ja, en de Jehova Getuigen hun eigen bijbelJohannes XXIII schreef:wij hebben onze eigen, zéér uitgebreide, catechismus.Marco schreef: Lees de Heidelbergse Catechismus er maar eens op na.
Wachten wij op Rome??
dat geënt is op Gods Woord. ik ben het eens met TiberiusKaw schreef:En wij onze cathechismus.albion schreef:ja, en de Jehova Getuigen hun eigen bijbelJohannes XXIII schreef:wij hebben onze eigen, zéér uitgebreide, catechismus.Marco schreef: Lees de Heidelbergse Catechismus er maar eens op na.
De halve waarheid is funester dan de onjuistheid (E. von Feuchtersieben)
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Maar een beroep op de Heidelbergse Catechismus richting een R-K ('paap') is natuurlijk niet heel effectief. Dan kunnen we ons beter rechtstreeks op Gods Woord beroepen.albion schreef:dat geënt is op Gods Woord. ik ben het eens met TiberiusKaw schreef:En wij onze cathechismus.albion schreef:ja, en de Jehova Getuigen hun eigen bijbelJohannes XXIII schreef: wij hebben onze eigen, zéér uitgebreide, catechismus.
Trouwens, jammer dat direct 'gehapt' werd ten aanzien van de Mariaverering. Het was meer in lijn geweest met het onderwerp wanneer ingegaan was op de apostolische successie waar deze meneer zich op beriep. En het argument dat Maria allang gestorven is, vond ik nou ook niet bepaald sterk.
Dan ben ik benieuwd waarom deze beste meneer de PKN ziet als niet-valse kerk, en Rome wel. Met de argumentatie van deze man is eenheid met Rome voor de hand liggender, dan eenheid met de PKN. Tenminste, ik zie de RK met al hun dwalingen nog lang niet zo erg dwalen als de PKN doet...Zolang een kerk niet vals is, mogen we haar niet prijsgeven.
Tegelijk beklemtoonde Van den Belt dat de Protestantse Kerk ,,een noodkerk is in afwachting van het herstel van Rome
Het bestuur van Protestants Nederland bespreekt tijdens haar vergaderingen de RK Catechismus. OP het punt van de drieëenheid is die zo zuiver dat er maar één conclusie was: wie zo spreekt is niet de antichrist.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Het unieke middelaarschap en de offerande van Christus wordt echter ontkend. Dat is kenmerkend voor de antichrist.refo schreef:Het bestuur van Protestants Nederland bespreekt tijdens haar vergaderingen de RK Catechismus. OP het punt van de drieëenheid is die zo zuiver dat er maar één conclusie was: wie zo spreekt is niet de antichrist.
Bovendien betekent 'anti' in het Grieks ook 'in plaats van'. De paus stelt zich in plaats van Christus. En wanneer men nog steeds meent aflaten tot vergeving van zonden te kunnen uitgeschreven, dagelijkse offeranden te kunnen doen (in plaats van de enige offerande die in eeuwigheid volmaakt was) enz enz, zijn dit dan geen kenmerken van de antichrist?
Dat gaat me allemaal een beetje te vlug.Zonderling schreef:Het unieke middelaarschap en de offerande van Christus wordt echter ontkend. Dat is kenmerkend voor de antichrist.refo schreef:Het bestuur van Protestants Nederland bespreekt tijdens haar vergaderingen de RK Catechismus. OP het punt van de drieëenheid is die zo zuiver dat er maar één conclusie was: wie zo spreekt is niet de antichrist.
Bovendien betekent 'anti' in het Grieks ook 'in plaats van'. De paus stelt zich in plaats van Christus. En wanneer men nog steeds meent aflaten tot vergeving van zonden te kunnen uitgeschreven, dagelijkse offeranden te kunnen doen (in plaats van de enige offerande die in eeuwigheid volmaakt was) enz enz, zijn dit dan geen kenmerken van de antichrist?
