JolandaOudshoorn schreef:En wie beoordeelt dat uiteindelijk, zeker de laatste zin? Ik denk dat er meer "worstelingen" zijn dan wat jij vermoed!! Laat zulke keuzes en zulke dingen ook blijven voor de troon van God, tussen God en de betreffende persoon! En laten wij er buiten blijven!
Dat weet ik inderdaad niet. Ik suggereer ook niets, geef slechts wat aan.
memento schreef:Had de Afscheiding niet plaats mogen vinden?
De Afscheiding heeft plaats gevonden omdat Ds. de Cock, in de eeerste plaats, geforceerd is om deze weg te nemen. Namelijk, omdat hij door de Staat afgezet werd. En toen de Staat (let wel, in bijde gevallen de Staat) het ook niet toeliet dat Ds. Scholte preekte, heeft de kerkeraad de beslissing genomen af te scheiden.
Ik meende dat hij op een kerkrechtelijk correcte wijze is afgezet. Er was namelijk door de kerk een besluit genomen (stamt al uit de tijd van de Dordtse Leerregels!) dat het niet was toegestaan kinderen in een andere gemeente dan waar men lid was, te laten dopen. Ds. de Cock negeerde dit herhaaldelijk, en is op grond daarvan afgezet. De afzetting van ds. de Cock is op een kerkrechtelijk correcte wijze geschiedt. In plaats dat hij de kerkelijke weg volgde om de misstanden en dwalingen die er in de kerk waren aan te vechten, scheidde hij zich af.[/quote]
En hoe zit dat dan met ds. L.G.C. Ledeboer, waar ik me meest verwant bij voel? Die is echt letterlijk uit de kerk gezet. De toegang tot de kansel werd hem geweigerd. En hij wilde zich ook niet aansluiten bij de afgescheidenen. Hij had altijd Hervormd gebleven, als de weg tot de kansel hem niet verhinderd was. Aanvankelijk door een veldwachter, maar die durfde hem niet tegenhouden, waarop 3 mannen uit de gemeente hem, niet terugdeinzende voor fysiek geweld, hem tegenhielden, waarop hij tot de gemeente sprak: 'Wie mij liefheeft, die volge mij', waarop hij aan de overkant van de straat ging preken in de lege burgemeesterswoning, die zijn eigendom was.
Gewetensbezwaarde trouwambtenaar - 'De totalitaire staat werpt het geweten van haar burgers weg als een waardeloos vod'
Dr. J.H. Bavinck