Ds C Harinck schreef:
Een noodzakelijke correctie
Ik meen dat de manier waarop door een deel van de bevindelijk gereformeerden over de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie gedacht wordt, correctie nodig heeft.
Wanneer we deze gedachten naast de Schrift en de opvattingen vanuit de Reformatie en de Nadere Reformatie leggen, zijn er naast overeenkomsten, toch zeer essentiële verschillen.
Allereerst is in de opvatting van de Reformatie en de Nadere Reformatie de vierschaarervaring niet samengeperst tot één bijzondere ervaring, het zogeheten
‘dodelijkst tijdsgewricht’.
De oprichting van de vierschaar staat bij hen aan het begin van de bekering als de zondaar overtuigd wordt van zonde.
Bij de puriteinen en de Schotse presbyterianen is dit eveneens het geval. Wanneer de bekende Thomas Boston over de twaalf slagen van het proces spreekt waardoor een zondaar van alles wordt afgesneden en ten slotte met Christus wordt verenigd, zegt hij dat bij de eerste slag een gerechtshof in het geweten van de mens wordt opgericht.
Zo wordt er door de Geest des Heeren, Die handelt als een Geest der dienstbaarheid, een gerechtshof opgericht in het binnenste van de mens, waar hij wordt aangeklaagd, beschuldigd en veroordeeld wegens het verbreken van de Wet van God.’(Th.. Boston. De viervoudige staat, 240.)
De oprichting van dit gerechtshof of vierschaar begint dus al direct bij de eerste slag. Het loopt bij Boston wel naar een hoogtepunt met de twaalfde slag, maar het begin is bij de eerste slag. Het is een proces dat via twaalf afsnijdingen verloopt.
Wanneer Comrie beschrijft hoe dat doorgaans geschiedt, begint hij bij de prediking.
Wat het eerste betreft: Hoe God de gedaagde zondaar voor Zijn vierschaar roept, menen wij dat zulks doorgaans geschiedt op de volgende wijze: God roept hem door middel van Zijn dienaars, die als Zijn gezanten en boden de zondaar in Gods Naam van Zijnentwege getrouwelijk bekendmaken, dat hij voor God schuldig en verdoemelijk staat wegens zijn aangeboren en dadelijke zonden. (A. Comrie, Eigenschappen, 27)
Hij noemt dit het eerste wat er gebeurt. In de getrouwe prediking wordt de mens schuldig gesteld voor God en als het ware voor Gods rechterstoel gedaagd. De Heilige Geest gebruikt deze prediking om de zondaar te overtuigen van zijn zonden en ellende. Hij wordt dan in zijn geweten geroepen om voor Gods vierschaar te verschijnen.
De ziel dus krachtig en innerlijk door Gods Woord en Geest geroepen zijnde, om voor Gods vierschaar te verschijnen en rekenschap te geven, wordt eindelijk genoodzaakt om voor God te verschijnen. (A. Comrie, Eigenschappen, 29)
Op die wijze begint de oprichting van de vierschaar der consciëntie. God richt Zijn vierschaar in het geweten van de zondaar op in de overtuiging van zonde. De zondaar krijgt te doen met God als Rechter, Die hij door zijn zonden heeft vertoornd. Hij moet voor God verschijnen en kan dit niet langer uitstellen. Hij komt daarop tot God als een beladene onder een zware last van zonden en ongerechtigheid; hij komt met schaamte, walging en verfoeiing van zichzelf.
De zondaar leert aanklagers en beschuldigers kennen, die hem veroordelen. Het is de Wet van God, die hem van gebod tot gebod leidt en schuldig verklaart. Het is zijn geweten, dat nu niet meer slaapt maar duidelijk spreekt en de zondaar aanklaagt. Het is de satan, die de zondaar pijnigt en aanklaagt met zijn bedreven zonden en tot wanhoop zoekt te brengen. De zondaar wordt daardoor in grote verlegenheid gebracht. Hij ziet zichzelf als een kind des toorns, die zich God straffen heeft waardig gemaakt. Hij billijkt God in Zijn rechtvaardigheid en zegt: ‘Heere, Gij Zijt rechtvaardig als U mij zou verdoemen, want ik ben Uw mond wederspannig geweest.’ Hij valt voor God op de knieën en smeekt zijn Rechter om genade.
