Onze rechtvaardigmaking, levendmaking, het Evangelie, de wet
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Bert,
Vorige keer heb ik je uitgelegd wat in het ons bekende vragenboekje staat wat (geestelijk) dood inhoudt: dat is een onmacht in de zonden en Gods gunst en gemeenschap te missen.
En van de tweeërlei werking des Geestes Gods, namelijk der dienstbaarheid (onder de wet) en der aanneming (onder de genade) (zie kantekeningen Rom. 8).
Kanttekening bij Rom. 6 "in zijn dood gedoopt",
Dat is, door de doop verzekerd worden dat wij gemeenschap hebben aan Zijnen dood, waardoor niet alleen onze zonden voor God verzoend zijn, maar ook de Heilige Geest is verworven, door wiens werking de verdorvenheid, die in ons is, haar leven of heersende kracht is benomen, hetwelk is de eerste trap onzer wedergeboorte; Tit. 3:5,6. De apostel schijnt hier te zien op de wijze van dopen, in de warme Oosterse landen veel gebruikelijk, waar de mensen geheel in het water ingedoopt werden, een weinig tijds onder het water bleven, en daarna uit het water oprezen; en aan te wijzen, dat deze indoping en blijven in het water ene afbeelding is van Christus' dood en begrafenis, en het oprijzen uit het water van Zijne verrijzenis. Hetwelk ook op onze wijze van dopen door besprenging wel kan gepast worden.
Hier zie je dat de vergeving der zonden de eerste trap is van de wedergeboorte.
In de Dordtsche leerregels (12e stelling) kan je lezen dat de levendmaking en wedergeboorte gelijk worden gesteld.
De stelling overtuigd van zonden is reeds wedergeboren komt van Johannes Maccovius. Hij bestreed de leer van het voorbereidend werk.
Vorige keer heb ik je uitgelegd wat in het ons bekende vragenboekje staat wat (geestelijk) dood inhoudt: dat is een onmacht in de zonden en Gods gunst en gemeenschap te missen.
En van de tweeërlei werking des Geestes Gods, namelijk der dienstbaarheid (onder de wet) en der aanneming (onder de genade) (zie kantekeningen Rom. 8).
Kanttekening bij Rom. 6 "in zijn dood gedoopt",
Dat is, door de doop verzekerd worden dat wij gemeenschap hebben aan Zijnen dood, waardoor niet alleen onze zonden voor God verzoend zijn, maar ook de Heilige Geest is verworven, door wiens werking de verdorvenheid, die in ons is, haar leven of heersende kracht is benomen, hetwelk is de eerste trap onzer wedergeboorte; Tit. 3:5,6. De apostel schijnt hier te zien op de wijze van dopen, in de warme Oosterse landen veel gebruikelijk, waar de mensen geheel in het water ingedoopt werden, een weinig tijds onder het water bleven, en daarna uit het water oprezen; en aan te wijzen, dat deze indoping en blijven in het water ene afbeelding is van Christus' dood en begrafenis, en het oprijzen uit het water van Zijne verrijzenis. Hetwelk ook op onze wijze van dopen door besprenging wel kan gepast worden.
Hier zie je dat de vergeving der zonden de eerste trap is van de wedergeboorte.
In de Dordtsche leerregels (12e stelling) kan je lezen dat de levendmaking en wedergeboorte gelijk worden gesteld.
De stelling overtuigd van zonden is reeds wedergeboren komt van Johannes Maccovius. Hij bestreed de leer van het voorbereidend werk.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
We zijn het daarop eens dus, in dat er geen wezenlijjk verschil is tussen wat Beza zegt over de 1e functie van de wet, en deel 1 van de HC.Zonderling schreef:Maar...Bert Mulder schreef:Maar....Zonderling schreef:
Hierin zien we dat Beza - overeenkomst het derde deel van de HC - de tweede functie van de Wet leert, namelijk tot ware bekering en een Evangelisch berouw. Juist het feit dat Beza de eerste en de tweede functie van de Wet nadrukkelijk onderscheidt, maakt duidelijk dat hij de ellendekennis (overeenkomstig het 1e deel van de HC) plaatst vóór wedergeboorte en geloof, terwijl hij de ware bekering en het Evangelisch berouw plaatst ná wedergeboorte en geloof.
