Eenvoudiger kan het voor mij niet!God legt geen vermogens in de mens! Hij maakt de mens krachteloos, goddeloos en rechteloos, opdat goddelozen met God verzoend zouden worden door de dood Zijns Zoons.
Het is eigenlijk zo eenvoudig
Uiteraard. De rechtvaardiging is door het geloof. En geloven is een opdracht. En niemand zal later kunnen zeggen op de vraag waarom hij niet heeft geloofd: Ik heb het niet gekund. Zie Mattheus 25, het hele hoofdstuk. De talenten, 10 maagden, wat Jezus zegt over de wederkomst. Wat je doet is absoluut van invloed op je toekomst.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Het klopt alleen voor geen meter. God maakt de mens niet goddeloos. Ook niet krachteloos en ook niet rechteloos. Zo heeft de mens zichzelf gemaakt.rj schreef:Eenvoudiger kan het voor mij niet!God legt geen vermogens in de mens! Hij maakt de mens krachteloos, goddeloos en rechteloos, opdat goddelozen met God verzoend zouden worden door de dood Zijns Zoons.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Niemand zal kunnen zeggen "ik heb niet gekund" inderdaad. De verschrikelijke werkelijkheid is "gijlieden hebt niet gewild." Ook de dwaze maagden wilden niet, sterker nog, de wijze maagden wilden ook niet. Het was God die wilde. Geloven is niet alleen opdracht, maar tevens een gave van God. Dat betekent niet God wat en ik wat, maar juist dat ik nog meer schuld op mij laadt vanwege mijn zonden en ongeloof en dat alle roem die niet is in Christus Jezus uitgesloten wordt. Ik mis bij jouw vaak de macht van de zonden en van het ongeloof, Marnix.Marnix schreef:Uiteraard. De rechtvaardiging is door het geloof. En geloven is een opdracht. En niemand zal later kunnen zeggen op de vraag waarom hij niet heeft geloofd: Ik heb het niet gekund. Zie Mattheus 25, het hele hoofdstuk. De talenten, 10 maagden, wat Jezus zegt over de wederkomst. Wat je doet is absoluut van invloed op je toekomst.
Hiermee ben ik het van hart eens. Ik geloof dat het esseniteel is voor het oprechte geloof dat we leren bij God vandaan dat de enigste invloed die wij op onze toekomst kunnen uitoefenen een afstevenen is op het rechtvaardig oordeel van God.Wat je doet is absoluut van invloed op je toekomst.
Dat is zeker zo, maar wat dat citaat wil zeggen is dat we daarvoor steke blind zijn.Marnix schreef:Het klopt alleen voor geen meter. God maakt de mens niet goddeloos. Ook niet krachteloos en ook niet rechteloos. Zo heeft de mens zichzelf gemaakt.rj schreef:Eenvoudiger kan het voor mij niet!God legt geen vermogens in de mens! Hij maakt de mens krachteloos, goddeloos en rechteloos, opdat goddelozen met God verzoend zouden worden door de dood Zijns Zoons.
Dat "maken" daar wordt mee bedoeld dat Hij ons door Zijn Geest en Woord daar aan ontdekt.Openbaringen 3:16,17 schreef:Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.
Oh, zeg dat dan gewoon....rj schreef:Dat is zeker zo, maar wat dat citaat wil zeggen is dat we daarvoor steke blind zijn.Marnix schreef:Het klopt alleen voor geen meter. God maakt de mens niet goddeloos. Ook niet krachteloos en ook niet rechteloos. Zo heeft de mens zichzelf gemaakt.rj schreef:Eenvoudiger kan het voor mij niet!God legt geen vermogens in de mens! Hij maakt de mens krachteloos, goddeloos en rechteloos, opdat goddelozen met God verzoend zouden worden door de dood Zijns Zoons.
Dat "maken" daar wordt mee bedoeld dat Hij ons door Zijn Geest en Woord daar aan ontdekt.Openbaringen 3:16,17 schreef:Zo dan, omdat gij lauw zijt, en noch koud noch heet, Ik zal u uit Mijn mond spuwen. Want gij zegt: Ik ben rijk, en verrijkt geworden, en heb geens dings gebrek; en gij weet niet, dat gij zijt ellendig, en jammerlijk, en arm, en blind, en naakt.
