het vierde gebod

roseline

Bericht door roseline »

Hoi refojongere,<p>

Als ik te snel wil antwoorden, dan zeg ik wel eens ondoordachte dingen, want dan heb ik geen tijd om er bijbelteksten bij te zoeken :-)<br>

Ik zal hier later nog op ingaan...
roseline

Bericht door roseline »

Beste Refojongere,<br>

Even een aantal zaken rechttrekken...<br>

<u>1) Het oude versus het nieuwe verbond (Heb. 8:13)</u><br>

Ik heb nog niet van je vernomen of je het daar mee eens was. <br>

Lees Heb. 3:1-6 <i>Jezus boven Mozes verheven</i>, of 2 Kor. 3:1-18 <i>het oude en het nieuwe verbond</i>. Bij het eerste verbond was <i>Mozes</i> de middelaar, bij het nieuwe verbond is <i>Christus</i> de middelaar.<br>

<u>2) Het evangelie is ook verkondigd aan de Israëlieten in het oude testament (Heb. 4:2)</u><br>

Dan rijst de vraag: <i>Wat is het evangelie dan eigenlijk?</i><br>

<b>Niet</b> de wet of de tien geboden. Die werden namelijk niet verkondigd aan Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Isaak, Jakob, Jozef en Mozes vóór de uittocht uit Egypte. Terwijl er van Abraham staat geschreven: ‘En de Schrift, die tevoren zag, dat God de heidenen uit geloof rechtvaardigt, <i>heeft tevoren aan Abraham het evangelie verkondigd: In u zullen alle volken gezegend worden</i>.’(Gal. 3:8).<br>

<b>Wèl</b> de <u>belofte</u>. ‘En ik zal vijandschap zetten tussen u en de vrouw, en tussen uw zaad en haar zaad, dit zal u de kop vermorzelen en gij zult het de hiel vermorzelen.’ (Gen. 3:15). ‘Nu werden aan Abraham de beloften gedaan en aan zijn zaad. Hij zegt niet: en aan zijn zaden, in het meervoud, maar in het enkelvoud: en aan uw zaad, dat wil zeggen: aan Christus.’ (Gal. 3:16). ‘En er zal een rijsje voortkomen uit de tronk van Isaï, en een scheut uit zijn wortelen zal vrucht dragen. en op hem zal de Geest des Heren rusten, de geest van wijsheid en verstand, de Geest van raad en sterkte, de Geest van kennis en vreze des Heren; ja, zijn lust zal zijn in de vreze des Heren...’ (Jes. 11:1-5).<br>

Dàt was alle Israëlieten verkondigd. Net zoals dat ons is verkondigd, met dít verschil dat het Woord vlees is geworden, en het heeft onder ons gewoond en wij hebben zijn heerlijkheid aanschouwd (Joh. 1:14). Jezus Christus zèlf is het Koninkrijk Gods.<br>

Jezus zegt: ‘De wet en de profeten gaan tot Johannes, sinds die tijd wordt het evangelie gepredikt van het Koninkrijk Gods en ieder dringt zich erin.’ (Luc. 16:16).<br>

‘Sinds de dagen van Johannes de Doper tot nu toe breekt het Koninkrijk der hemelen zich baan met geweld en geweldenaars grijpen ernaar. Want al de profeten en de wet hebben geprofeteerd tot Johannes toe.’ (Matt. 11:13)<br>

Jezus ziet de wet dus wèl als een profetie over zichzelf. Want Hij was de enige die die profetie volledig kon <i>vervullen</i> tot eer van zijn Vader!<br>

Jezus Christus = het evangelie, en werd zowel aan de Joden in het oude testament, als aan ons, die in het nieuwe testament leven verkondigd, met dit verschil dat wíj de belofte verkregen hebben en de mensen in het O.T. niet.<br>

<u>3) Degenen die geloofden in de belofte werden door dat geloof gerechtvaardigd en niet uit werken der wet. (Rom. 4:3). </u><br>

Lees Hebreeën 11. Abel, Henoch, Noach, Abraham, Sara, Isaak, Jacob, Jozef, Mozes, Rachab... ‘Door het geloof...’ - dit zijn de geloofshelden. <br>

‘In dat geloof zijn deze allen gestorven, zonder de beloften verkregen te hebben; slechts uit de verte hebben zij die gezien en begroet..’(Heb. 11:13) ‘Ook deze allen, hoewel door het geloof een getuigenis aan hen gegeven is, hebben het beloofde niet verkregen...’ (Heb. 11:39). Immers, ze hebben het vleesgeworden Woord niet meegemaakt. <br>

De werken der wet - de tien geboden of de ceremoniële wetten - worden verder niet genoemd in dit hoofdstuk. Werken der wet hebben dus in feite weinig met geloof te maken: ‘Doch bij de wet gaat het niet om geloof, maar: wie dat doet, zal daardoor leven.’ (Gal. 3:12). Nee, de <i>belofte</i> heeft met het geloof te maken. ‘Opdat wij de belofte des Geestes ontvangen zouden door het geloof.’ (Gal. 3:12).<br>