Mijn vriend Zonderling...
Let wel, dat ik steeds heb vastgehouden aan het feit dat de zondekennis voor de levendmaking niet zaligmakend is, maar de algemene werking of leiding Gods in het leven van de mens. Zoals zelfs de heidenen die niet eens van de Bijbel gehoord hebben zelfs de wet Gods, van nature, in hun hart hebben. Dit beschrijft Beza ook, met de nadruk dat Gods Woord (de wet) een tweesnijdend scherp zwaard is. Die zondekennis voor de levendmaking is nooit genoeg, en is ook nooit een voorwaarde om tot Christus te komen.
Vriend Bert,
Betekent dit dat we het erover eens zijn dat deel 1 van de HC niet spreekt over zaligmakende zondekennis als vrucht van wedergeboorte en geloof en dus ook niet als vrucht van levendmaking?
Is er verschil tussen wat Beza zegt over de 1e functie van de Wet en deel 1 van de HC?
Ik meen van nee. Jij ook?
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Ben ik het daarop dus goed met Maccovius eens, dat een dood mens zijn zonden niet waarlijk kent. Daar is de levendmaking (wedergeboorte) voor nodig.chapman schreef:Bert,
Vorige keer heb ik je uitgelegd wat in het ons bekende vragenboekje staat wat (geestelijk) dood inhoudt: dat is een onmacht in de zonden en Gods gunst en gemeenschap te missen.
En van de tweeërlei werking des Geestes Gods, namelijk der dienstbaarheid (onder de wet) en der aanneming (onder de genade) (zie kantekeningen Rom. 8).
Kanttekening bij Rom. 6 "in zijn dood gedoopt",
Dat is, door de doop verzekerd worden dat wij gemeenschap hebben aan Zijnen dood, waardoor niet alleen onze zonden voor God verzoend zijn, maar ook de Heilige Geest is verworven, door wiens werking de verdorvenheid, die in ons is, haar leven of heersende kracht is benomen, hetwelk is de eerste trap onzer wedergeboorte; Tit. 3:5,6. De apostel schijnt hier te zien op de wijze van dopen, in de warme Oosterse landen veel gebruikelijk, waar de mensen geheel in het water ingedoopt werden, een weinig tijds onder het water bleven, en daarna uit het water oprezen; en aan te wijzen, dat deze indoping en blijven in het water ene afbeelding is van Christus' dood en begrafenis, en het oprijzen uit het water van Zijne verrijzenis. Hetwelk ook op onze wijze van dopen door besprenging wel kan gepast worden.
Hier zie je dat de vergeving der zonden de eerste trap is van de wedergeboorte.
In de Dordtsche leerregels (12e stelling) kan je lezen dat de levendmaking en wedergeboorte gelijk worden gesteld.
De stelling overtuigd van zonden is reeds wedergeboren komt van Johannes Maccovius. Hij bestreed de leer van het voorbereidend werk.
Kun je hier in een artikel lezen (in het engels) over het voorbereidend werk, door Martyn McGeown (seminarian)
http://www.prca.org/prtj/nov2007.pdf
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Bert, graag nog iets duidelijker.Bert Mulder schreef:We zijn het daarop eens dus, in dat er geen wezenlijjk verschil is tussen wat Beza zegt over de 1e functie van de wet, en deel 1 van de HC.Zonderling schreef:Betekent dit dat we het erover eens zijn dat deel 1 van de HC niet spreekt over zaligmakende zondekennis als vrucht van wedergeboorte en geloof en dus ook niet als vrucht van levendmaking?
Is er verschil tussen wat Beza zegt over de 1e functie van de Wet en deel 1 van de HC?
Ik meen van nee. Jij ook?
Je geeft alleen antwoord op de tweede vraag, niet op de eerste.
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Ik weet niet of de HC dit wel leert, Zonderling. In het Schatboek lees ik: "Weliswaar brengt de ellendekennis, in haarzelf aangemerkt, verschrikking; maar deze verschrikking dient de gelovigen tot zaligheid."Zonderling schreef:Het feit dat dit deel het kleinste deel is, wijst eerder erop dat de ellendekennis in het eerste deel van de HC NIET zaligmakend is en géén vrucht van de wedergeboorte. Daarom is er ook veel minder aandacht voor dan voor het tweede en derde deel.
