
Maar bij de uitleg van het OT moeten we wel gebruikmaken van de piketpaaltjes die in het NT zijn uitgezet.
OK. laten we het dan even bij Ezechiel houden, dat is al lastig genoeg!Afgewezen schreef:Ik pretendeer niet alle teksten te kunnen verklaren.![]()
Maar bij de uitleg van het OT moeten we wel gebruikmaken van de piketpaaltjes die in het NT zijn uitgezet.
Voor een herbeleving of een gedenkteken hoef je toch geen dieren te slachten?jakobmarin schreef:- er is ook een altaar (houten tafel, Mijn tafel!) in die tempel:
Het offer is geen herhaling maar een herbeleving, een gedenkteken, wat de HA nu is voor de gemeente.
Citaat van de site:elbert schreef:Voor een herbeleving of een gedenkteken hoef je toch geen dieren te slachten?
Bovendien: de letterlijke tekst lijkt over echte offers te spreken.
Mijn vraag is waar staat dat dit een herbelevingsgebeuren is.
Ik heb niet de indruk dat de tekst daar over rept en dat in plaats daarvan we er een soort eschatologische duiding aan willen geven, zo van: "Jezus is al gekomen en Hij heeft het ware offer al volbracht, maar we moeten de offers van Ez. 40-47 er toch ergens tussen passen. Weet je wat: om dit op te lossen, noemen we het herbelevingsoffers". Maar de tekst zelf zegt dit niet zo, en dus is het een constructie die we zelf maken.
Tja, is het van belang dat dat bij óns bekend is? Het zijn Gods eigen profetiën, en die hoeven wíj niet te volvoeren.elbert schreef:Bovendien: is het nu nog bekend wie er precies afstammelingen van Zadok zijn?
Overigens een opmerkelijk detail dat de Hogepriester niet meer genoemd wordt in Ezechiel 40-47. Dat betekend dat Ezechiël mocht inzien in het feit dat er geen Hogepriester nodig zou zijn bij de bouw van deze derde tempel. Omdat we (dan en) nu reeds een Hogepriester in de hemel hebben die in gegaan is in het Heiligdom.jakobmarin schreef:Citaat van de site:elbert schreef:Voor een herbeleving of een gedenkteken hoef je toch geen dieren te slachten?
Bovendien: de letterlijke tekst lijkt over echte offers te spreken.
Mijn vraag is waar staat dat dit een herbelevingsgebeuren is.
Ik heb niet de indruk dat de tekst daar over rept en dat in plaats daarvan we er een soort eschatologische duiding aan willen geven, zo van: "Jezus is al gekomen en Hij heeft het ware offer al volbracht, maar we moeten de offers van Ez. 40-47 er toch ergens tussen passen. Weet je wat: om dit op te lossen, noemen we het herbelevingsoffers". Maar de tekst zelf zegt dit niet zo, en dus is het een constructie die we zelf maken.
Maar de schaduwdienst is immers voorbij sinds het offer van Christus? Ja, maar de offers in de nieuwe tempel dienen ook niet om de zonde te verzoenen. Ze zijn om het offer van Christus te herdenken.
In het Oude Testament werden offers gebracht; dat bloed kon geen zonden verzoenen maar wees vooruit naar het offer van Christus. Dat is voor eens en voor altijd gebracht en hoeft niet meer overgedaan te worden. Hier past het ons voorzichtig te spreken. Het is eens en voor altijd volbracht. Toch: die offerdienst is niet verzoenend, wijst niet vooruit maar wijst terug naar het grote offer wat Christus heeft gebracht. Het is als het ware een dankoffer, een gedenkoffer. Een zichtbaar teken om het volbrachte werk te gedenken. Zoals ook het Heilig Avondmaal een zichtbaar teken en terugwijzing is naar het offer van de Heere Jezus. Doe dat tot Mijn gedachtenis, tot dat Ik kom! Na de wederkomst hoeft het Heilig Avondmaal niet meer gevierd te worden; dan zal er weer een zichtbaar teken zijn voor alle volkeren in deze tempeldienst.
Tja, is het van belang dat dat bij óns bekend is? Het zijn Gods eigen profetiën, en die hoeven wíj niet te volvoeren.elbert schreef:Bovendien: is het nu nog bekend wie er precies afstammelingen van Zadok zijn?