Ik lees nergens in de gelijkenissen dat ze het niet konden. Ik lees wel overal het verwijt dat ze het wel konden maar niet deden. Wat je zegt klopt voordat Christus is gekomen en de weg naar de Vader weer opent. Hij verandert ons van mensen die niets kunnen tot mensen die wel wat kunnen. Maar dat leidt niet tot automatisme.Niemand zal kunnen zeggen "ik heb niet gekund" inderdaad. De verschrikelijke werkelijkheid is "gijlieden hebt niet gewild." Ook de dwaze maagden wilden niet, sterker nog, de wijze maagden wilden ook niet. Het was God die wilde. Geloven is niet alleen opdracht, maar tevens een gave van God. Dat betekent niet God wat en ik wat, maar juist dat ik nog meer schuld op mij laadt vanwege mijn zonden en ongeloof en dat alle roem die niet is in Christus Jezus uitgesloten wordt. Ik mis bij jouw vaak de macht van de zonden en van het ongeloof, Marnix.
De 5 wijze en dwaze maagden hadden verantwoordelijkheid. De man met de talenten ook. En ze gingen er onverantwoordelijk mee om. Terwijl ze een uitnodiging voor de bruiloft hadden en de man het talent van zijn meester had ontvangen. Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks. Dat is wel iets anders dan hun natuurlijke wil want ze wachtten niet voor niets op de bruidegom. Ze wilden toen dus wel... ze vielen in slaap.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
En jij en ik waren niet laf en niet laks, want wij deden tenminste wat mij moesten doen. Wíj geloven immers wél, toch?Marnix schreef:Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks.
Of is dat toch niet wat je bedoelt te zeggen? Geef dan ook God de eer van het feit dat jij wél en de ander níet gelooft...
Op dit punt zijn we het dus samen eens? Ongeloof komt in de eerste plaats niet voort uit onmacht, maar uit onwil.Marnix schreef:Ik lees nergens in de gelijkenissen dat ze het niet konden. Ik lees wel overal het verwijt dat ze het wel konden maar niet deden.
Dus ik wordt door het geloof gerechtvaardigd, maar daarna moet ik zelf aan de slag? Heiligmaking is mensenwerk volgens jouw? Dat is toch niet bijbels? Geef je niet zelf het antwoord hier op: "... zie vielen in slaap." In Romeinen 7 lees ik heel wat anders hier over.Marnix schreef:Wat je zegt klopt voordat Christus is gekomen en de weg naar de Vader weer opent. Hij verandert ons van mensen die niets kunnen tot mensen die wel wat kunnen. Maar dat leidt niet tot automatisme.
De 5 wijze en dwaze maagden hadden verantwoordelijkheid. De man met de talenten ook. En ze gingen er onverantwoordelijk mee om. Terwijl ze een uitnodiging voor de bruiloft hadden en de man het talent van zijn meester had ontvangen. Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks. Dat is wel iets anders dan hun natuurlijke wil want ze wachtten niet voor niets op de bruidegom. Ze wilden toen dus wel... ze vielen in slaap.
Christus maakt niet van mensen die niets kunnen, mensen die wel iets kunnen. Hij maakt van mensen die denken noch iets te moeten kunnen, mensen die helemaal niets kunnen dan alleen God onteren. Hij zaligt! Alle roem is echt uitgesloten.
- Bert Mulder
- Berichten: 9099
- Lid geworden op: 28 aug 2006, 22:07
- Locatie: Grace URC Leduc Alberta Canada
- Contacteer:
Met is ook zo eenvoudig:
En dat hebben onze Dordtse vaderen ook juist ingezien, hoe eenvoudig het ook is:
3/4-6. Hetgeen dan noch het licht der natuur noch de wet doen kan, dat doet God door de kracht des Heiligen Geestes, en door het woord of de bediening der verzoening, welke is het Evangelie van den Messias, waardoor het God behaagd heeft de gelovige mensen, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, zalig te maken.
3/4-10. Maar dat anderen, door de bediening des Evangelies geroepen zijnde, komen en bekeerd worden, dat moet men den mens niet toeschrijven, alsof hij zichzelven door zijn vrijen wil zou onderscheiden van anderen, die met even grote of genoegzame genade tot het geloof en de bekering voorzien zijn (hetwelk de hovaardige ketterij van Pelagius stelt); maar men moet het Gode toeschrijven, Die, gelijk Hij de Zijnen van eeuwigheid uitverkoren heeft in Christus, alzo ook dezelfden in den tijd krachtiglijk roept, met het geloof en de bekering begiftigt, en uit de macht der duisternis verlost zijnde, tot het Rijks Zijns Zoons overbrengt, opdat zij zouden verkondigen de deugden Desgenen, Die hen uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht, en opdat zij niet in zichzelven, maar in den Heere zouden roemen, gelijk de apostolische schriften telkens getuigen.