"Want als wij onze ellendestaat - zonder enig middel tot verlossing - kenden, ware het te vrezen, dat wij van droefheid zouden moeten bezwijken. Dit stuk maakt onderscheid tussen een kind Gods en een kind des duivels. Want Gods kinderen staan, wanneer zij uit zwakheid in zonde gevallen zijn, door Gods genade weer op... enz."
Overigens zegt Ursinus op andere plaatsen in het Schatboek wél dat zondekennis aan de bekering voorafgaat, maar of je dit kunt betrekken op de eerste zondagen als zodanig, betwijfel ik.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Afgewezen schreef:Ik weet niet of de HC dit wel leert, Zonderling. In het Schatboek lees ik: "Weliswaar brengt de ellendekennis, in haarzelf aangemerkt, verschrikking; maar deze verschrikking dient de gelovigen tot zaligheid."Zonderling schreef:Het feit dat dit deel het kleinste deel is, wijst eerder erop dat de ellendekennis in het eerste deel van de HC NIET zaligmakend is en géén vrucht van de wedergeboorte. Daarom is er ook veel minder aandacht voor dan voor het tweede en derde deel.
"Want als wij onze ellendestaat - zonder enig middel tot verlossing - kenden, ware het te vrezen, dat wij van droefheid zouden moeten bezwijken. Dit stuk maakt onderscheid tussen een kind Gods en een kind des duivels. Want Gods kinderen staan, wanneer zij uit zwakheid in zonde gevallen zijn, door Gods genade weer op... enz."
Overigens zegt Ursinus op andere plaatsen in het Schatboek wél dat zondekennis aan de bekering voorafgaat, maar of je dit kunt betrekken op de eerste zondagen als zodanig, betwijfel ik.
Ik zou me niet willen beperken, door te zeggen dat de zondekennis, zoals die geleerd wordt in het eerste gedeelte van de HC, alleen zou dienen voor degenen die niet levend gemaakt zijn. Zelfs niet dat die zou dienen voor degenen die nog niet bekeerd zijn (trouwens, over welke bekering hebben we het, in de engere of bredere zin?). Die ellende kennis heeft iedereen van node, doet er niet toe in welke stadium van de weg ter zaligheid. De minst gevorderde, of de meest gevorderde.2 Timóthëus 3:16
Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is;
Lees hierover ook Ds. Kersten in zijn behandeling van de ordo solutis.
Zo zie ik de ordo salutis:
Wedergeboorte, roeping (vallen in de tijd samen), geloof en bekering (engere zin), rechtvaardigmaking, heiligmaking, preservatie en volharding, verheerlijking.
Dus, geachte broeder Zonderling, zou ik het grootste aandeel van de zondekennis plaatsen tussen de wedergeboorte/roeping en geloof en bekering (in de engere zin). Alle zondekennis voor de levendmaking (wedergeboorte) is niet zaligmakend, en is alleen de algemene werking onder de voorzienigheid Gods, en komt niet voort uit de zoensverdienste van Christus. Zoals ook de DL leren:
3/4-4. Wel is waar dat na den val in den mens enig licht der natuur nog overgebleven is, waardoor hij behoudt enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, en ook betoont enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht. Maar zo ver is het vandaar, dat de mens door dit licht der natuur zou kunnen komen tot de zaligmakende kennis Gods, en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken dit licht niet recht gebruikt; ja veel meer het, hoedanig het ook zij, op onderscheiden wijze geheel bezoedelt en in ongerechtigheid ten onder houdt; en dewijl hij dit doet, zo wordt hem alle verontschuldiging voor God benomen.
3/4-5. Gelijk het met het licht der natuur toegaat, zo gaat het ook in dezen toe met de wet der tien geboden, van God door Mozes den Joden in het bijzonder gegeven. Want nademaal deze de grootheid der zonde wel ontdekt en den mens meer en meer van zijn schuld overtuigt, doch het herstellingsmiddel daartegen niet aanwijst, noch enige krachten toebrengt om uit deze ellendigheid te kunnen geraken, en omdat zij alzo, door het vlees krachteloos geworden zijnde, den overtreder onder den vloek blijven laat, zo kan de mens daardoor de zaligmakende genade niet verkrijgen.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Afgewezen,Afgewezen schreef:Ik weet niet of de HC dit wel leert, Zonderling. In het Schatboek lees ik: "Weliswaar brengt de ellendekennis, in haarzelf aangemerkt, verschrikking; maar deze verschrikking dient de gelovigen tot zaligheid."Zonderling schreef:Het feit dat dit deel het kleinste deel is, wijst eerder erop dat de ellendekennis in het eerste deel van de HC NIET zaligmakend is en géén vrucht van de wedergeboorte. Daarom is er ook veel minder aandacht voor dan voor het tweede en derde deel.