In die verslagenheid maakt de Borg Jezus Zich door het Evangelie aan de zondaar bekend als een algenoegzame Borg en Zaligmaker.
Op de roepende stem van Jezus vlucht de veroordeelde mens tot Christus en legt al zijn schuld en ongerechtigheid op Hem. Hij vertrouwt zichzelf voor leven en sterven aan Christus toe.
De zondaar hoort de grote Rechter van hemel en aarde in het Evangelie op grond van Christus’ gerechtigheid een vrijsprekend vonnis uitspreken over ieder die in Christus gelooft. Gewoonlijk heeft de zondaar, die door de Wet, zijn geweten en satan wordt beschuldigd grote bekommering om dit genadevonnis aan te nemen.
De Heilige Geest overreedt hem daarom door de merktekenen van de rechtvaardigen en door een onmiddellijk getuigen door het Woord dat God hem in Christus heeft vrijgesproken van schuld en straf.
De vrijspraak wordt hem krachtig in de ziel afgekondigd.
Het geloof omhelst deze vrijspraak. Hierop geniet de zondaar grote vrede bij God door Jezus Christus.
Dit is de manier waarop Comrie en ook de andere bekende oudvaders over de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie spreken.
Het beeld van een rechtbank staat model voor de bespreking van de rechtvaardigmaking.
De zondaar krijgt te doen met God als Rechter; de Wet, lijn geweten en de satan als aanklagers; de Heere Jezus leert hij kennen als Advocaat en Borg en er wordt een vrijspraak in zijn geweten afgekondigd.
Maar het wordt geen visionair gebeuren. Her speelt zich af in het geweten. Het wordt ook niet samengevat in één bijzondere ervaring of een dodelijk tijdsgewricht.
Het is een proces vanaf de overtuiging van zonden tot de omhelzing van de vrijspraak van het Evangelie. Het loopt wel naar een bepaalde climax toe, waar de zondaar God rechtvaardigt en Zijn straffen billijkt, maar het wordt niet alles samengevat in één aparte crisiservaring.
Ds C Harinck, De rechtvaardigmaking; een correctie !?
Ds C Harinck, De rechtvaardigmaking; een correctie !?
Hier een citaat uit het pas uitgegeven, leerzame boek van Ds C Harinck, "De rechtvaardigmaking", uit de serie "De Heilsorde"
Laatst gewijzigd door Wilhelm op 15 dec 2007, 15:31, 1 keer totaal gewijzigd.
-
- Berichten: 324
- Lid geworden op: 13 okt 2007, 13:30
- Locatie: Dordrecht (NL)
Re: Ds C Harinck, De rechtvaardigmaking; een correctie !?
Welk deel van de bevindelijk gereformeerden corrigeert ds Harinck nu eigenlijk? Binnen de GG zijn er al tig verschillende visies betreffende de vierschaarbeleving. Blijkbaar is het een een zodanig persoonlijk bevindelijk iets dat het nauwelijks meer terug te voeren is op de Schrift. Ik denk dat een ieder binnen de GG zich wel kan vinden binnen de kaders (ruimte) die ds Harinck hier stelt.Wilhelm schreef:Hier een citaat uit het pas uitgegeven, leerzame boek van Ds C Harinck, "De rechtvaardigmaking", uit de serie "De Heilsorde"
Ds C Harinck schreef:
Een noodzakelijke correctie
Ik meen dat de manier waarop door een deel van de bevindelijk gereformeerden over de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie gedacht wordt, correctie nodig heeft.
Wanneer we deze gedachten naast de Schrift en de opvattingen vanuit de Reformatie en de Nadere Reformatie leggen, zijn er naast overeenkomsten, toch zeer essentiële verschillen.
Allereerst is in de opvatting van de Reformatie en de Nadere Reformatie de vierschaarervaring niet samengeperst tot één bijzondere ervaring, het zogeheten
‘dodelijkst tijdsgewricht’.