Ik denk het niet, nee.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Want?refo schreef:Dat gaat me allemaal een beetje te vlug.Zonderling schreef:Het unieke middelaarschap en de offerande van Christus wordt echter ontkend. Dat is kenmerkend voor de antichrist.refo schreef:Het bestuur van Protestants Nederland bespreekt tijdens haar vergaderingen de RK Catechismus. OP het punt van de drieëenheid is die zo zuiver dat er maar één conclusie was: wie zo spreekt is niet de antichrist.
Bovendien betekent 'anti' in het Grieks ook 'in plaats van'. De paus stelt zich in plaats van Christus. En wanneer men nog steeds meent aflaten tot vergeving van zonden te kunnen uitgeschreven, dagelijkse offeranden te kunnen doen (in plaats van de enige offerande die in eeuwigheid volmaakt was) enz enz, zijn dit dan geen kenmerken van de antichrist?
Ik denk het niet, nee.
Volgens mij zijn over de vraag wie of wat de Antichrist is al talloze publicaties verschenen, elk met zijn eigen argumenten. De Paus, de Islam, Hitler, noem maar op. Ik vraag me werkelijk af of wij die vraag nu al eenduidig kunnen beantwoorden, hoe verleidelijk dat soms misschien ook is.
Ik voel me zelf meer thuis bij de visie van ds. den Boer (geplukt van Refoweb):
Ik voel me zelf meer thuis bij de visie van ds. den Boer (geplukt van Refoweb):
De apostel wijst ons in 2 Thessalonicensen 2 op een verschijnsel uit de eindtijd, onmiddellijk voorafgaande aan Christus' komst: het universele verschijnsel van de massale religieuze afkeer van en opstand tegen de levende God. Dit is ook een verschijnsel dat zich in onze tijd in de westerse wereld afspeelt. Het zijn niet maar enkele gelovigen die afdruipen. De kerk des Heeren wordt niet slechts op haar laatste stellingen teruggeworpen. Er is sprake van een totale en massale breuk met God, met waarden en normen, ons in Zijn Woord gegeven.
Geert Mak schreef zijn boek: "Hoe God verdween uit Jorwerd". Zeg ook maar: uit steden en dorpen, uit de maatschappij en de politiek. Mensen zien de relevantie van het christelijk geloof voor hun leven van alledag niet meer. God en de mens zijn geleidelijk uit elkaar gegroeid als een man en een vrouw in een huwelijk die het zicht op elkaar zijn kwijtgeraakt en straks tot een echtscheiding besluiten.
Dat verschijnsel van de afval hangt natuurlijk samen met iets anders dat ook door Paulus aan de orde wordt gesteld in dit gedeelte. Hij schrijft over: de openbaring van de mens der zonde en de zoon des verderfs. Wat de apostel daarmee precies op het oog heeft, is niet gemakkelijk te zeggen... Van belang daarbij is dat wij dit gedeelte goed verbinden met wat ons in andere bijbelgedeelten omtrent de eindtijd wordt geleerd. O.a. in het boek Daniel over de "grootmond" die de tijden en de wet verandert (zie Dan.7, 8, 25; 8, 9-12). En in het boek Openbaring over het beest dat uit de aarde opkomt met zijn grote tekenen, wiens getal 666 is (het getal van de mens op het toppunt van zijn macht; net niet 777, het getal van God) (zie Openb.13,11vv).
Uit de verzen 8vv van 2 Thessalonicensen 2 blijkt, dat het hier gaat om de tegenhanger van Christus in zijn uiteindelijke verschijning (een "antiparoesia"); elders in de Schrift ook wel genoemd: de antichrist. Hij houdt er een werkwijze op na als van de satan en zal door zijn verleidende kracht velen ten verderve voeren (vs.9vv).