"Want als wij onze ellendestaat - zonder enig middel tot verlossing - kenden, ware het te vrezen, dat wij van droefheid zouden moeten bezwijken. Dit stuk maakt onderscheid tussen een kind Gods en een kind des duivels. Want Gods kinderen staan, wanneer zij uit zwakheid in zonde gevallen zijn, door Gods genade weer op... enz."
Overigens zegt Ursinus op andere plaatsen in het Schatboek wél dat zondekennis aan de bekering voorafgaat, maar of je dit kunt betrekken op de eerste zondagen als zodanig, betwijfel ik.
Ik kan in zoverre hierin meegaan, dat het eerste deel van de HC in het leven van de gelovigen (steeds opnieuw) geleerd wordt. Hetzelfde geldt ook voor de eerste functie van de Wet waarvan Beza spreekt. Het geldt ook voor Johannes 16 waar we vinden dat de Heilige Geest zal overtuigen "van zonde, omdat zij in Mij niet geloven".
Echter in de opbouw van de HC is het eerste stuk toch in de eerste plaats bedoeld om het aanvankelijke werk van overtuiging van zonde door de Wet voor te stellen voorafgaand aan het geloof en wedergeboorte. Dat hoeft nauwelijks bewezen te worden, want de HC geeft ons zelf die orde in de verdeling van de drie stukken. Ook wijst de HC in het eerste stuk erop dat de wedergeboorte noodzakelijk is (antwoord 8: "tenzij wij door de Geest Gods wedergeboren worden"). Daar wordt dus niet geleerd dat de kennis van zonde door de Wet vrucht is van wedergeboorte, maar juist de noodzakelijkheid van wedergeboorte AANWIJST, echter zonder hiertoe te geraken. Dat kan ook niet, want de Wet maakt niet levend, maar doodt.
Daarom spreekt Ursinus van dit voorbereidend werk door de Wet bij antwoord 9 op de volgende wijze:
Ursinus spreekt hier over de functie van de Wet voor de uitverkorene vóór hun verzoening en vóór hun vernieuwing door de Heilige Geest, dus ook vóór hun wedergeboorte of levendmaking.Ursinus schreef:Hij heeft de Wet bevolen ook om andere oorzaken, namelijk dat het al te samen gedaan worde wat Hij bevolen heeft, namelijk, op dat de uitverkorenen Gode mogen toeschrijven de lof der gerechtigheid en hun onmacht bekennen. Op dat zij mogen weten wat zij van God voornamelijk moeten begeren, opdat ze ten laatste met God verzoend zijnde, en vernieuwd door de Heilige Geest, een nieuwe gehoorzaamheid beginnen in dit leven Gode te bewijzen.
Dus: Al is het waar dat de Wet in zijn eis óók een functie heeft voor de gelovigen en óók zelfs voor de verworpenen, toch onderkent Ursinus wel degelijk de functie van de Wet in het overtuigend werk in de uitverkorenen vóór hun verzoening met God en vóór de vernieuwing (wedergeboorte) door de Heilige Geest.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Geachte Zonderling:Zonderling schreef:Afgewezen,Afgewezen schreef:Ik weet niet of de HC dit wel leert, Zonderling. In het Schatboek lees ik: "Weliswaar brengt de ellendekennis, in haarzelf aangemerkt, verschrikking; maar deze verschrikking dient de gelovigen tot zaligheid."Zonderling schreef:Het feit dat dit deel het kleinste deel is, wijst eerder erop dat de ellendekennis in het eerste deel van de HC NIET zaligmakend is en géén vrucht van de wedergeboorte. Daarom is er ook veel minder aandacht voor dan voor het tweede en derde deel.
