Beste Geka,Geka schreef:Toch vind ik deze artikelen van ds. Schot voorzichtig gezegd niet sterk.
1. Waarom dat hele gedraai rondom artikel 17? Waarom die afgevaardigden erbij gehaald? En al is het waar dat de context de strijd tegen de remonstranten was, dat doet toch niets af van het inhoudelijk beledene in artikel 17?
En is het echt een argument om te zeggen dat ds. De Gier/Kersten etc in hun verklaring van artikel 17 ook niet wilden stellen dat alle jonggestorven kinderen zalig worden? Hoeveel zeggingskracht heeft dat argument, en bij wie?
Overigens staat dat er ook niet: het gaat om jonggestorven verbondskinderen, kinderen van gelovige ouders.
2. Als je op deze manier de belijdenis mag interpreteren, wat stelt het dan nog voor dat je jezelf daar aan verbindt?
Stel je voor dat een GG predikant publiek opeens belijdt de leer van de 3 verbonden aan te hangen. Op de tegenwerping dat dit in strijd is met de leeruitspraken van 1931 zou hij dan antwoorden: ja, maar kijk eens naar wat de afgevaardigen Minderman en De Blois destijds gezegd hebben? Die hadden er geen moeite mee om 3 verbonden te leren.
Volgens mij zou de SB nooit ruimte geven om een dergelijk standpunt te ventileren. Maar als het de DL betreft mag het blijkbaar wel. Moet je dan in feite niet gewoon eerlijk zeggen dat de dogmatiek van Kersten meer zeggingskracht heeft dan de belijdenis?
3. De hele discussie hierover is niets meer dan een gevolg van een verschillende verbondsvisie. De verbondsvisie van Kersten en de mainstream GG is niet de lijn van de 3 FvE, en evenmin de lijn van het doopformulier.
Daarmee zeg ik niet dat deze visie buiten de bandbreedte van het gereformeerd protestantisme valt, er zijn wel overeenkomsten met bijvoorbeeld de Westminster Confessie. Maar geef dat nu gewoon eens eerlijk toe, en stop dan met die pogingen om het doopformulier, de HC, en nu ook dit artikel 'passend' te maken voor de eigen visie.
Kortom; ik vraag niemand de eigen verbondsvisie op te geven, maar laten we a.u.b. gewoon eens eerlijk zijn.
Je slaat de spijker op z'n kop. Op de Generale Synode van 2001 heeft één van de ouderling-afgevaardigden, toen hierover discussie gevoerd werd (verbond) gezegd: "Broeders, laten we gewoon toegeven dat we binnen de GG niet de verbondsvisie van Calvijn delen."
Nog los van de vraag of je dit prettig of verdrietig vind, is het wel eerlijke taal.
Overigens moet gezegd dat dit ook weer niet voor elke predikant geldt. De breedte van de GG is de laatste jaren gegroeid. Men ontkent wel dat er flanken zijn, maar die zijn er wel degelijk, zonder daar een oordeel over de vellen.
Ds. Kieviet schreef immers al dat hij ook GG-predikanten wist die het niet eens waren met de lijn die ds. Schot in zijn artikelen trok.