De typering die van deze antichrist wordt gegeven in vers 3 liegt er niet om. Hij heet mens der zonde. We kunnen dit nog beter weergeven met: mens van de wetsloosheid. Dat gaat nog wat verder dan: de mens der wetteloosheid. Een mens die wetteloos leeft, heeft nog enig besef van wat een wet voor nut heeft. Hij ziet in dat het weldra een grote chaos wordt als iedereen maar doet wat goed is in zijn ogen. In het verkeer, in de omgang met medemensen, in het bedrijfsleven, enz. Intussen meent hij zich niet altijd te kunnen storen aan allerlei voorschriften en bepalingen en overtreedt die met een al of niet gerust geweten. Hij is op zijn hoogst wel eens bang, dat hij vroeg of laat tegen de lamp loopt.
Echter de "mens van wetsloosheid" over wie Paulus hier schrijft, maakt zich daar niet meer druk over. Hij gooit gewoon de wet aan de kant als een knellend juk. "Ni dieu, ni maître". Het is de mens die autonoom is, zichzelf ten wet. Hij leeft heel individualistisch en uitdrukkelijk naar wat zijn eigen hart hem ingeeft en wat hem genoegen verschaft. Dat moet natuurlijk verkeerd aflopen. Want op die manier gaat het regelrecht op de ondergang aan. Het hele leven verandert in een volledige chaos. Daarom heet hij ook zoon des verderfs. Net als Judas, de verrader. Hij werkt op de ondergang aan, sleept velen mee naar het verderf om ook zelf ten verderve te gaan. Dat is zijn wezen...
De antichrist is de grote tegenspeler van God en als zodanig de handlanger van de satan. Zijn optreden als wetsloze en kind des verderfs wordt gekenmerkt door confrontatie en oppositie. Hij is als een tegenligger in het verkeer die aanstuurt op een aanrijding. Hij stelt zich frontaal op en wil uitdrukkelijk botsen met alles wat God heet of object van goddelijke verering is (tempels, heilige plaatsen). Er is niets dat boven de 'topfiguur' van deze hypermens mag uitsteken. Hij wil het werkelijk in alles voor het zeggen hebben. Letten we erop, dat deze 'topfiguur' niet alleen oppositie voert tegen de God van Israël en/of tegen Jezus Christus, tegen de Joodse en/of christelijke godsdienst. Hij gaat verder. Het religieuze (wat god, een opperwezen of goddelijk heet) moet als een kwalijke hinderpaal uit de weg worden geruimd. Godsdienst is (van welke snit ook) in zijn ogen projectie waarmee de stakkerige mens zich op de been probeert te houden. Godsdienst is opium van het volk. Men kan er maar het beste goed mee spotten. Gevestigde meningen en tradities die op de één of andere wijze met religie te maken hebben, moeten weg. Zijn beestachtig optreden uit zich in satirische en bijtende spot.
Kortom, het wordt een totale 'kaalslag'. Wat over moet blijven, is een volstrekt seculier bestaan, waarin de mens niets meer moet en alles mag. Niets is heilig in de ogen van deze antichrist. Hij dringt zich op zelfs binnen de poorten van de tempel Gods. Paulus schrijft met nadruk: hij! Daar gaat hij zitten als een god. God werd mens in Jezus Christus? Nee, de mens wordt God. In de tempel Gods voert hij zijn 'show' op.
Als wij dit type mens om ons heen zien, zien we de ongerechtigheid in optima forma (Gr.'anomos') voor de dag getreden. En het is zeker niet onmogelijk dat deze antigoddelijke en antichristelijke macht zich weldra samentrekt in een historische figuur die zich in de tempel Gods, dat is de plaats waar God op aarde woont, zal manifesteren. In elk geval is het nu de tijd om de hoofden opwaarts te heffen en te roepen: Maranatha; Jezus is komende.
De veroveringstocht van de antichrist is in volle gang. In de samenleving van de volken van het Verenigd Europa. Ook in kerk en theologie is hij opgerukt tot vlakbij de christenheid. Denk aan de pervertering van de theologie, waarin onophoudelijk aanvallen worden gedaan op de Godheid van Jezus, na de aanvallen op de Schrift als Gods onfeilbaar en hoogst betrouwbaar Woord. Denk aan de steeds verder om zich heen grijpende ethische pervertering (moord op ongeborenen, kerkelijke inzegening van homoparen).