<u>4) Wat was dan het nut of het doel van de wet?</u><br>

Hier is Paulus heel duidelijk over in de Galatenbrief. Nogmaals, als Paulus het heeft over <i>de wet</i> dan bedoelt hij de wet in zijn algemeen, dus inclusief de tien geboden (Rom. 2:12-24 - de wet baat de Joden niet). <br>

‘Waartoe dient dan de wet? Om de overtredingen te doen blijken is zij erbij gevoegd, <i>totdat het zaad zou komen, waarop de belofte sloeg,</i> en zij is op last van God door de engelen in de hand van een <i>middelaar</i> gegeven.’ (Gal. 3:19)<br>

Dat zaad, die middelaar, is Jezus Christus. En als we tot geloof gekomen zijn, dan hebben we niet meer rechtstreeks te maken met <i>de wet</i>, de letter, maar met de middelaar <i>Jezus Christus</i>, die in ons werkt door de Heilige Geest. Dàt is de vertaling van: ‘maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, <i>zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter’</i>(Rom. 7:6).<br>

‘Want zonder wet is de zonde dood.’ (Rom. 7:9) Zonder wet bega je geen overtredingen - de wet is er immers voor de overtredingen? Je kunt je niet schuldig maken aan te hard rijden als er op de weg geen snelheidsbeperking geldt. Zonder wet is de mens zich niet bewust van zonde. God wilde blijkbaar dat de mens wèl bewust werd van zonde, want dit was nodig om de mens zover te krijgen dat die erkende dat hij een verlosser nodig had. En daarom gaf Hij de wet. <br>

‘Doch voordat dit geloof kwam, werden wij onder de wet in verzekerde bewaring gehouden..’ <br>

Waarom? Omdat de wet de mens van de grofste zonden zoals doodslag, echtbreuk, bedrog en afgoderij weerhield. Als deze zonden werden gedaan, dan volgde daarop een ernstige bestraffing (Heb. 10:28). Er waren twee soorten mensen in het O.T.: mensen die de wet trachten te houden uit angst voor de straf, en mensen die de wet trachten te houden uit liefde tot God. Dat dit vaak niet lukte, ondanks die liefde tot God, blijkt wel uit het verhaal van David en Batséba. Daarom kan de wet ook nooit het volmaakte brengen...<br>

‘... met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden. De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester.’ (Gal. 3:23-25)<br>

‘Want Christus is het <i>einde der wet</i>, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft.’ (Rom. 10:4)<br>

Slechts het geloof brengt het volmaakte.<br>

‘Want gij zijt geroepen, broeders, om vrij te zijn; gebruikt echter die vrijheid niet als een aanleiding voor het vlees, maar dient elkander door de liefde. <i>Want de gehele wet is in één woord vervuld, in dit: gij zult uw naaste liefhebben als uzelf</i>’(Gal. 5:13-14)<br>

‘Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet.’ (Gal. 5:18).<br>

‘Want de vrucht van de Geest is liefde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, trouw, zachtmoedigheid, zelfbeheersing. <i>Tegen zodanigen is de wet niet.</i> Want wie Christus Jezus toebehoren, hebben het vlees met zijn hartstochten en begeerten gekruisigd.’ (Gal. 5:22-24).<br>

Groetjes, Rose.
Refojongere

Bericht door Refojongere »

Beste Roseline,

"Lees Heb. 3:1-6 Jezus boven Mozes verheven"

Dat Mozes de middelaar zou zijn van het Oude Verbond ontken ik. Christus was Middelaar, en alleen Middelaar van het Oude Verbond, zowel als van het Nieuwe Verbond. Jezus Christus is gisteren en heden dezelfde, Hebr. 13:8. Christus is het "Lam dat geslacht is van de grondlegging der wereld", Openb. 13:8. Mozes wordt alleen, Gal. 3:19, middelaar genoemd, wegens het overbrengen als een bode van de wet, die hem door de engelen gegeven was; maar nooit wordt hij een middelaar van het Oude Testament genoemd. Nooit is Mozes middelaar in Kanaan geweest; want hij was al dood, voordat Israel in Kanaan kwam; of was hij middelaar toen hij in de hemel was? Mozes was niet meer middelaar voor de kinderen Israels dan hij nu voor ons is, wij hebben de wet, die Mozes overgebracht heeft, zowel als zij ze hadden.

"En als we tot geloof gekomen zijn, dan hebben we niet meer rechtstreeks te maken met de wet, de letter, maar met de middelaar Jezus Christus, die in ons werkt door de Heilige Geest. Dàt is de vertaling van: ‘maar thans zijn wij van de wet ontslagen, dood voor haar, die ons gevangen hield, zodat wij dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter’(Rom. 7:6)."