3/4-11. Voorts, wanneer God dit Zijn welbehagen in de uitverkorenen uitvoert, en de ware bekering in hen werkt, zo is het dat Hij niet alleen het Evangelie hun uiterlijk doet prediken, en hun verstand krachtiglijk door den Heiligen Geest verlicht, opdat zij recht zouden verstaan en onderscheiden die dingen, die des Geestes Gods zijn; maar Hij dringt ook in tot de binnenste delen des mensen met de krachtige werking van denzelfden wederbarenden Geest; Hij opent het hart, dat gesloten is; Hij vermurwt dat hard is; Hij besnijdt dat onbesneden is. In den wil stort Hij nieuwe hoedanigheden en maakt dat die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt dien wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen.
3/4-12. En dit is die wedergeboorte, die vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking van de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schrift gesproken wordt, dewelke God zonder ons in ons werkt. En deze wordt in ons niet teweeggebracht door middel van de uiterlijke prediking alleen, noch door aanrading, of zulke manier van werking, dat, wanneer nu God Zijn werk volbracht heeft, het alsdan nog in de macht des mensen zou staan wedergeboren te worden of niet wedergeboren te worden, bekeerd te worden of niet bekeerd te worden. Maar het is een gans bovennatuurlijke, een zeer krachtige, en tegelijk zeer zoete, wonderlijke, verborgen, en onuitsprekelijke werking, dewelke, naar het getuigenis der Schrift (die van den Auteur van deze werking is ingegeven), in haar kracht niet minder noch geringer is dan de schepping of de opwekking der doden; alzo dat al diegenen, in wier harten God op deze wonderbaarlijke wijze werkt, zekerlijk, onfeilbaar en krachtiglijk wedergeboren worden en daadwerkelijk geloven. En alsdan wordt de wil, zijnde nu vernieuwd, niet alleen van God gedreven en bewogen, maar, van God bewogen zijnde, werkt hij ook zelf. Waarom ook terecht gezegd wordt dat de mens, door de genade die hij ontvangen heeft, gelooft en zich bekeert.
3/4-13. De wijze van deze werking kunnen de gelovigen in dit leven niet volkomenlijk begrijpen; ondertussen stellen zij zich daarin gerust, dat zij weten en gevoelen, dat zij door deze genade Gods met het hart geloven, en hun Zaligmaker liefhebben.
Mijn enige troost is, dat ik niet mijn, maar Jezus Christus eigen ben, Die voor mijn zonden betaald heeft, en zo bewaart, dat alles tot mijn zaligheid dienen moet; waarom Hij mij ook door Zijn Heilige Geest van eeuwig leven verzekert, en Hem voortaan te leven van harte willig en bereid maakt.
rj, hiermee kan ik volledig instemmen.rj schreef:Op dit punt zijn we het dus samen eens? Ongeloof komt in de eerste plaats niet voort uit onmacht, maar uit onwil.Marnix schreef:Ik lees nergens in de gelijkenissen dat ze het niet konden. Ik lees wel overal het verwijt dat ze het wel konden maar niet deden.
Dus ik wordt door het geloof gerechtvaardigd, maar daarna moet ik zelf aan de slag? Heiligmaking is mensenwerk volgens jouw? Dat is toch niet bijbels? Geef je niet zelf het antwoord hier op: "... zie vielen in slaap." In Romeinen 7 lees ik heel wat anders hier over.Marnix schreef:Wat je zegt klopt voordat Christus is gekomen en de weg naar de Vader weer opent. Hij verandert ons van mensen die niets kunnen tot mensen die wel wat kunnen. Maar dat leidt niet tot automatisme.
De 5 wijze en dwaze maagden hadden verantwoordelijkheid. De man met de talenten ook. En ze gingen er onverantwoordelijk mee om. Terwijl ze een uitnodiging voor de bruiloft hadden en de man het talent van zijn meester had ontvangen. Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks. Dat is wel iets anders dan hun natuurlijke wil want ze wachtten niet voor niets op de bruidegom. Ze wilden toen dus wel... ze vielen in slaap.
Christus maakt niet van mensen die niets kunnen, mensen die wel iets kunnen. Hij maakt van mensen die denken noch iets te moeten kunnen, mensen die helemaal niets kunnen dan alleen God onteren. Hij zaligt! Alle roem is echt uitgesloten.
Toen ik dit dispuut doorlas kwam de, wat je kan noemen, one-liner, naar boven: "'t Is door U, door U alléén, om het eeuwig welbehagen".
Wie kan dit wonder bevatten, laat staan beredeneren?
Dat is het grote wonder van de door GOD gegeven uitverkiezing.
O diepte des rijkdoms.....