De mens der wetsloosheid, de antichrist is evenwel, hoezeer die nu reeds werkzaam is, nog niet tot volledige ontwikkeling gekomen. Dat zal op Gods tijd gebeuren. Dan zal hij in al zijn macht voor de dag komen (geopenbaard worden). Dan is "de gruwel der verwoesting" daar. Dan breken de dagen van de grote verdrukking aan, zoals die er niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe en ook niet zijn zal.
Maar voordat het zover is, is daar eerst nog de Evangelieverkondiging en de invloedrijke heerschappij van de Heere Jezus Christus. Heeft Jezus Zelf ook niet gezegd: "Dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen." Zolang als dat nog aan de gang is, is de wereld nog niet in absolute zin één stuk wetsloosheid. Dan is er altijd ook nog enige leefbare humaniteit. Dan is er altijd nog een mogelijkheid voor handhaving van 'mensenrechten'. Dan biedt een regeringspersoon namens zijn volk aan de regering van een ander volk soms zelfs zijn excuses aan voor alles wat het voorgeslacht hen aandeed.
Maar wie weet, hoe spoedig dit alles ook wordt weggenomen.
Zijn wij daar in onze dagen misschien aan toe? Zijn wij in een tijd aangeland, waarin de Evangelieprediking zijn beste tijd heeft gehad en weggenomen wordt? (vs.7).
"Ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is."
Ik wantrouw iedereen die een theologie heeft. Ware theologie ademt en loopt. (Willem Barnard)
Volgens mij zijn over de vraag wie of wat de Antichrist is al talloze publicaties verschenen, elk met zijn eigen argumenten. De Paus, de Islam, Hitler, noem maar op. Ik vraag me werkelijk af of wij die vraag nu al eenduidig kunnen beantwoorden, hoe verleidelijk dat soms misschien ook is.
Ik voel me zelf meer thuis bij de visie van ds. den Boer (geplukt van Refoweb):
Ik voel me zelf meer thuis bij de visie van ds. den Boer (geplukt van Refoweb):
De apostel wijst ons in 2 Thessalonicensen 2 op een verschijnsel uit de eindtijd, onmiddellijk voorafgaande aan Christus' komst: het universele verschijnsel van de massale religieuze afkeer van en opstand tegen de levende God. Dit is ook een verschijnsel dat zich in onze tijd in de westerse wereld afspeelt. Het zijn niet maar enkele gelovigen die afdruipen. De kerk des Heeren wordt niet slechts op haar laatste stellingen teruggeworpen. Er is sprake van een totale en massale breuk met God, met waarden en normen, ons in Zijn Woord gegeven.
Geert Mak schreef zijn boek: "Hoe God verdween uit Jorwerd". Zeg ook maar: uit steden en dorpen, uit de maatschappij en de politiek. Mensen zien de relevantie van het christelijk geloof voor hun leven van alledag niet meer. God en de mens zijn geleidelijk uit elkaar gegroeid als een man en een vrouw in een huwelijk die het zicht op elkaar zijn kwijtgeraakt en straks tot een echtscheiding besluiten.
Dat verschijnsel van de afval hangt natuurlijk samen met iets anders dat ook door Paulus aan de orde wordt gesteld in dit gedeelte. Hij schrijft over: de openbaring van de mens der zonde en de zoon des verderfs. Wat de apostel daarmee precies op het oog heeft, is niet gemakkelijk te zeggen... Van belang daarbij is dat wij dit gedeelte goed verbinden met wat ons in andere bijbelgedeelten omtrent de eindtijd wordt geleerd. O.a. in het boek Daniel over de "grootmond" die de tijden en de wet verandert (zie Dan.7, 8, 25; 8, 9-12). En in het boek Openbaring over het beest dat uit de aarde opkomt met zijn grote tekenen, wiens getal 666 is (het getal van de mens op het toppunt van zijn macht; net niet 777, het getal van God) (zie Openb.13,11vv).