"Want als wij onze ellendestaat - zonder enig middel tot verlossing - kenden, ware het te vrezen, dat wij van droefheid zouden moeten bezwijken. Dit stuk maakt onderscheid tussen een kind Gods en een kind des duivels. Want Gods kinderen staan, wanneer zij uit zwakheid in zonde gevallen zijn, door Gods genade weer op... enz."
Overigens zegt Ursinus op andere plaatsen in het Schatboek wél dat zondekennis aan de bekering voorafgaat, maar of je dit kunt betrekken op de eerste zondagen als zodanig, betwijfel ik.
Ik kan in zoverre hierin meegaan, dat het eerste deel van de HC in het leven van de gelovigen (steeds opnieuw) geleerd wordt. Hetzelfde geldt ook voor de eerste functie van de Wet waarvan Beza spreekt. Het geldt ook voor Johannes 16 waar we vinden dat de Heilige Geest zal overtuigen "van zonde, omdat zij in Mij niet geloven".
Echter in de opbouw van de HC is het eerste stuk toch in de eerste plaats bedoeld om het aanvankelijke werk van overtuiging van zonde door de Wet voor te stellen voorafgaand aan het geloof en wedergeboorte. Dat hoeft nauwelijks bewezen te worden, want de HC geeft ons zelf die orde in de verdeling van de drie stukken. Ook wijst de HC in het eerste stuk erop dat de wedergeboorte noodzakelijk is (antwoord 8: "tenzij wij door de Geest Gods wedergeboren worden"). Daar wordt dus niet geleerd dat de kennis van zonde door de Wet vrucht is van wedergeboorte, maar juist de noodzakelijkheid van wedergeboorte AANWIJST, echter zonder hiertoe te geraken. Dat kan ook niet, want de Wet maakt niet levend, maar doodt.
Daarom spreekt Ursinus van dit voorbereidend werk door de Wet bij antwoord 9 op de volgende wijze:Ursinus spreekt hier over de functie van de Wet voor de uitverkorene vóór hun verzoening en vóór hun vernieuwing door de Heilige Geest, dus ook vóór hun wedergeboorte of levendmaking.Ursinus schreef:Hij heeft de Wet bevolen ook om andere oorzaken, namelijk dat het al te samen gedaan worde wat Hij bevolen heeft, namelijk, op dat de uitverkorenen Gode mogen toeschrijven de lof der gerechtigheid en hun onmacht bekennen. Op dat zij mogen weten wat zij van God voornamelijk moeten begeren, opdat ze ten laatste met God verzoend zijnde, en vernieuwd door de Heilige Geest, een nieuwe gehoorzaamheid beginnen in dit leven Gode te bewijzen.
Dus: Al is het waar dat de Wet in zijn eis óók een functie heeft voor de gelovigen en óók zelfs voor de verworpenen, toch onderkent Ursinus wel degelijk de functie van de Wet in het overtuigend werk in de uitverkorenen vóór hun verzoening met God en vóór de vernieuwing (wedergeboorte) door de Heilige Geest.
Ben ik het met je eens, als je toegeeft dat een dode zondaar niet recht zijn zonden kent, of inderdaad kan kennen. Dat gebeurt pas NA de wedergeboorte (levendmaking).
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Zie het antwoord dat ik gegeven heb aan Afgewezen.Bert Mulder schreef:Ik zou me niet willen beperken, door te zeggen dat de zondekennis, zoals die geleerd wordt in het eerste gedeelte van de HC, alleen zou dienen voor degenen die niet levend gemaakt zijn. Zelfs niet dat die zou dienen voor degenen die nog niet bekeerd zijn (trouwens, over welke bekering hebben we het, in de engere of bredere zin?). Die ellende kennis heeft iedereen van node, doet er niet toe in welke stadium van de weg ter zaligheid. De minst gevorderde, of de meest gevorderde.2 Timóthëus 3:16
Al de Schrift is van God ingegeven, en is nuttig tot lering, tot wederlegging, tot verbetering, tot onderwijzing die in de rechtvaardigheid is;
Ik kan met je meegaan dat de zondekennis in het eerste deel van de HC niet beperkt wordt tot het voorbereidend werk (voorafgaand aan geloof en wedergeboorte). Het is er echter wel een wezenlijk bestanddeel van. In mijn antwoord aan Afgewezen heb ik dat ook uit de verklaring van Ursinus bij vraag en antwoord 9 laten zien.
