Dat er een groot onderscheid tussen Israël als verbondsvolk en de NT Gemeente bestaat, erken ik direct.Grace schreef:Dan hebben we inderdaad een ander uitgangspunt. Zoals ik de Schrift versta, is het feit dat de Gemeente fundamenteel een andere gestalte heeft binnen het Koninkrijk Gods dan Israël als natie...Zonderling schreef: Wanneer het gaat om Openbaring 12 zie ik een belangrijke parallel met de moederbelofte uit Genesis 3.
Daar wordt over Christus gesproken als het Zaad der vrouw.
Onder die vrouw / haar zaad versta ik de voortgaande lijn van de gelovigen van het begin van de wereld tot aan haar einde met een bijzondere vervulling op Christus...
Maar dat onderscheid is in mijn ogen niet allesbeheersend in die zin dat we vanuit die bril heel Openbaring, ja zelfs de hele Bijbel lezen moeten. Want beiden zijn tot één gemaakt en de middelmuur des afscheidsels is verbroken zoals Paulus leert. De heidenen delen in de zegening van Abraham. Al ben ik er tevens van overtuigd dat er voor Israël nog steeds bijzondere beloften zijn.
Het ging over de vrouw uit Openbaring 12 die een mannelijk Kind baart. Deze vrouw is niet Maria, daar zijn we het over eens. Ik denk nog steeds dat hier gezien wordt op de belofte van het Vrouwenzaad (Genesis 3:16), dat is toch zeker geen ongerijmde gedachte lijkt mij zo !
Ik kan niet meegaan met hen die alles vanuit een bepaald schema van Israël en de Gemeente lezen, Openbaring leert ons nu juist dit schema niet. En de zaken moeten uit de Schrift zelf opkomen, we moeten er niet in-leggen. Om met de eerste Bijbeltekst te beginnen die je noemt, 2 Korinthe 5:17:
Voor mij is 'iemand' hier de gelovige die in Christus is, hetzij Jood of heiden. Waarom zouden we hier speciaal over de Gemeente moeten spreken? Ook gelovige Joden zijn 'in Christus' en ook voor hen geldt dat zij dan 'een nieuw schepsel' (of schepping) zijn. Idem Efeze 2:6 (de tweede tekst die je gebruikt om exclusief de Gemeente mee aan te duiden), terwijl Paulus daar zelfs spreekt over 'ons' en dus zichzelf als gelovige Jood mede insluit. Om deze tekst specifiek op de Gemeente toe te passen (exclusief Israël) is geheel in strijd met wat Paulus in dit hoofdstuk leert.17 Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.
Nogmaals, de bijzondere plaats van Israël wordt door mij niet ontkend. Maar tegelijk belijden we dat Jood en heidenen (in het geloof) één zijn in Christus.