Er tekent zich inderdaad een scheiding van geesten af. Ik geloof niet meer dat het gaat om accentverschillen. Om nog een geijkte kreet te gebruiken: laten we eerlijk met elkaar omgaan. In de discussie over de doodsstaat van de mens roept niemand dat deze niet bestaat. Toch is er een partij die de andere partij beschuldigd van het doodverklaren van die doodsstaat. Niet openlijk, maar stiekum wordt de doodsstaat ontkent wanneer de oproep tot bekering zou moeten leiden tot een "Ik zal mij bekeren en mijn zonden opbiechten en mijn leven wederom in de dienst des Heeren stellen". Het is immers God die bekeerd en leert? Dan ontkent de arminiaanse partij niet en blijft er ook op hameren dat de mens niet uit zichzelf zich kan bekeren, maar dat de mens zich wel moet bekeren. Tot zoverre zijn beide partijen het eens. Maar dan gaat de arminaanse partij nog een stapje verder en beweerd dat de bekering niet moet blijven bij pogingen die er voor moeten zorgen dat het onderwerp afgesneden wordt van elke hoop, maar dat het onderwerp zich daadwerkelijk bekeerd. De rechtzinnige partij parreerd dit door te stellen dat het toch niet mogelijk is dat de mens zich in zijn doodsstaat bekeerd? Een bevredigend antwoord van de arminiaanse partij die recht doet aan het gezonde reformatorische evenwicht tussen de doodsstaat en de verantwoordelijkheid, komt er niet, wat de rechtzinnige partij bevestigd dat de arminiaanse partij het gezonde reformatorische evenwicht overboord heeft gegooit en werkt in eigengerechtigheid.
De arminiaanse partij blijft maar uit de bijbel citeren dat het de mens is die zich moet bekeren en dat de houding van de rechtzinnige partij voortkomt uit een poging om de lijdelijkheid te rechtvaardigen. Dat wordt ontkent, maar de vraag: "hoe ga je er dan mee om?" is zo persoonlijk dat een antwoord uit blijft. Hierdoor heeft de arminaanse partij toch het gevoel dat ze gelijk heeft en dat het uiteindelijk voortvloeid vanuit de rechtvaardiging van de lijdelijkheid. De arminiaanse partij vraagt zich verder af of al die doodstaatpredikers de andere kant van het geloofsleven wel bevindelijk kennen, maar dat wordt ook niet duidelijk.
M.a.w.: Het is een kiezen tussen een dode rechtzinnigheid en een levendige onevenwichtigheid.
Ik kies persoonlijk voor de levendige onevenwichtigheid. Dat mag iedereen weten. Ik heb geen antwoord op alle vragen, maar ik voel me gesteund door de bijbel en de bevinding.
Ik zal de scheiding van geesten nog wat verdiepen met het volgende:
- De bijbel noemt omzien naar de armen en de wees en de weduwe (niet als enige maar) als belangerijkste vrucht van het geloof waaraan we kunnen zien of iemand werkelijk het zaligmakende geloof bezit. Uitingen van zondebezef, belijdenissen van bevinding en kledingkeuzes die passen in de reformatorische traditie zijn geen vruchten waar de bijbel waarde aan hecht.
- Geloven is niet het ervaren van een teken of het bezitten van een gevoel, maar een verstandelijk weten. Iemand die de hiervoorgenoemde vruchten draagt omdat hij leeft naar dat verstandelijk weten, die heeft een zaligmakend geloof.
- Het verbond en zijn beloften staan niet onder de bediening van de uitverkiezing, maar zoals de bijbel ons dat voorhoud onder het niet verbreken of het vervullen van de verbondseis. (Hangt af van welk verbond en de opstelling of er iets vervuld moet worden of dat er iets juist niet verbroken moet worden.)
- Het Lichaam van Christus is niet een fictieve allesoverkoepelende gemeente vol met uitverkoren mensen, maar je plaatselijke gemeente die afgerekend zal worden op zijn functioneren.
- Je zult toch het idee moeten loslaten dat je lijdelijkheid rechtzinnig is en een keuze moeten maken voor God. Je kunt dat het beste hier en nu doen.