Uit de verzen 8vv van 2 Thessalonicensen 2 blijkt, dat het hier gaat om de tegenhanger van Christus in zijn uiteindelijke verschijning (een "antiparoesia"); elders in de Schrift ook wel genoemd: de antichrist. Hij houdt er een werkwijze op na als van de satan en zal door zijn verleidende kracht velen ten verderve voeren (vs.9vv).
De typering die van deze antichrist wordt gegeven in vers 3 liegt er niet om. Hij heet mens der zonde. We kunnen dit nog beter weergeven met: mens van de wetsloosheid. Dat gaat nog wat verder dan: de mens der wetteloosheid. Een mens die wetteloos leeft, heeft nog enig besef van wat een wet voor nut heeft. Hij ziet in dat het weldra een grote chaos wordt als iedereen maar doet wat goed is in zijn ogen. In het verkeer, in de omgang met medemensen, in het bedrijfsleven, enz. Intussen meent hij zich niet altijd te kunnen storen aan allerlei voorschriften en bepalingen en overtreedt die met een al of niet gerust geweten. Hij is op zijn hoogst wel eens bang, dat hij vroeg of laat tegen de lamp loopt.
Echter de "mens van wetsloosheid" over wie Paulus hier schrijft, maakt zich daar niet meer druk over. Hij gooit gewoon de wet aan de kant als een knellend juk. "Ni dieu, ni maître". Het is de mens die autonoom is, zichzelf ten wet. Hij leeft heel individualistisch en uitdrukkelijk naar wat zijn eigen hart hem ingeeft en wat hem genoegen verschaft. Dat moet natuurlijk verkeerd aflopen. Want op die manier gaat het regelrecht op de ondergang aan. Het hele leven verandert in een volledige chaos. Daarom heet hij ook zoon des verderfs. Net als Judas, de verrader. Hij werkt op de ondergang aan, sleept velen mee naar het verderf om ook zelf ten verderve te gaan. Dat is zijn wezen...
De antichrist is de grote tegenspeler van God en als zodanig de handlanger van de satan. Zijn optreden als wetsloze en kind des verderfs wordt gekenmerkt door confrontatie en oppositie. Hij is als een tegenligger in het verkeer die aanstuurt op een aanrijding. Hij stelt zich frontaal op en wil uitdrukkelijk botsen met alles wat God heet of object van goddelijke verering is (tempels, heilige plaatsen). Er is niets dat boven de 'topfiguur' van deze hypermens mag uitsteken. Hij wil het werkelijk in alles voor het zeggen hebben. Letten we erop, dat deze 'topfiguur' niet alleen oppositie voert tegen de God van Israël en/of tegen Jezus Christus, tegen de Joodse en/of christelijke godsdienst. Hij gaat verder. Het religieuze (wat god, een opperwezen of goddelijk heet) moet als een kwalijke hinderpaal uit de weg worden geruimd. Godsdienst is (van welke snit ook) in zijn ogen projectie waarmee de stakkerige mens zich op de been probeert te houden. Godsdienst is opium van het volk. Men kan er maar het beste goed mee spotten. Gevestigde meningen en tradities die op de één of andere wijze met religie te maken hebben, moeten weg. Zijn beestachtig optreden uit zich in satirische en bijtende spot.
Kortom, het wordt een totale 'kaalslag'. Wat over moet blijven, is een volstrekt seculier bestaan, waarin de mens niets meer moet en alles mag. Niets is heilig in de ogen van deze antichrist. Hij dringt zich op zelfs binnen de poorten van de tempel Gods. Paulus schrijft met nadruk: hij! Daar gaat hij zitten als een god. God werd mens in Jezus Christus? Nee, de mens wordt God. In de tempel Gods voert hij zijn 'show' op.
