Mijn antwoord was ondertussen achterhaald. Had ik geplaatst, voor verder te lezen.memento schreef:Goed, kan ook. Maar ik heb nog nooit gehoord van een GG waar iemand vermaand is geen belijdenis te doen, omdat hij/zij van zichzelf moest getuigen nog geen waar geloof te hebben.Bert Mulder schreef:Dan zou je toch ook consequent moeten zijn, en dus werkelijk de kerkelijke tucht toe moeten passen. Dus niet degenen toe laten tot belijdenis des geloofs, als zij niet een waar geloof belijden. Dus weer des Heeren Avondmaal aan de belijdenis verbinden, als zijnde een gebod van onze Zaligmaker zelf.memento schreef:Als zo'n situatie zich voordoet, is het zeer triest. Dat even vooropgesteld.Tiberius schreef:Maar, Memento, hoe zie je je dat dan concreet voor je?
Hoe kan iemand beloven om dat kind, als het tot zijn verstand gekomen is, in leer en leven te onderwijzen, als het niet de eigen ouders zijn? Wat voor invloed kan zo'n buitenstaander op de opvoeding hebben?
Bovendien: zulke kinderen zien hun eigen ouders in een voortdurende vorm van zonde en overspel samenleven.
Maar, zolang de (zondige) ouders hun kinderen nochthans elke zondag ter kerke (en later: ter catechisatie) brengen, en thuis ook Bijbellezen, bidden, etc, dan verschilt de situatie van die kinderen niets met die van kinderen van ongelovige ouders die niet onder de tucht staan, en gewoon hun kinderen mogen dopen. De zonde van overspel is niet groter dan de zonde van het leven zonder het evangelie te geloven (alles wat uit het geloof niet is, is zonde).
Daarnaast blijf ik wijzen op Israël, waar ieder kind, ongeacht hun ouders, in het verbond was, en daarom besneden. Ik wijs het principieel af, als het (erf van het) verbond nu gekoppeld word aan geboorte (zoals de GG regels praktisch doen). Het verbond is in het NT gekoppeld aan het Woord! Daarom behoort iedereen die onder dat Woord verkeerd, gedoopt te zijn.
Daarnaast: Ongeacht of iemand belijdenis gedaan heeft: Als iemand nú zegt dat hij niet bekeerd is, dan moet hij nú geweerd worden van het avondmaal. De constatering dat de toelating tot de belijdenis dan niet goed gefunctioneerd heeft mag er wel zijn, maar dat is m.i. geen argument om zo iemand maar toe te laten tot de sacramenten.
Precies, Memento. Degenen die belijdenis gedaan hebben, en daarna belijden geen deel te hebben aan Christus, met die hoort de kerkeraad via de kerkelijk tucht te werken. En bidden dat de Heere ze tot geloof mag brengen. Ondertussen zijn ze natuurlijk van de tafel des Heeren geweert.