De oprichting van de vierschaar staat bij hen aan het begin van de bekering als de zondaar overtuigd wordt van zonde.
Bij de puriteinen en de Schotse presbyterianen is dit eveneens het geval. Wanneer de bekende Thomas Boston over de twaalf slagen van het proces spreekt waardoor een zondaar van alles wordt afgesneden en ten slotte met Christus wordt verenigd, zegt hij dat bij de eerste slag een gerechtshof in het geweten van de mens wordt opgericht.
Zo wordt er door de Geest des Heeren, Die handelt als een Geest der dienstbaarheid, een gerechtshof opgericht in het binnenste van de mens, waar hij wordt aangeklaagd, beschuldigd en veroordeeld wegens het verbreken van de Wet van God.’(Th.. Boston. De viervoudige staat, 240.)
De oprichting van dit gerechtshof of vierschaar begint dus al direct bij de eerste slag. Het loopt bij Boston wel naar een hoogtepunt met de twaalfde slag, maar het begin is bij de eerste slag. Het is een proces dat via twaalf afsnijdingen verloopt.
Wanneer Comrie beschrijft hoe dat doorgaans geschiedt, begint hij bij de prediking.
Wat het eerste betreft: Hoe God de gedaagde zondaar voor Zijn vierschaar roept, menen wij dat zulks doorgaans geschiedt op de volgende wijze: God roept hem door middel van Zijn dienaars, die als Zijn gezanten en boden de zondaar in Gods Naam van Zijnentwege getrouwelijk bekendmaken, dat hij voor God schuldig en verdoemelijk staat wegens zijn aangeboren en dadelijke zonden. (A. Comrie, Eigenschappen, 27)
Hij noemt dit het eerste wat er gebeurt. In de getrouwe prediking wordt de mens schuldig gesteld voor God en als het ware voor Gods rechterstoel gedaagd. De Heilige Geest gebruikt deze prediking om de zondaar te overtuigen van zijn zonden en ellende. Hij wordt dan in zijn geweten geroepen om voor Gods vierschaar te verschijnen.
De ziel dus krachtig en innerlijk door Gods Woord en Geest geroepen zijnde, om voor Gods vierschaar te verschijnen en rekenschap te geven, wordt eindelijk genoodzaakt om voor God te verschijnen. (A. Comrie, Eigenschappen, 29)
Op die wijze begint de oprichting van de vierschaar der consciëntie. God richt Zijn vierschaar in het geweten van de zondaar op in de overtuiging van zonde. De zondaar krijgt te doen met God als Rechter, Die hij door zijn zonden heeft vertoornd. Hij moet voor God verschijnen en kan dit niet langer uitstellen. Hij komt daarop tot God als een beladene onder een zware last van zonden en ongerechtigheid; hij komt met schaamte, walging en verfoeiing van zichzelf.
De zondaar leert aanklagers en beschuldigers kennen, die hem veroordelen. Het is de Wet van God, die hem van gebod tot gebod leidt en schuldig verklaart. Het is zijn geweten, dat nu niet meer slaapt maar duidelijk spreekt en de zondaar aanklaagt. Het is de satan, die de zondaar pijnigt en aanklaagt met zijn bedreven zonden en tot wanhoop zoekt te brengen. De zondaar wordt daardoor in grote verlegenheid gebracht. Hij ziet zichzelf als een kind des toorns, die zich God straffen heeft waardig gemaakt. Hij billijkt God in Zijn rechtvaardigheid en zegt: ‘Heere, Gij Zijt rechtvaardig als U mij zou verdoemen, want ik ben Uw mond wederspannig geweest.’ Hij valt voor God op de knieën en smeekt zijn Rechter om genade.
In die verslagenheid maakt de Borg Jezus Zich door het Evangelie aan de zondaar bekend als een algenoegzame Borg en Zaligmaker.
Op de roepende stem van Jezus vlucht de veroordeelde mens tot Christus en legt al zijn schuld en ongerechtigheid op Hem. Hij vertrouwt zichzelf voor leven en sterven aan Christus toe.
