Nee, Bert, jij citeerde over het congregationalisme. Ik over het nonconformisme. Dat zijn andere zaken. Wat ik beweer is dat een nonconformist heel goed tevens een presbyteriaan kan zijn (wat jij ontkende).Bert Mulder schreef:Precies. Zoals ik ook wiki citeerde. Presbyerianisme is, in de eerste plaats, een naam voor de vorm van kerkregering. Als je het anders gebruikt, werkt het verwarrend. Iemand die lid bleef in de Anglicaanse kerk onderhield dus het Epicopalisme, met de toevoeging dat hun sentiment non-conformist was.
Over het presbyterianisme zijn we het eens. Echter, het is niet waar dat iemand in de Anglicaanse kerk per definitie het episcopalisme (bisschoppelijke systeem) aanhing, de puriteinen wilden nu juist van dit systeem AF.
Dus:
- puriteinen werden door de dwang zich te conformeren en waaraan zij zich niet konden onderwerpen, vanaf 1662 ook nonconformisten en uit de Engelse (Anglicaanse) Kerk gezet. Vóór dit tijd maakten zij dikwijls deel uit van die Kerk, hoewel niet allen.
- puriteinen waren ofwel presbyteriaans (aanhangers van de gereformeerde kerkopvatting), ofwel independenten/congregationalisten (aanhangers van zelfstandige gemeenten, maar verder calvinistisch), ofwel baptist.
- puriteinen waren niet episcopaals in hun hart, behalve dat zij soms genoodzaakt waren deel uit te maken van het episcopale systeem (bisschoppelijke kerkregering).
- de Westminster Confessie is geschreven door hoofdzakelijk theologen uit de Anglicaanse (episcopaalse) Kerk, terwijl de belijdenis voluit presbyteriaans (Gereformeerd) was.
Ik hoop dat we het over bovenstaande vier bullits eens zijn, dat geeft wat meer duidelijkheid naar de anderen toe.
Het is al verwarrend genoeg.