Vandaag op
http://www.refdag.nl een interview met ds. Simons, o.a. over kleding in de gereformeerde gezindte.
(Onderstrepingen van mij, TB)
[hr]
Kledingverkoper werd predikant met koopwaar zonder prijs
VINKEVEEN - Als kledingverkoper richtte hij zich op de gereformeerde gezindte. Arie Simons werd predikant maar bleef koopman. „Ik mag nu koopwaar aanbieden zonder geld en zonder prijs. Maar voor zó’n verkoop staat niemand in de rij.”
Zakenman Simons was een slaaf van zijn werk: kopen en verkopen. „De drang naar vermogen, eer en naam gaven mijn leven invulling. Zo heb ik tot mijn 25e jaar geleefd, zonder God. Ik meende serieuzer te zijn dan menig ander. Aan de buitenkant ging het toch allemaal zoals het hoort? En de binnenkant was immers niet mijn zorg, maar Gods zorg?”
Simons kwam in zijn werk als kledingverkoper in Nieuw-Lekkerland de gereformeerde gezindte in de volle breedte tegen. „Overal kwamen de mensen vandaan om degelijke kleding te kopen. Die was bijna nergens te koop. Ten diepste was ik trots dat onze gezindte bij ons terechtkon. Wíj hadden tenminste de juiste lengte, het juiste soort en de juiste kleur. Ik zag echter niet dat we met de nieuwste, duurste en degelijkste mode samen met de wereld voorop liepen.”
Toen hij 25 jaar was heeft God „het lijntje naar het zakenleven doorgeknipt, heel radicaal. Het zakendoen werd een last, het ging niet meer.
Ik kon het bijna niet meer aanzien dat mensen zo veel energie, tijd en geld besteedden aan een godsdienst zonder God en zonder Christus. Sterker nog: ze hadden genóég aan hun godsdienst! Arme mensen, ik zag ze verloren gaan zonder Christus.”
Simons ging theologie studeren in Utrecht. Zijn broer nam de zaak over. Ds. Simons, momenteel hervormd predikant in Vinkeveen, heeft aan zijn zakenleven wel een herinnering overgehouden: „
Ik kwam mensen tegen die uiterlijk voldeden aan alle regels van degelijkheid. Mensen meenden echt op grond van een bepaalde levenshouding en een degelijke uitstraling aangenaam te zijn voor God. Ik zeg het met pijn in mijn hart, maar veel godsdienst is toneelspel in een degelijke jas.”
Kleding verraadt veel van het innerlijk van de mens, stelt ds. Simons. „Hoofdbedekking en kleding zijn eenvoudige middelen om diepere zaken vanuit het Woord handen en voeten te geven. De Bijbel leert ons in 1 Timotheus 2:9 matigheid en eerbaarheid en eenvoudigheid, ook in onze kleding. Geen middelen om de zogenaamde nederige hoogmoed uit te stralen of anderen de ogen uit te steken.”
Helaas kan men ook doorslaan naar de andere kant en menen dat de buitenkant er in het geheel niet toe doet. „
Het is een Bijbels gegeven om onderscheid tussen man en vrouw uit te laten komen in kleding en haardracht. We misbruiken het Woord van God door alleen te wijzen op de teksten als: „Scheurt uw hart en niet uw klederen.” Inhoud zonder vorm is ook een grote zorg in het kerkelijk leven.”
Ds. Simons is in zijn hart altijd koopman gebleven. „Het kopen en verkopen zit op een of andere manier in je bloed, dat ben ik nooit kwijtgeraakt. In het Koninkrijk van God gaat het er echter wel totaal anders aan toe dan in het zakenleven. Als het vroeger uitverkoop was, stonden de mensen in de rij op de stoep. Het mooiste voor de laagste prijs, daar wil de mens wel moeite voor doen! Maar als het om de zaligheid gaat, staat niemand in de rij, zeker niet als het om het Lam Gods gaat.”
Ook in een ander opzicht ervaart de predikant nu het tegendeel van zijn oude beroep. „Vroeger moest ik maar afwachten of de mensen zouden komen. Nu moet ik erop uit, want ik weet dat er niemand is die uit zichzelf wil komen. God wist dit ook van eeuwigheid. Vandaar dat Hij mensen riep door de Heilige Geest om Zijn koopwaar aan te bieden.”
Ds. Simons prijst als een koopman nu „de klederen des heils” aan. „Dat aanprijzen is niet algemeen, maar heel persoonlijk door het Woord. Geen confectiekleding of massaproductie, maar direct, heel persoonlijk: u, jij, hij, of zij! Maar hier houdt alle vergelijking op met het vroegere zakenleven. Zó kun je in het zakenleven geen eigen baas blijven, maar ga je failliet. Maar God gaat niet failliet. Hij wordt niet minder van het geven en niet meerder van het inhouden. Hij bepaalde de prijs en zorgde dat de prijs betaald werd in Christus met de allerhoogste prijs, zodat Hij rechtmatig zou kunnen uitdelen zonder geld en prijs. Wanneer de mens als een goddeloze buigt aan de voet van het kruis, klinkt het: De koop is gesloten. Ga heen in vrede, uw geloof heeft u behouden.”
Ds. Simons heeft nóg iets van het koopmanschap behouden: het verlangen om de ander over te halen de waar te kopen. „Helaas is de prediking zo vaak beschrijvend. De directe aanbieding van de beloften van het Evangelie moeten een plaatshebben in de prediking. Mijn zorg is: hebben wij als gezanten van Christuswege nog iets te bieden aan een goddeloze? Iemand die niets aan te bieden heeft, is de naam van koopman niet waard.”