Daarmee plaats je een tijdsruimte tussen wedergeboorte & roeping enerzijds en geloof, bekering (in engere zin) en rechtvaardigmaking anderzijds. Daarin kan ik niet meegaan. De Schrift leert dat niet. (N.B. je hebt nog geen enkel Schriftbewijs hiervoor gegeven.) De belijdenisgeschriften leren het niet. De Reformatoren leerden het niet. De Dordtse Synode leerde het niet. De kanttekeningen op de Statenvertaling leren het niet. Graag bewijsplaatsen in plaats van onbewezen stellingen.Zo zie ik de ordo salutis:
Wedergeboorte, roeping (vallen in de tijd samen), geloof en bekering (engere zin), rechtvaardigmaking, heiligmaking, preservatie en volharding, verheerlijking.
Dus, geachte broeder Zonderling, zou ik het grootste aandeel van de zondekennis plaatsen tussen de wedergeboorte/roeping en geloof en bekering (in de engere zin).
Dat zondekennis vóór de levendmaking (wedergeboorte) niet zaligmakend genoemd kan worden, ben ik met je eens. Dat deze zondekennis alleen een werking is van Gods voorzienigheid en niet voortkomt uit de zoenverdienste van Christus, is echter een filosofisch en onnodig onderscheid. Want in de uitverkorenen werkt God overtuigingen voorbereidend aan wedergeboorte en geloof. Deze werkingen worden geschonken omdat God hen wil begiftigen met de zaligheid. Het is dan onnuttig en onwaar om te zeggen dat dit niet voortkomt uit de zoenverdienste van Christus.Alle zondekennis voor de levendmaking (wedergeboorte) is niet zaligmakend, en is alleen de algemene werking onder de voorzienigheid Gods, en komt niet voort uit de zoensverdienste van Christus.
Deze passages bewijzen inderdaad dat de Wet ook in zijn overtuigend werk géén herstel aanbrengt en dat dit werk niet zaligmakend genoemd kan worden. Daarover waren we het reeds lang eens. Ze bewijzen echter niet het punt waarover wij verschil hebben, namelijk: Of overtuiging van zonde in de uitverkorenen voor zover die voorafgaat aan het geloof, volgt op de levendmaking en wedergeboorte (zoals jij stelt). De DL leren dat nergens. Integendeel, zij plaatsen de levendmaking en wedergeboorte ná het werk van de wet (3/4-5 over de wet gaat vooraf aan de artikelen over de levendmaking / wedergeboorte) in orde DAARNA. Wanneer jij gelijk zou hebben dat de overtuiging van zonde hoofdzakelijk tússen (a) roeping/levendmaking/wedergeboorte enerzijds en (b) geloof/rechtvaardigmaking anderzijds geplaatst moet worden, dan mag je toch verwachten dat dit ook in onze belijdenis te vinden is. Nogmaals, dat is NIET het geval.Zoals ook de DL leren:
3/4-4. Wel is waar dat na den val in den mens enig licht der natuur nog overgebleven is, waardoor hij behoudt enige kennis van God, van de natuurlijke dingen, van het onderscheid tussen hetgeen betamelijk en onbetamelijk is, en ook betoont enige betrachting tot de deugd en tot uiterlijke tucht. Maar zo ver is het vandaar, dat de mens door dit licht der natuur zou kunnen komen tot de zaligmakende kennis Gods, en zich tot Hem bekeren, dat hij ook in natuurlijke en burgerlijke zaken dit licht niet recht gebruikt; ja veel meer het, hoedanig het ook zij, op onderscheiden wijze geheel bezoedelt en in ongerechtigheid ten onder houdt; en dewijl hij dit doet, zo wordt hem alle verontschuldiging voor God benomen.
3/4-5. Gelijk het met het licht der natuur toegaat, zo gaat het ook in dezen toe met de wet der tien geboden, van God door Mozes den Joden in het bijzonder gegeven. Want nademaal deze de grootheid der zonde wel ontdekt en den mens meer en meer van zijn schuld overtuigt, doch het herstellingsmiddel daartegen niet aanwijst, noch enige krachten toebrengt om uit deze ellendigheid te kunnen geraken, en omdat zij alzo, door het vlees krachteloos geworden zijnde, den overtreder onder den vloek blijven laat, zo kan de mens daardoor de zaligmakende genade niet verkrijgen.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Ook door de Leidse professoren (in de Synopsis, 1625) en op de Dordtse Synode werd wel degelijk gesproken over het voorbereidend werk door de Geest vóór de wedergeboorte. Ik plaatste dit al eerder in een ander topic, maar ook in deze discussie komt dit van pas.