De zondaar hoort de grote Rechter van hemel en aarde in het Evangelie op grond van Christus’ gerechtigheid een vrijsprekend vonnis uitspreken over ieder die in Christus gelooft. Gewoonlijk heeft de zondaar, die door de Wet, zijn geweten en satan wordt beschuldigd grote bekommering om dit genadevonnis aan te nemen.
De Heilige Geest overreedt hem daarom door de merktekenen van de rechtvaardigen en door een onmiddellijk getuigen door het Woord dat God hem in Christus heeft vrijgesproken van schuld en straf.
De vrijspraak wordt hem krachtig in de ziel afgekondigd.
Het geloof omhelst deze vrijspraak. Hierop geniet de zondaar grote vrede bij God door Jezus Christus.
Dit is de manier waarop Comrie en ook de andere bekende oudvaders over de rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie spreken.
Het beeld van een rechtbank staat model voor de bespreking van de rechtvaardigmaking.
De zondaar krijgt te doen met God als Rechter; de Wet, lijn geweten en de satan als aanklagers; de Heere Jezus leert hij kennen als Advocaat en Borg en er wordt een vrijspraak in zijn geweten afgekondigd.
Maar het wordt geen visionair gebeuren. Her speelt zich af in het geweten. Het wordt ook niet samengevat in één bijzondere ervaring of een dodelijk tijdsgewricht.
Het is een proces vanaf de overtuiging van zonden tot de omhelzing van de vrijspraak van het Evangelie. Het loopt wel naar een bepaalde climax toe, waar de zondaar God rechtvaardigt en Zijn straffen billijkt, maar het wordt niet alles samengevat in één aparte crisiservaring.
Nou ja, als zijn 'correcties' zich voltrekken in deze genuanceerdheid, dan zal dit boek iig niet tot een splijtzwam wezen.
"............................................................."
Ds C. Harinck, De leer der rechtvaardigmaking in de vierschaar der consciëntie, een noodzakelijke correctie !?
Het pas uitgegeven, zeer goed onderbouwde boek van Ds C Harinck , levert weer veel stof tot nadenken op.
Als eerste wordt er gekeken in het boek hoe de leer van de rechtvaardigmaking nu functioneert in de Schrift zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament..
Na deze voornaamste Bron te hebben geraadpleegd, neemt Ds Harinck ons mee op een zoektocht door de kerkgeschiedenis.
Na de visie van de vroege kerk van o.a Augustines te hebben behandeld gaat hij verder met het beschrijven hoe de reformatoren Luther en Calvijn over de rechtvaardigmaking gedacht en geschreven hebben.
Over de leer van de rechtvaardigmaking is er grote overeenstemming tussen deze twee reformatoren.
Luther vond de leer van de rechtvaardigmaking zo’n belangrijke leer dat hij schreef : als deze leer staat, staat de kerk, als ze valt, valt de kerk.
Na deze twee grote reformatoren worden de gereformeerde belijdenissen onderworpen aan een onderzoek waar ook blijkt dat in deze belijdenissen grote overeenstemming is over de rechtvaardigingsleer.
In de Nadere Reformatie blijken er verschillen te ontstaan , Ds Harinck laat zien hoe W a Brakel, A Comrie en Th van de Gore over dit leerstuk dachten.
Naast verschillen , vooral op theologisch gebied , overheerst er toch een eenheid van gevoelen waar het komt tot de beleving van de rechtvaardigmaking.
In het laatste hoofdstuk sluit Ds Harinck af met een terugblik.
Tegelijkertijd wijst hij op de verkeerde gedachten over de rechtvaardigmaking die er soms kunnen zijn zowel binnen als buiten het bevindelijk gereformeerde volksdeel.
Hij wijst op de gevaren van een voorwaardelijke rechtvaardigmaking in remonstrantse zin als het gaat om de voorwaarde van geloof die de mens zou moeten volbrengen voordat de mens door God gerechtvaardigd zou kunnen worden.
