behalve dat in het OT het een oneer voor een man was om te scheren... De refocultuur, daar op tegen in, ook om uitwassen in de jaren '60 misschien, maakt opeens baarden en snorren 'wereldgelijkvormigheid'...
Zo even een paar specifieke voorbeelden, ik kan er nog veel meer vinden, maar deze voorbeelden illustreerden het best.
Als tegenvoorbeelden, is het gewoon 'degelijk' in de refocultuur om een mooi huis te hebben, mooie kleren te dragen, een mooie auto te rijden, enz., hetwelk zelfs de wereld 'materialisme' noemt. Maar in de refocultuur wordt dit niet als wereldgelijkvormig gezien, maar als een deugd....
Om dingen zoals overmatig drankgebruik, hard rijden, enz. te vereenzelvigen met wereldgelijkvormigheid... dat is het natuurlijk, even terzijde dat het gewoon groffe openbare zonde is....
Dat wordt daarin nog de 'misnomers' 'rechtse' en 'linkse' kerken verward... Rechts en links zul je in de politiek vinden, maar het slaat niet op de kerk. Daar spreken we van rechtzinnig (orthodox) en vrijzinnig. Omdat de Bijbel onze maatstaf is.
Dus zit de definitie van wereldgelijkvormigheid vast aan de definitie van zonde, enerzijds, en die van goede werken, anderszijds...
In plaats van dat we ons hechten aan de 'goede dingen' in de wereld, die ondertussen, in en van zichzelf niet goed of kwaad zijn, slecht goede gaven van God om in Zijn Koninkrijk verantwoordelijk te gebruiken, moeten we ons hechten aan de dienst van God, en door onze goede werken, die de wereld zien zal, reden geven dat men vraagt naar de hoop die in ons leeft.
En dat doen we niet door zwarte lange rokken te dragen, of een zwart pak....
Dat doen we door onze naaste liefde te betonen, in heel ons leven... thuis, op werk, op school, in de kerk, op straat, je noemt maar...
En daarin streukelen we allen in velen. Zodat het een wetstrijd wordt om met Paulus te zeggen: "ik ben de grootste zondaar"
Daarnaast is het een treffende uitspraak van dr. M. Loyd Jones: „We zijn geneigd de betekenis van wereldsgezindheid tot een aantal bepaalde dingen te beperken en dat zijn altijd de dingen waar we zelf niet schuldig aan zijn.”