Als wij dit type mens om ons heen zien, zien we de ongerechtigheid in optima forma (Gr.'anomos') voor de dag getreden. En het is zeker niet onmogelijk dat deze antigoddelijke en antichristelijke macht zich weldra samentrekt in een historische figuur die zich in de tempel Gods, dat is de plaats waar God op aarde woont, zal manifesteren. In elk geval is het nu de tijd om de hoofden opwaarts te heffen en te roepen: Maranatha; Jezus is komende.
De veroveringstocht van de antichrist is in volle gang. In de samenleving van de volken van het Verenigd Europa. Ook in kerk en theologie is hij opgerukt tot vlakbij de christenheid. Denk aan de pervertering van de theologie, waarin onophoudelijk aanvallen worden gedaan op de Godheid van Jezus, na de aanvallen op de Schrift als Gods onfeilbaar en hoogst betrouwbaar Woord. Denk aan de steeds verder om zich heen grijpende ethische pervertering (moord op ongeborenen, kerkelijke inzegening van homoparen).
De mens der wetsloosheid, de antichrist is evenwel, hoezeer die nu reeds werkzaam is, nog niet tot volledige ontwikkeling gekomen. Dat zal op Gods tijd gebeuren. Dan zal hij in al zijn macht voor de dag komen (geopenbaard worden). Dan is "de gruwel der verwoesting" daar. Dan breken de dagen van de grote verdrukking aan, zoals die er niet is geweest van het begin der wereld tot nu toe en ook niet zijn zal.
Maar voordat het zover is, is daar eerst nog de Evangelieverkondiging en de invloedrijke heerschappij van de Heere Jezus Christus. Heeft Jezus Zelf ook niet gezegd: "Dit Evangelie van het Koninkrijk zal in de gehele wereld gepredikt worden tot een getuigenis voor alle volken; en dan zal het einde komen." Zolang als dat nog aan de gang is, is de wereld nog niet in absolute zin één stuk wetsloosheid. Dan is er altijd ook nog enige leefbare humaniteit. Dan is er altijd nog een mogelijkheid voor handhaving van 'mensenrechten'. Dan biedt een regeringspersoon namens zijn volk aan de regering van een ander volk soms zelfs zijn excuses aan voor alles wat het voorgeslacht hen aandeed.
Maar wie weet, hoe spoedig dit alles ook wordt weggenomen.
Zijn wij daar in onze dagen misschien aan toe? Zijn wij in een tijd aangeland, waarin de Evangelieprediking zijn beste tijd heeft gehad en weggenomen wordt? (vs.7).
"Ziet omhoog en heft uw hoofden opwaarts, omdat uw verlossing nabij is."
Ik wantrouw iedereen die een theologie heeft. Ware theologie ademt en loopt. (Willem Barnard)
Op zich wel; maar wat ik me dan afvraag: nergens in de Bijbel krijg ik de indruk dat de antichrist zijn macht telkens overdraagt aan een opvolger, zoals de paus telkens weer opgevolgd wordt door een nieuwe paus. Het is toch veel meer één persoon die zich op een bepaald moment gaat manifesteren?Zonderling schreef:Het unieke middelaarschap en de offerande van Christus wordt echter ontkend. Dat is kenmerkend voor de antichrist.refo schreef:Het bestuur van Protestants Nederland bespreekt tijdens haar vergaderingen de RK Catechismus. OP het punt van de drieëenheid is die zo zuiver dat er maar één conclusie was: wie zo spreekt is niet de antichrist.
Bovendien betekent 'anti' in het Grieks ook 'in plaats van'. De paus stelt zich in plaats van Christus. En wanneer men nog steeds meent aflaten tot vergeving van zonden te kunnen uitgeschreven, dagelijkse offeranden te kunnen doen (in plaats van de enige offerande die in eeuwigheid volmaakt was) enz enz, zijn dit dan geen kenmerken van de antichrist?