Verdeelheid forum
Alhoewel de vruchten van naasteliefde zeker de 1e en belangrijkste zijn (en wee de mens die zich waar gelovig noemt, maar niet mildadig elke maand weer zijn buidel opent voor kerk, naaste en goede doelen), komen bevindelijke vruchten ook zeker voor in de Schrift: Een verbroken hart, en een verslagen geest, zult u, oh God, niet verachten. En ook de zaligsprekingen, en vele andere Schriftwoorden. Het is én-én, niet óf-óf.De bijbel noemt omzien naar de armen en de wees en de weduwe (niet als enige maar) als belangerijkste vrucht van het geloof waaraan we kunnen zien of iemand werkelijk het zaligmakende geloof bezit. Uitingen van zondebezef, belijdenissen van bevinding en kledingkeuzes die passen in de reformatorische traditie zijn geen vruchten waar de bijbel waarde aan hecht.
Er is geen geloof buiten Christus, en er is geen kennis aan Christus, dan bevindelijk! Dat gaat echt wel veel dieper, veel intenser, veel persoonlijker, dan een koud verstandelijk weten. Het wonder dat God naar zondaren omziet laat zich niet vatten in het verstand, en als het dat wel doet, is het wonder eruit...- Geloven is niet het ervaren van een teken of het bezitten van een gevoel, maar een verstandelijk weten. Iemand die de hiervoorgenoemde vruchten draagt omdat hij leeft naar dat verstandelijk weten, die heeft een zaligmakend geloof.
Het verbond en de beloften staan idd niet onder beheersing van de uitverkiezing, maar zijn er het gevolg van. God verkoos enkelen, en roept allen, en een ieder die komt wordt aangenomen.- Het verbond en zijn beloften staan niet onder de bediening van de uitverkiezing, maar zoals de bijbel ons dat voorhoud onder het niet verbreken of het vervullen van de verbondseis. (Hangt af van welk verbond en de opstelling of er iets vervuld moet worden of dat er iets juist niet verbroken moet worden.)
Het probleem is dat wij niet kunnen komen. Het is zo nodig daar eens achter te komen. Niet als vroom praatje, en dan lekker blijven zitten, maar na hard geprobeerd te hebben, en daarin doodgelopen te zijn. Slechts dan wordt de spanning tussen moeten (eis vh verbond) en niet kunnen gezien, en slechts dan krijgt Christus waarde.
Dit werkt ook niet.memento schreef: Het probleem is dat wij niet kunnen komen. Het is zo nodig daar eens achter te komen. Niet als vroom praatje, en dan lekker blijven zitten, maar na hard geprobeerd te hebben, en daarin doodgelopen te zijn. Slechts dan wordt de spanning tussen moeten (eis vh verbond) en niet kunnen gezien, en slechts dan krijgt Christus waarde.
We hebben wel eens een discussie gehad over wat het precies inhoudt 'Christus te zien' of 'Christus te kennen' of 'openbaring van Christus aan de ziel'. Een echt antwoord kwam daar niet, blijkbaar 'ervaart' of 'bevindt' iedereen dat anders. Dat kan wel kloppen want we belijden namelijk: Opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods. Hij is hier niet meer. Maar Hij liet ons Zijn Woord en Geest na.
Vr.21. Wat is een waar geloof?
Antw. Een waar geloof is niet alleen een stellig weten of kennis, waardoor ik alles voor waarachtig houd, wat ons God in Zijn Woord geopenbaard heeft, maar ook een vast vertrouwen, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in mijn hart werkt, dat niet alleen anderen, maar ook mij vergeving der zonden, eeuwige gerechtigheid en zaligheid van God geschonken is, uit louter genade, alleen om der verdienste van Christus wil.
God wil op Zijn Woord geloofd worden.
--------------
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Voorts ben ik van mening dat portretten van oudvaders, reformatoren en andere theologen niet zouden moeten worden toegestaan als avatar.
Ik heb dit topic opgesplitst naar een topic over de opwas in Christus kennis (waar we intussen al vele pagina's mee bezig waren).