Ook wijst hij op de gevaren binnen onze bevindelijk gereformeerde leer als het gaat om de gedachte dat de rechtvaardigmaking een mystieke en visionaire beleving zou zijn die maar enkele van Gods Volk leren kennen.
Dat het een crisis ervaring zou zijn die een nadere weldaad genoemd moet worden, het voor of na de zaak staan, en wat niet al Gods kinderen leren.
Dit wordt door Ds Harinck, op basis van Gods Woord en de reformatorische leer, met klem ontkracht.
Er zijn bijzondere wegen die God met sommigen van Zijn kinderen houd, maar we moeten zulke bijzondere en schokkende ervaringen en gevallen niet als model stellen voor de beleving van de rechtvaardigmaking.
“Het bijzondere is niet het model waarop we ons richten moeten , maar het gewone” zo schrijft hij.
Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat het ware geloof in Jezus Christus rechtvaardigend van aard is, zowel het zwakke als het sterke geloof.
“De mate van ons geloof beïnvloedt wel onze troost en zekerheid, maar niet onze rechtvaardigmaking.”
Steeds wordt er in dit boek op gewezen : sola fide het geloof alleen, als het instrument om in bezit te komen van de gerechtigheid van Christus.
Ds C Harinck sluit zijn boek af met een oproep en waarschuwing :
Voor belangstellenden, hier is het boek te bestellen
Van harte aanbevolen.
Het pas uitgegeven, zeer goed onderbouwde boek van Ds C Harinck , levert weer veel stof tot nadenken op.
Als eerste wordt er gekeken in het boek hoe de leer van de rechtvaardigmaking nu functioneert in de Schrift zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament..
Na deze voornaamste Bron te hebben geraadpleegd, neemt Ds Harinck ons mee op een zoektocht door de kerkgeschiedenis.
Na de visie van de vroege kerk van o.a Augustines te hebben behandeld gaat hij verder met het beschrijven hoe de reformatoren Luther en Calvijn over de rechtvaardigmaking gedacht en geschreven hebben.
Over de leer van de rechtvaardigmaking is er grote overeenstemming tussen deze twee reformatoren.
Luther vond de leer van de rechtvaardigmaking zo’n belangrijke leer dat hij schreef : als deze leer staat, staat de kerk, als ze valt, valt de kerk.
Na deze twee grote reformatoren worden de gereformeerde belijdenissen onderworpen aan een onderzoek waar ook blijkt dat in deze belijdenissen grote overeenstemming is over de rechtvaardigingsleer.
In de Nadere Reformatie blijken er verschillen te ontstaan , Ds Harinck laat zien hoe W a Brakel, A Comrie en Th van de Gore over dit leerstuk dachten.
Naast verschillen , vooral op theologisch gebied , overheerst er toch een eenheid van gevoelen waar het komt tot de beleving van de rechtvaardigmaking.
In het laatste hoofdstuk sluit Ds Harinck af met een terugblik.
Tegelijkertijd wijst hij op de verkeerde gedachten over de rechtvaardigmaking die er soms kunnen zijn zowel binnen als buiten het bevindelijk gereformeerde volksdeel.
Hij wijst op de gevaren van een voorwaardelijke rechtvaardigmaking in remonstrantse zin als het gaat om de voorwaarde van geloof die de mens zou moeten volbrengen voordat de mens door God gerechtvaardigd zou kunnen worden.
Ook wijst hij op de gevaren binnen onze bevindelijk gereformeerde leer als het gaat om de gedachte dat de rechtvaardigmaking een mystieke en visionaire beleving zou zijn die maar enkele van Gods Volk leren kennen.
Dat het een crisis ervaring zou zijn die een nadere weldaad genoemd moet worden, het voor of na de zaak staan, en wat niet al Gods kinderen leren.
Dit wordt door Ds Harinck, op basis van Gods Woord en de reformatorische leer, met klem ontkracht.
Er zijn bijzondere wegen die God met sommigen van Zijn kinderen houd, maar we moeten zulke bijzondere en schokkende ervaringen en gevallen niet als model stellen voor de beleving van de rechtvaardigmaking.
“Het bijzondere is niet het model waarop we ons richten moeten , maar het gewone” zo schrijft hij.
Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat het ware geloof in Jezus Christus rechtvaardigend van aard is, zowel het zwakke als het sterke geloof.
“De mate van ons geloof beïnvloedt wel onze troost en zekerheid, maar niet onze rechtvaardigmaking.”
Steeds wordt er in dit boek op gewezen : sola fide het geloof alleen, als het instrument om in bezit te komen van de gerechtigheid van Christus.
Ds C Harinck sluit zijn boek af met een oproep en waarschuwing :
Ds C Harinck schreef:“De doorslaggevende zaak voor de eeuwigheid is of ik in Gods rechtbank, dat is voor God, rechtvaardig ben. Hoe sta ik tegenover God? De Heere zei tot Israël in Egypte: ‘Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik u voorbijgaan’ (Ex. 12:13). Er staat niet: wanneer jullie het bloed zien, zal Ik jullie voorbijgaan. Het gaat erover dat God het bloed ziet.
Mijn veiligheid is niet afhankelijk van de mate waarmee ik mijn vrijspraak kan omhelzen, maar of ik waarlijk schuil achter het bloed van Jezus.
Het geloof in Christus beslist.
God moet het bloed zien.
God moet weten waarop onze hoop is gebouwd.
Heb ik leren schuilen achter het bloed van Jezus?
Alle andere schuilplaatsen zullen in het eind bedriegen. Zie daarom van de wet, die u hebt verbroken op het kruis van Golgotha, waar de straf der zonden is gedragen.
Vlucht van de donder van Sinaï rot de nodigingen van het Evangelie en ga met de veelheid van uw zonden tot het bloed van Jezus dat pleit om genade en nooit tevergeefs bij God pleit.
De laatste woorden van een man, die tussen zijn veroordeling en terechtstelling tot bekering was gekomen, zijn onder de vromen van Engeland en Schotland tot gevleugelde woorden geworden.
De stervende misdadiger riep met grote stem: ‘Nooit is er iemand omgekomen die zijn aangezicht tot Christus Jezus had gewend.”
blz 236
Voor belangstellenden, hier is het boek te bestellen
Van harte aanbevolen.
Zijn er al mensen die het boek gelezen hebben ?
Het is evenwichtig geschreven en er wordt steeds verwezen naar Gods Woord en naar de (nadere) reformatie.
Het is wel heel leerzaam voor de gehele breedte van de gereformeerde gezindte omdat dit leerstuk eens heel Schriftuurlijk en helder behandeld wordt.
Dat is ook helemaal de bedoeling niet , als ik dit boekje lees.entiteitxx schreef: Welk deel van de bevindelijk gereformeerden corrigeert ds Harinck nu eigenlijk? Binnen de GG zijn er al tig verschillende visies betreffende de vierschaarbeleving. Blijkbaar is het een een zodanig persoonlijk bevindelijk iets dat het nauwelijks meer terug te voeren is op de Schrift. Ik denk dat een ieder binnen de GG zich wel kan vinden binnen de kaders (ruimte) die ds Harinck hier stelt.
Nou ja, als zijn 'correcties' zich voltrekken in deze genuanceerdheid, dan zal dit boek iig niet tot een splijtzwam wezen.
Het is evenwichtig geschreven en er wordt steeds verwezen naar Gods Woord en naar de (nadere) reformatie.
Het is wel heel leerzaam voor de gehele breedte van de gereformeerde gezindte omdat dit leerstuk eens heel Schriftuurlijk en helder behandeld wordt.
-
- Berichten: 324
- Lid geworden op: 13 okt 2007, 13:30
- Locatie: Dordrecht (NL)
Ik zeg ook niet dat het zijn bedoeling is, ik verwijs alleen naar wat er in het verleden allemaal gebeurd is nav zijn boeken. Alhoewel ik lang niet altijd ds Harinck zijn visie deel, is hij wel een uitermate helder schrijver.Wilhelm schreef:Zijn er al mensen die het boek gelezen hebben ?
