Bert Mulder schreef:Bert Mulder schreef:Als men uitverkoren is, doet er niet toe wat men gelooft, men zal zalig worden.
Als men verworpen is, doet er niet toe of men gedoopt is of niet (gelovige ouders helpt niks), gaat men voor eeuwig verloren
Ik weet het. Het woord 'uitverkiezing' staat gelijk aan een vloek voor velen. Dus maar niet Romeinen lezen. Staat er vol van, namelijk. Scheur dat aub maar eerst even uit je Bijbel. En, oh ja, scheur ook aub even de Evangelien uit je Bijbel. Want Christus had het er ook steeds over...
Het probleem is niet de Bijbelse uitverkiezing, maar het statische verkiezingsfatalisme zoals je die hierboven verwoordt. Als je uitverkiezing en geloof tegenover elkaar stelt zoals hierboven, kies je een beduidend andere toon dan de Dordtse Leerregels, die er toch bepaald wat fijnzinniger mee omspringen. Want de Bijbel en de belijdenisgeschriften plaatsen verkiezing en geloof op dezelfde lijn en verkondigt een onverbrekelijke band tussen beiden. Daarom worden we verkoren tot het geloof.
Joh. 15:16 Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar Ik heb u uitverkoren, en Ik heb u gesteld,
dat gij zoudt heengaan en vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve.
Ef. 1:4 Gelijk Hij ons uitverkoren heeft in Hem, voor de grondlegging der wereld,
opdat wij zouden heilig en onberispelijk zijn voor Hem in de liefde;
Jak. 2:5 Hoort, mijn geliefde broeders, heeft God niet uitverkoren de armen dezer wereld,
om rijk te zijn in het geloof, en erfgenamen des Koninkrijks, hetwelk Hij belooft dengenen, die Hem liefhebben?
1 Petr. 2:9 Maar gij zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilig volk, een verkregen volk;
opdat gij zoudt verkondigen de deugden Desgenen, Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht;
Ik krijg soms wel eens het gevoel dat de uitverkiezing hier als een soort eindstation wordt gezien, terwijl het dat juist niet is.
En dan nog iets: de roeping wordt in dit verband ook vergeten. De gouden keten van het heil, die Paulus ons voorhoudt, dienen we recht te doen:
Rom. 8:28 En wij weten, dat dengenen, die God liefhebben, alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar Zijn voornemen geroepen zijn.
29 Want die Hij te voren gekend heeft, die heeft Hij ook te voren verordineerd, den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen.
30 En die Hij te voren verordineerd heeft, dezen heeft Hij ook geroepen; en die Hij geroepen heeft, dezen heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij gerechtvaardigd heeft, dezen heeft Hij ook verheerlijkt.
Laten we a.u.b. een beetje voorzichtig omgaan met deze zaken. Calvijn waarschuwt er al voor dat we met betrekking tot de verkiezing al heel gauw onnauwkeurig gaan spreken.