Ik begrijp dat de site dat zegt, maar ik ben eerlijk gezegd meer geinteresseerd in wat Ez. 40-47 en andere plaatsen in de bijbel daarover zeggen.jakobmarin schreef:Citaat van de site:
Maar de schaduwdienst is immers voorbij sinds het offer van Christus? Ja, maar de offers in de nieuwe tempel dienen ook niet om de zonde te verzoenen. Ze zijn om het offer van Christus te herdenken.
In het Oude Testament werden offers gebracht; dat bloed kon geen zonden verzoenen maar wees vooruit naar het offer van Christus. Dat is voor eens en voor altijd gebracht en hoeft niet meer overgedaan te worden. Hier past het ons voorzichtig te spreken. Het is eens en voor altijd volbracht. Toch: die offerdienst is niet verzoenend, wijst niet vooruit maar wijst terug naar het grote offer wat Christus heeft gebracht. Het is als het ware een dankoffer, een gedenkoffer. Een zichtbaar teken om het volbrachte werk te gedenken.
Volgens mij (en het avondmaalsformulier) is het Heilig Avondmaal niet alleen en terugwijzing, maar ook een vooruitwijzing naar het avondmaal van de bruiloft des Lams. Een verwijzing daarnaar vinden we in Openb. 19:9, dus nog vóór de duizend jaren van Openb. 20.jakobmarin schreef:Zoals ook het Heilig Avondmaal een zichtbaar teken en terugwijzing is naar het offer van de Heere Jezus. Doe dat tot Mijn gedachtenis, tot dat Ik kom! Na de wederkomst hoeft het Heilig Avondmaal niet meer gevierd te worden; dan zal er weer een zichtbaar teken zijn voor alle volkeren in deze tempeldienst.
Dat is waar, maar ik vroeg me alleen af hoever je kunt gaan in het letterlijk nemen van deze profetie en daar heb ik nog wel wat vragen/kanttekeningen bij:jakobmarin schreef:Tja, is het van belang dat dat bij óns bekend is? Het zijn Gods eigen profetiën, en die hoeven wíj niet te volvoeren.elbert schreef:Bovendien: is het nu nog bekend wie er precies afstammelingen van Zadok zijn?
Alsof de God van Israël en het ganse Universum dat als een probleem moet zien? Hij die alle lichamen weer zal herenigen uit het stof, zal Hij vergeten zijn wie de afstammelingen van Zadok zijn? Dat is nu juist de belofte van de profetie zoals Jakobmarin zegt.elbert schreef:Bovendien: is het nu nog bekend wie er precies afstammelingen van Zadok zijn?
Inderdaad: ze moeten als vreemdeling in Israel wonen en ze moeten besneden zijn van hart en vlees.Grace schreef:Er staat overigens in Ezechiël 44:9 niet dat er geen heidenen naar binnen mogen. Er zijn echter wel voorwaarden geboden.elbert schreef:Bovendien: is het nu nog bekend wie er precies afstammelingen van Zadok zijn?
Sterker nog, er staat in Ezechiel dat heidenen een erfdeel krijgen in Israel: H47, 21-23:Grace schreef:Er staat overigens in Ezechiël 44:9 niet dat er geen heidenen naar binnen mogen. Er zijn echter wel voorwaarden geboden.
Een vreemdeling is in het OT iemand uit de heidense volken die in Israel woont en daar temidden van het joodse volk leeft. Het is dus niet een heiden die buiten de landsgrenzen van Israel leeft. In de boeken van Mozes wordt een bijzondere plaats aan vreemdelingen toegekend die in Israel verkeren. Ze mogen offeren en vallen onder de voorschriften van de joodse wet (bijv. Lev. 17, Num. 9:14, Deut 31), ze worden dan ook in zekere zin bij het volk (of beter: de natie) gerekend. Denk bijv. aan Ruth, de Moabitische en Rachab, die door hun toetreden tot het volk Israel er als vreemdeling leefden en er toch ook helemaal bijhoorden. Je kunt ook denken aan de Krethi en de Plethi ten tijde van David.jakobmarin schreef:Sterker nog, er staat in Ezechiel dat heidenen een erfdeel krijgen in Israel: H47, 21-23:Grace schreef:Er staat overigens in Ezechiël 44:9 niet dat er geen heidenen naar binnen mogen. Er zijn echter wel voorwaarden geboden.