Leidse professoren in de Synopsis:
Ook de kanttekeningen bij de Statenvertaling spreken hierover.
Bijvoorbeeld:
Leidse professoren in de Synopsis:
Idem:De verdienende oorzaak van deze gave [namelijk de aanvankelijke wedergeboorte en bekering] is niet enige voorafgaande geschiktheid in ons, of een voorbereiding (...).
Wij ontkennen echter niet dat God Zelf weliswaar gewoonlijk op verschillende wijzen, hetzij door de bewijsmiddelen der natuur, Rom. 2:4, hetzij door het woord van de Wet en het Evangelie, de mensen langzamerhand voorbereidt, vóórdat Hij hen van deze weldaad deelgenoot maakt (...), maar wij ontkennen ten eerste, dat God tot deze gewone wijze van handelen gehouden is, gelijk uit de met Christus gekruisigde misdadiger en Paulus die de kerk vervolgde, blijkt; (...) tenslotte [ontkennen wij] dat enige dergelijke geschiktheid of voorbereiding die aan het geloof voorafgaat, een voorgaande is, waaraan door God een vaste belofte van deze gave gedaan is, daar al wat uit het geloof niet is, zonde is, Rom. 14:23, en zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen, te weten ter zaligheid, Hebr. 11:6.
(Synopsis, XXXII.5, 6.)
En ook op de Dordtse Synode zelf is zo gesproken, bijvoorbeeld door de afgevaardigden van de Palts, Engeland en Drenthe. Maar zij waren beslist niet alleen deze mening toegedaan zoals uit de hierboven gegeven citaten van de Nederlandse professoren uit de Synopsis is aangewezen.De instrumentele oorzaak van deze weldaad [van aanvankelijke wedergeboorte en bekering] is het woord van God, zowel van de Wet als van het Evangelie.
Want door de Wet, zowel in de natuur ingeschreven, Rom. 1, als op de stenen tafelen vernieuwd, 2 Kor. 3, wordt de mens tot de ware erkenning van zijn veroordeling en ellende gebracht, gelijk elders is uitgelegd; zonder welke de mens niet vatbaar kan zijn voor wedergeboorte en zaligmakende bekering, daar Christus zelf betuigt, dat Hij niet gekomen is om rechtvaardigen, maar zondaars tot bekering te roepen, Matth. 9:13. (Synopsis, XXXII.10, 11.)
Dus zij leerden: Er is wel degelijk een kennis en overtuiging van zonde vóór de wedergeboorte. Deze kennis en overtuiging van zonde is in de hand van de Heilige Geest een vóórbereiding tot de wedergeboorte en het geloof (niet van de kant van de mens want de mens kán zich niet voorbereiden). Deze kennis van zonde is niet zaligmakend.Dordtse Synode, theologen uit de Palts
“Het is ook zeker, dat sommige daden van kennis der zonde, droefheid, verslagenheid, enz. gaan vóór het geloof en de bekering in de mens die herboren zal worden, terwijl hij door de dienst der wet en des Evangelies bereid wordt om de genade te ontvangen.” (Acta, blz. 479.)
Ook de kanttekeningen bij de Statenvertaling spreken hierover.
Bijvoorbeeld:
Idem:Galaten 3:24: “Zo dan, de wet is onze tuchtmeester geweest tot Christus, opdat wij uit het geloof zouden gerechtvaardigd worden.”
“tot Christus”: “Dat is, om ons te leiden tot Christus. Hetwelk de wet der zeden doet als zij ons van zonde overtuigt en de vloek verkondigt, en derhalve ons toont dat wij dan om behouden te worden onze toevlucht tot Christus moeten nemen, Die ons van de zonde en vloek verlost heeft. (...)”
Romeinen 8:15: “Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den Geest der aanneming tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader!”