In deze tekst wordt geen tegenstelling gemaakt tussen het OT en het NT. Maar tussen het verbond der werken en het verbond der genade. Voor hun bekering zijn de gelovigen nog onder het verbond der werken, dus onder de vloek van de wet. Maar Christus heeft hen daarvan vrijgemaakt en zo zijn ze overgegaan in het Verbond der genade. De wet heeft dus geen kracht meer om de gelovigen te verdoemen omdat ze Christus aangenomen hebben door het geloof. Nu, zo vrijgemaakt zijnde, zo dienen zij in nieuwigheid des Geestes, uit een nieuw geestelijk beginsel, in ware heiligheid; en niet in de oudheid der letter, op de oude manier, onbekeerd, en onder het verbond der werken zijnde, en aangedreven wordende tot een uitwendige dienst door schrik en vrees van verdoemenis. Dus aan de wet gestorven te zijn, maar niet vrij van de wet als een regel, maar verbindt daarnaar in nieuwigheid des Geestes te leven.

"‘... met het oog op het geloof, dat geopenbaard zou worden. De wet is dus een tuchtmeester voor ons geweest tot Christus, opdat wij uit geloof gerechtvaardigd zouden worden. Nu echter het geloof gekomen is, zijn wij niet meer onder de tuchtmeester.’ (Gal. 3:23-25)"

Wie zegt dat deze tekst doelt op de wet der tien geboden? Ik denk van niet. Want de wet der tien geboden, wijst niet op Christus, openbaart Christus niet, zo kan zij dan ook niet tot Christus leiden, haar taal is: Doe dat. De apostel heeft het oog in het bijzonder op de ceremoniele wetten, die de joden vermengden met de Tien Geboden, alsof ze van een natuur waren, en zochten uit het doen van die gerechtvaardigd te worden; en zij nu tot Christus bekeerd zijnde, Hem erkennende voor de Messias, zo wilden zij toch weer terug naar de ceremonien, naar de besnijdenis, naar de feestdagen, om daaruit gerechtvaardigd te worden; daarvan lees je in de hele brief. Naar deze opvattingen handelt de apostel met hen, en laat zien dat uit de werken der wet niemand gerechtvaardigd kon worden.
Hij wil met deze tekst zeggen dat zij voor Christus' komst de ceremoniele wetten nodig hadden, om hen tot Christus, die zij afbeeldden, te leiden, en hen in Hem te doen geloven; maar dat wij, nu Christus gekomen is, de ceremonien niet nodig hebben, daarom handelen de joden dwaas.
Eer het geloof kwam, dat betekent niet de daad des geloofs, het aannemen van Christus; want dat hadden zij ook in het OT, maar het voorwerp van het geloof, Christus, komende in het vlees, waren wij onder de wet in bewaring gesteld, en zijn wij besloten geweest. Niet als in een gevangenis, alsof ze in een kwade en ellendige staat waren, maar als in een veilige plaats, die met een goed garnizoen bezet is, bestand om de vijanden uit te keren. Net als in Fil. 4:7: De vrede Gods zal uw harten bewaren in Christus Jezus. Zodat in bewaring opgesloten te zijn, een gelukkige staat is. IN deze staat waren zij, totdat Christus gekomen was.
Tuchtmeester is hier niet een bewaker, maar het heeft een goede, positieve betekenis: "bewaarder, onderwijzer van kinderen". De wet is de tuchtmeester of leidsman tot Christus. Dat kan niet van de Tien Geboden gezegd worden. Die openbaart Christus niet, maar zegt: Vervloekt is een ieder die niet doet al hetgeen in het boek der wet geschreven staat.

"‘Want Christus is het einde der wet, tot gerechtigheid voor een ieder, die gelooft.’ (Rom. 10:4)"

De apostel spreekt niet van een einde van duurzaamheid; want Christus zegt, dat Hij niet gekomen is omde wet of de profeten te ontbinden, ja, dat er niet een jota of tittel van de wet zal voorbijgaan, totdat de hemel en de aarde zullen voorbijgaan. Maar Hij spreekt van het einde dat beoogd worden (het doel), het einde der wet is tot Christus te leiden; om door Hem, die de wet door lijden en leven vervuld heeft, de rechtvaardigmaking deelachtig te worden.

"‘Indien gij u echter door de Geest laat leiden, dan zijt gij niet onder de wet.’ (Gal. 5:18)."

Onder de wet te zijn, is onder het verbond der werken te zijn, om uit de werken der wet de rechtvaardigmaking te zoeken, die daar toch niet te verkrijgen is, omdat zij door ons vlees krachteloos is. Daarom die onder de wet zijn, zijn onder de vloek (Gal. 3:10). Zo waren de gelovigen in het OT net zo min onder de wet als wij in het NT. Die door de Geest Gods geleid worden, hebben deel aan Christus, en zijn daarom vrij van het verbond der werken, en van de vloek; tegen de zodanigen is de wet niet, die kan hen niet verdoemen. Daar is geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, Rom. 8:1. Daarom is het niet goed om te zeggen dat men dan maar niet naar de wet moet leven als leefregel der dankbaarheid. Ja, die door de Geest geleid worden, in hun harten schrijft de Heilige Geest de wet in, 2 Kor. 3:3; Jer. 31:33. Zodat de Geest hen doet leven naar de wet.

Groeten
Refojongere
P.S. Hoe krijg je dikgedrukt en onderstreept enzo?<P>- Bericht is gewijzigd door Refojongere op 03-07-2002 -
Plaats reactie