Maar het zal geschieden, dat gij hetzelve zult doen vallen in erfenis voor ulieden, en voor de vreemdelingen, die in het midden van u verkeren, die kinderen in het midden van u zullen gewonnen hebben; en zij zullen ulieden zijn, als een inboorling onder de kinderen Israels; zij zullen met ulieden in erfenis vallen, in het midden der stammen Israels. Ook zal het geschieden, in den stam, bij welken de vreemdeling verkeert, aldaar zult gij hem zijn erfenis geven, spreekt de Heere HEERE.
Het is in elk geval gedurfd van Van Campen. Iemand die niet de lastige bijbelgedeelten laat liggen. Dat maakt het zeker interessant en leerzaam, ook al hoeven we het niet per se in alles met hem eens te zijn.jakobmarin schreef:Het is een erg lastig bijbelboek uiteraard. Daarom wordt er ook zo weinig uit gepreekt, denk ik. Er zijn meer vragen te stellen dan te beantwoorden. Daarom waardeer ik ook zo de lezingen van Van Campen, die hier hierover durft te spreken en studie naar te doen, en ook niet op alle vragen een antwoord heeft, en zaken ook gewoon laat liggen.
Je zou die lezingen eens rustig moeten beluisteren. Dat het precies zal gaan zoals Van Campen aangeeft, weet ik niet (dat zegt hij zelf ook niet hoor, er is natuurlijk vrijheid in exegese). Maar dit zo horend en lezend ben ik er steeds minder van overtuigd dat dit puur en alleen geestelijk verklaart moet worden. En het staat er tenslotte ook niet voor niets, dus we moeten er wel iets mee.
Iets wat geestelijk verklaard moet worden, staat er natuurlijk ook niet voor niets.jakobmarin schreef:Je zou die lezingen eens rustig moeten beluisteren. Dat het precies zal gaan zoals Van Campen aangeeft, weet ik niet (dat zegt hij zelf ook niet hoor, er is natuurlijk vrijheid in exegese).
Maar dit zo horend en lezend ben ik er steeds minder van overtuigd dat dit puur en alleen geestelijk verklaart moet worden. En het staat er tenslotte ook niet voor niets, dus we moeten er wel iets mee.
Verklaar jij Ezechiël 43:11 dan eens geestelijk?Afgewezen schreef:Iets wat geestelijk verklaard moet worden, staat er natuurlijk ook niet voor niets.jakobmarin schreef:Je zou die lezingen eens rustig moeten beluisteren. Dat het precies zal gaan zoals Van Campen aangeeft, weet ik niet (dat zegt hij zelf ook niet hoor, er is natuurlijk vrijheid in exegese).
Maar dit zo horend en lezend ben ik er steeds minder van overtuigd dat dit puur en alleen geestelijk verklaart moet worden. En het staat er tenslotte ook niet voor niets, dus we moeten er wel iets mee.Blijkbaar zijn wij zo gewend aan het geestelijke, dat we 'letterlijke' veel spectaculairder en interessanter vinden.
Hoe dan ook, bij de uitleg van het OT dienen we ons altijd binnen de kaders van de NT uitleg te houden. Vanuit dat oogpunt is er m.i. geen enkele ruimte voor een nieuwe tempel met geofferde dieren. Dat zou in strijd zijn met de brief aan de Hebreeën, welke mouw men er dan ook aan passen wil.
Je kunt ook zeggen: Blijkbaar zijn wij zo gewend aan het 'geestelijke', dat we de letterlijke tekst vaak vergetenAfgewezen schreef:Blijkbaar zijn wij zo gewend aan het geestelijke, dat we 'letterlijke' veel spectaculairder en interessanter vinden.
Zolang je die offerdienst ziet zoals in Hebreen 10 beschreven is, inderdaad (Christus' enige offer is genoeg), maar dat gold ook voor de offers van voor Christus offer.Afgewezen schreef:Hoe dan ook, bij de uitleg van het OT dienen we ons altijd binnen de kaders van de NT uitleg te houden. Vanuit dat oogpunt is er m.i. geen enkele ruimte voor een nieuwe tempel met geofferde dieren. Dat zou in strijd zijn met de brief aan de Hebreeën, welke mouw men er dan ook aan passen wil.