“den Geest der dienstbaarheid”: “Alzo noemt hij de werking des Geestes Gods door de wet, die de harten der mensen door de dreigementen tegen de overtreders verslaat en bevreesd maakt, gelijk daarvan een klaar voorbeeld is in de Israëlieten, als God de wet der Tien Geboden voor hen van de berg heeft uitgesproken, Ex. 20:19, waarop de apostel hier ziet, alsook Hebr. 12:18, 19.”
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Geachte broeder Zonderling:
Constateer ik, dat de synopsis hier wel heel voorzichtig gesteld is... Ben het ook wel zo ongeveer eens met jouw citaten hiervoor.
Maar wil wel aanwijzen, dat in die citaten OOK gesteld wordt, zoals ik ook zei, dat de zondekennis voor het geloof en bekering kwam. Dus niet eerst geloof en bekering, en daarna zondekennis.
En de reden dat ik in wezen de zondekennis in twee delen deel, is namelijk, dat voor de levendmaking(wedergeboorte), de mens, dood zijnde, niets goeds kan doen, of goed gebruiken (vergelijk mijn citaat DL voorgaande). Daarom, de ware zondekennis komt voor de bekering en geloof, en na de levendmaking.
Ben ik er niet op tegen, dat God in Zijn voorzienigheid, Zijn uitverkorenen toebereid. Heb je gelijk, dat ik voor mijn stelling dat die voorbereiding niet uit de zoensverdienste voort zou komen, op dit ogenblik geen bewijsmateriaal heb.
Constateer ik, dat de synopsis hier wel heel voorzichtig gesteld is... Ben het ook wel zo ongeveer eens met jouw citaten hiervoor.
Maar wil wel aanwijzen, dat in die citaten OOK gesteld wordt, zoals ik ook zei, dat de zondekennis voor het geloof en bekering kwam. Dus niet eerst geloof en bekering, en daarna zondekennis.
En de reden dat ik in wezen de zondekennis in twee delen deel, is namelijk, dat voor de levendmaking(wedergeboorte), de mens, dood zijnde, niets goeds kan doen, of goed gebruiken (vergelijk mijn citaat DL voorgaande). Daarom, de ware zondekennis komt voor de bekering en geloof, en na de levendmaking.
Ben ik er niet op tegen, dat God in Zijn voorzienigheid, Zijn uitverkorenen toebereid. Heb je gelijk, dat ik voor mijn stelling dat die voorbereiding niet uit de zoensverdienste voort zou komen, op dit ogenblik geen bewijsmateriaal heb.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Tis toch triest dat je moet gaan praten over bekering in bredere en engere zin!!!???
Waar halen jullie dat vandaan? Volgens mij zegt God juist: tis of dood of levend. In Openbaringen gaat het wel over koud, heet of lauw. Is lauw dan de bredere zin?
Maar dat is dan totaal geen bekering. Tis of wel of niet. Toch?
Waar halen jullie dat vandaan? Volgens mij zegt God juist: tis of dood of levend. In Openbaringen gaat het wel over koud, heet of lauw. Is lauw dan de bredere zin?
Maar dat is dan totaal geen bekering. Tis of wel of niet. Toch?
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Hannek, bekering in de nauwere zin is de 'eerste' bekering, in de 'bredere' zin de hele bekeringsweg.hannek schreef:Tis toch triest dat je moet gaan praten over bekering in bredere en engere zin!!!???
Waar halen jullie dat vandaan? Volgens mij zegt God juist: tis of dood of levend. In Openbaringen gaat het wel over koud, heet of lauw. Is lauw dan de bredere zin?
Maar dat is dan totaal geen bekering. Tis of wel of niet. Toch?
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
Engere zin = het punt van de bekering waarin de zondaar van dood levend wordt.hannek schreef:Tis toch triest dat je moet gaan praten over bekering in bredere en engere zin!!!???
Waar halen jullie dat vandaan? Volgens mij zegt God juist: tis of dood of levend. In Openbaringen gaat het wel over koud, heet of lauw. Is lauw dan de bredere zin?
Maar dat is dan totaal geen bekering. Tis of wel of niet. Toch?
Ruimere zin = de dagelijkse bekering die voor iedere christen nodig blijft.
Begrijp ik het zo goed?
Re: De wet, het Evangelie, onze levendmaking, rechtvaardigmaking
oftewel rechtvaardigmaking en heiligmaking??? das bijbelser lijkt me?