Dat is ook helemaal de bedoeling niet , als ik dit boekje lees.entiteitxx schreef: Welk deel van de bevindelijk gereformeerden corrigeert ds Harinck nu eigenlijk? Binnen de GG zijn er al tig verschillende visies betreffende de vierschaarbeleving. Blijkbaar is het een een zodanig persoonlijk bevindelijk iets dat het nauwelijks meer terug te voeren is op de Schrift. Ik denk dat een ieder binnen de GG zich wel kan vinden binnen de kaders (ruimte) die ds Harinck hier stelt.
Nou ja, als zijn 'correcties' zich voltrekken in deze genuanceerdheid, dan zal dit boek iig niet tot een splijtzwam wezen.
Het is evenwichtig geschreven en er wordt steeds verwezen naar Gods Woord en naar de (nadere) reformatie.
Het is wel heel leerzaam voor de gehele breedte van de gereformeerde gezindte omdat dit leerstuk eens heel Schriftuurlijk en helder behandeld wordt.
"............................................................."
-
- Berichten: 939
- Lid geworden op: 11 sep 2006, 20:10
-
- Berichten: 939
- Lid geworden op: 11 sep 2006, 20:10
-
- Berichten: 939
- Lid geworden op: 11 sep 2006, 20:10
:helma schreef:Trouwens; het laatste boek wat ik had van Ds Harinck heb ik aan iemand uitgeleend en nooit meer teruggekregenhelma schreef::mrgreen: nee, ik wacht tot jij hem kooptuitgeworpen schreef:Het lijkt me een mooi boek.
Ik ga het kopen.
Of heb jij 'm al Helma?![]()
:mrgreen: Hoe heet dat boek; ik heb hem toch niet??? :mrgreen:
Het gebed is de gouden sleutel die de poort der genade kan openen.
Op de een of andere manier vind ik de boekjes van ds. H. niet zo prettig om te lezen. Ik kan er gewoon niet doorheen komen. Zijn preken vind ik fantastisch, er is er zondag nog één bij ons gelezen en daar zeg ik 100 procent amen op. Maar zijn schrijfstijl vind ik behoorlijk taai.
Bij 7500 postings kom ik weer terug (en af en toe tussendoor als ik zin heb)
nee hoor, dan had je het al wel gehoord....uitgeworpen schreef::helma schreef:Trouwens; het laatste boek wat ik had van Ds Harinck heb ik aan iemand uitgeleend en nooit meer teruggekregenhelma schreef::mrgreen: nee, ik wacht tot jij hem kooptuitgeworpen schreef:Het lijkt me een mooi boek.
Ik ga het kopen.
Of heb jij 'm al Helma?![]()
:mrgreen: Hoe heet dat boek; ik heb hem toch niet??? :mrgreen:
Het is scholastisch. Ik gebruik zulke boeken als naslagwerk.Unionist schreef:Op de een of andere manier vind ik de boekjes van ds. H. niet zo prettig om te lezen. Ik kan er gewoon niet doorheen komen. Zijn preken vind ik fantastisch, er is er zondag nog één bij ons gelezen en daar zeg ik 100 procent amen op. Maar zijn schrijfstijl vind ik behoorlijk taai.
Hedendaagse bijbelstudie is voor een belangrijk deel het elimineren van theologische contradicties.
Vind ik ook. Hij schrijft erg droog.Unionist schreef:Op de een of andere manier vind ik de boekjes van ds. H. niet zo prettig om te lezen. Ik kan er gewoon niet doorheen komen. Zijn preken vind ik fantastisch, er is er zondag nog één bij ons gelezen en daar zeg ik 100 procent amen op. Maar zijn schrijfstijl vind ik behoorlijk taai.
Dat moge waar zijn, maar het is wel heldere taal.Afgewezen schreef:Vind ik ook. Hij schrijft erg droog.Unionist schreef:Op de een of andere manier vind ik de boekjes van ds. H. niet zo prettig om te lezen. Ik kan er gewoon niet doorheen komen. Zijn preken vind ik fantastisch, er is er zondag nog één bij ons gelezen en daar zeg ik 100 procent amen op. Maar zijn schrijfstijl vind ik behoorlijk taai.