Gian schreef:Ro 8:17 En indien wij kinderen zijn, zo zijn wij ook erfgenamen, erfgenamen van God, en medeerfgenamen van Christus; zo wij anders met Hem lijden, opdat wij ook met Hem verheerlijkt worden.
Heb 11:9 Door het geloof is hij een inwoner geweest in het land der belofte, als in een vreemd land, en heeft in tabernakelen gewoond met Izak en Jakob, die medeerfgenamen waren derzelfde belofte.
Rom. 8 zegt dat de heidenen medeerfgenamen van Christus zijn
Heb. 11 heeft het over Izak en Jacob die medeerfgenamen zijn van de belofte
Overigens kan je wel zeggen dat de gelovige heidenen en de oudtestamenstische gelovigen zowel de belofte als het beloofde bezitten. Daarmee erven de kinderen van de gelovige heiden niet automatisch de belofte. Dat gold alleen voor het natuurlijke zaad in de bedeling van het oude verbond, gelovig en ongelovig (waar de besnijdenis ook naar verwees).
wat is de belofte, dat is het Kind van de belofte, dat is de mogelijkheid weer voor God te kunnen bestaan, door de gerechtigheid van Jezus, daar is het gehele koninkrijk op gefundeerd.
Er is geen andere belofte dan Jezus Christus!
Zonder Jezus (werk) zouden we allemaal verdoemt zijn.
Gods volk is een éénheid zowel uit het oude als nieuwe testament.
hebreen 11
En deze allen, hebbende door het geloof getuigenis gehad, hebben de belofte niet verkregen;
Alzo God wat beters over ons voorzien had, opdat zij zonder ons niet zouden volmaakt worden.
Jezus zei, het zal worden één Herder en één kudde. En deze kudde bestaat alleen uit kinderen van de belofte, de natuurlijke kinderen zijn allen verloren.
Rom 9
Doch ik zeg dit niet, alsof het woord Gods ware uitgevallen; want die zijn niet allen Israel, die uit Israel zijn.
Noch omdat zij Abrahams zaad zijn, zijn zij allen kinderen; maar: In Izaak zal u het zaad genoemd worden.
Dat is, niet de
kinderen des vleses[/b](natuurlijke kinderen), die zijn kinderen Gods; maar de kinderen der beloftenis worden voor het zaad gerekend kinderen van de belofte
je maakt ergens onderscheidt waar het niet is.