En dat de reformatoren de paus als antichrist zagen, is niet zo vreemd, gezien de context van hun tijd. En zoals Josephus ook zegt, er zijn zoveel personen aangewezen als antichrist; personen die er misschien nog veel meer op lijken, gezien de omschrijving van de antichrist als 'mens der wetteloosheid'.
Vanavond een tweetal terechte reacties op de lezing van dr. Van de Belt via de ingezonden artikelen in het RD.
De inhoud van die betreffende lezing heeft me verbaast en teleurgesteld. De weergave van het RD was nog enigszins neutraal, maar volgens het ND heeft Van de Belt niet alleen de PKN als de ware kerk aangewezen maar ook de HHK betitelt als de vanouds Kuiperiaanse stroming binnen de hervormd gereformeerde richting die nu openbaar gekomen is.
Jammer, zo'n onheuse beschuldiging. Ik had dit eerlijk gezegd niet van Vd Belt verwacht. Dit riekt wel erg naar profilering binnen de GB.
Ik denk overigens dat hij met dit soort uitspraken sowieso een groot deel van Refo NL van zich vervreemdt. En dat kan ik best enigszins volgen.
Jammer, dit alles.
De inhoud van die betreffende lezing heeft me verbaast en teleurgesteld. De weergave van het RD was nog enigszins neutraal, maar volgens het ND heeft Van de Belt niet alleen de PKN als de ware kerk aangewezen maar ook de HHK betitelt als de vanouds Kuiperiaanse stroming binnen de hervormd gereformeerde richting die nu openbaar gekomen is.
Jammer, zo'n onheuse beschuldiging. Ik had dit eerlijk gezegd niet van Vd Belt verwacht. Dit riekt wel erg naar profilering binnen de GB.
Ik denk overigens dat hij met dit soort uitspraken sowieso een groot deel van Refo NL van zich vervreemdt. En dat kan ik best enigszins volgen.
Jammer, dit alles.
Ik vond het een heldere formulering van Vd Belt.Geka schreef:Vanavond een tweetal terechte reacties op de lezing van dr. Van de Belt via de ingezonden artikelen in het RD.
De inhoud van die betreffende lezing heeft me verbaast en teleurgesteld. De weergave van het RD was nog enigszins neutraal, maar volgens het ND heeft Van de Belt niet alleen de PKN als de ware kerk aangewezen maar ook de HHK betitelt als de vanouds Kuiperiaanse stroming binnen de hervormd gereformeerde richting die nu openbaar gekomen is.
Jammer, zo'n onheuse beschuldiging. Ik had dit eerlijk gezegd niet van Vd Belt verwacht. Dit riekt wel erg naar profilering binnen de GB.
Ik denk overigens dat hij met dit soort uitspraken sowieso een groot deel van Refo NL van zich vervreemdt. En dat kan ik best enigszins volgen.
Jammer, dit alles.
Ben het wel met hem eens.
Het door mij blauw gemaakte vind ik wel een duidelijke nuancering t.o.v.dr. H. van den Belt in RD 17-01 schreef:Afscheiden mag alleen van een valse kerk
„De Protestantse Kerk in Nederland is niet de enige ware kerk, de Kerk van Christus is verbrokkeld en gescheurd."
We zijn in de PKN omdat we belijden dat er maar één ware kerk kan zijn”, stelde dr. H. van den Belt vorige week op de predikantencontio van de Gereformeerde Bond (RD van 11 januari). Hij licht zijn uitspraak nader toe.
Wie in de gereformeerde gezindte zegt tot de ware kerk te behoren, raakt een open zenuw. Zo’n opmerking wordt gemakkelijk verstaan als uiting van geestelijke hoogmoed. Volgens de Nederlandse Geloofsbelijdenis is echter iedereen schuldig zich te voegen bij de ware kerk. Het komt niemand toe van die kerk te scheiden. Wie zijn kerk niet als ware kerk ziet, relativeert het gezag van de belijdenis. We mogen die niet lezen door de bril van de uiteindelijke kerkelijke verdeeldheid.
De geloofsbelijdenis gaat uit van de eenheid van de kerk. Het is niet zo dat de ware kerk samenvalt met de kerk in Nederland. Dat zou voor de rest van de wereld triest zijn. Daarom kan een Nederlandse kerk nooit de enige ware kerk zijn.
Toch was het ook niet de bedoeling van Guido de Bres om de eenheid te vergeestelijken, alsof het alleen zou gaan om de Kerk met een hoofdletter. Het was de intentie van de Reformatie om de kerk te hervormen. Toen dat onmogelijk bleek, omdat Rome door de onderdrukking van het Woord en de vervolging van de christenen een valse kerk bleek, zette men de ene katholieke kerk voort zonder Rome.
Helaas lukte het niet lutherse en gereformeerde kerken te verenigen en werd de onderlinge verdeeldheid de achilleshiel van het protestantisme. Het ontstaan van de nationale kerken versterkte dit. Het heimwee naar het herstel van Rome is in overeenstemming met de intentie van de Reformatie.
Zuiver
De kwestie van de ware kerk was een belangrijk verschil tussen Afscheiding en Doleantie. De afgescheidenen beschouwden de Hervormde Kerk als valse kerk en eisten van de dolerenden dat zij hetzelfde zouden doen. De Afscheiding handhaafde daarmee het reformatorische begrip van de eenheid van de kerk.
Abraham Kuyper maakte met de gedachte van de pluriformiteit van de kerk van de nood een deugd. Hij verving de tegenstelling tussen waar en vals door een tegenstelling tussen zuiver en onzuiver. Het klinkt aangenamer, maar het is een verraad van de eenheid. Zolang een kerk niet vals is, moet je haar trouw blijven. Wie breekt met een kerk vanwege haar onzuiverheid, geeft er vooral blijk van zichzelf zuiver te vinden. Scheiden mag alleen als de kerk het Woord verkracht en christenen vervolgt.
Hervormd-gereformeerden die lid zijn van de Protestantse Kerk in Nederland zijn dat niet omdat zij zich daar zo thuis voelen. Zij zijn daar ook niet omdat zij daar nog een plaatsje kunnen innemen op gereformeerde grondslag. Zij zijn daar omdat zij belijden dat er maar één ware kerk mag zijn waarvan niemand zich mag losmaken. Juist omdat de kerk het lichaam van Christus is, is het hun roeping om haar aan het Woord van haar Bruidegom te houden.
Wie zegt tot de ware kerk te behoren, zegt daarmee nog niet dat andere kerken vals zijn. We kunnen de klok van de kerkgeschiedenis niet terugdraaien. De Protestantse Kerk is niet de enige ware kerk, de Kerk van Christus is verbrokkeld en gescheurd. Toch kunnen gereformeerden alleen in geweten lid zijn van deze vervallen kerk, als zij haar durven zien als openbaring van het lichaam van Christus, als ware kerk. Dat betekent wel dat zij scheiding als onwettig zien en dat zij niet anders kunnen dan de andere kerken uitnodigen zich bij de Protestantse Kerk te voegen. Opdat de PKN hersteld wordt.
De auteur is hervormd predikant te Nijkerk.
dr. H. van den Belt in RD 11-01 schreef:De rechtszaak waarin de hersteld-hervormden eisen dat hun plaatselijke gemeenten zich als voortzetting van de Nederlandse Hervormde Kerk mogen zien, illustreert hun neocalvinistische denken, aldus Van den Belt.
Hij wees die gedachtegang echter af op basis van de Nederlandse Geloofsbelijdenis die leert dat er maar een ware kerk kan zijn. De hersteld-hervormden noemen in navolging van de dolerenden de Protestantse Kerk geen valse kerk, zei Van den Belt. In de optiek van de aanstaande universitair docent is de Protestantse Kerk dus een ware kerk - en aangezien er maar één kan zijn: dé ware kerk. ,,Niemand heeft het recht zich af te scheiden van de ware kerk, de Protestantse Kerk.