Ik geef God de eer van dat ik geloof, niet van dat een ander niet gelooft. God wil niet de eer krijgen van dingen die niet naar zijn wil zijn. Verder, voor ons is het inderdaad ook van belang dat we waakzaam zijn en volharden, en olie in onze lampjes hebben. Daar moeten we om bidden, daar moeten we aan werken en ook bij elkaar er op toezien, elkaar aansporen, vermanen etc. Als we volharden in geloof mogen we eeuwig bij God zijn, doen we dat neit, dan zullen we eeuwig zonder Hem zijn. Nogal een verantwoordelijkheid, dus laten we ons er maar veel druk om maken en veel er mee bezig zijn.Afgewezen schreef:En jij en ik waren niet laf en niet laks, want wij deden tenminste wat mij moesten doen. Wíj geloven immers wél, toch?Marnix schreef:Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks.
Of is dat toch niet wat je bedoelt te zeggen? Geef dan ook God de eer van het feit dat jij wél en de ander níet gelooft...
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Alle roem is uitgesloten. Daar ben ik het mee eens. Want we kunnen onszelf niet redden. Maar we kunnen we het verbond verbreken en Gods beloften naast ons neerleggen. Lees Hebreeen 3 en 4 nog maar even door. En als je zegt dat God mensen van ons maakt die helemaal niets kunnen moet je toch maar eens wat meer je verdiepen in oude mens en nieuwe mens. De nieuwe mens kan wel degelijk een hoop. Enkel en alleen omdat God dat mogelijk maakt. Maar dan krijgt de mens ook wel verantwoordelijkheid. Om daarin te volharden. Daarin is hij afhankelijk van God (de nieuwe mens is de mens waar de Geest in woont) maar tegelijk is er dan ook geen sprake van automatisme (je gaat dan automatisch strijden en volharden enzo) want dan zouden de bijbelse oproepen hiertoe overbodig zijn. Nogal een onderschatting van de heiliging hier, en van het veranderende werk van de Geest, als je stelt dat we gaan beseffen dat we niks kunnen. We gaan beseffen dat we dat uit onszelf, onze oude verdorven mens niet kunnen, maar die is gekruisigd met Christus, en onze nieuwe mens opgestaan met Hem, en de Geest wil dan in ons wonen en ons veranderen, zodat we heilig kunnen leven en als sterren kunnen stralen in een verdorven wereld. Hoezo we kunnen niks? Goddank kunnen we heel veel.rj schreef:Op dit punt zijn we het dus samen eens? Ongeloof komt in de eerste plaats niet voort uit onmacht, maar uit onwil.Marnix schreef:Ik lees nergens in de gelijkenissen dat ze het niet konden. Ik lees wel overal het verwijt dat ze het wel konden maar niet deden.
Dus ik wordt door het geloof gerechtvaardigd, maar daarna moet ik zelf aan de slag? Heiligmaking is mensenwerk volgens jouw? Dat is toch niet bijbels? Geef je niet zelf het antwoord hier op: "... zie vielen in slaap." In Romeinen 7 lees ik heel wat anders hier over.Marnix schreef:Wat je zegt klopt voordat Christus is gekomen en de weg naar de Vader weer opent. Hij verandert ons van mensen die niets kunnen tot mensen die wel wat kunnen. Maar dat leidt niet tot automatisme.
De 5 wijze en dwaze maagden hadden verantwoordelijkheid. De man met de talenten ook. En ze gingen er onverantwoordelijk mee om. Terwijl ze een uitnodiging voor de bruiloft hadden en de man het talent van zijn meester had ontvangen. Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks. Dat is wel iets anders dan hun natuurlijke wil want ze wachtten niet voor niets op de bruidegom. Ze wilden toen dus wel... ze vielen in slaap.
Christus maakt niet van mensen die niets kunnen, mensen die wel iets kunnen. Hij maakt van mensen die denken noch iets te moeten kunnen, mensen die helemaal niets kunnen dan alleen God onteren. Hij zaligt! Alle roem is echt uitgesloten.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
RJ, we kunnen de fout in gaan door naar de andere kant ook door te schieten. Heiligmaking is een zaak van menselijke verantwoordelijkheid. Het is de mens die vruchten moet dragen van geloof en bekering. De vruchten groeien vanuit de sappen van genade die voortvloeien uit de Wijnstok Christus.rj schreef:Op dit punt zijn we het dus samen eens? Ongeloof komt in de eerste plaats niet voort uit onmacht, maar uit onwil.Marnix schreef:Ik lees nergens in de gelijkenissen dat ze het niet konden. Ik lees wel overal het verwijt dat ze het wel konden maar niet deden.
Dus ik wordt door het geloof gerechtvaardigd, maar daarna moet ik zelf aan de slag? Heiligmaking is mensenwerk volgens jouw? Dat is toch niet bijbels? Geef je niet zelf het antwoord hier op: "... zie vielen in slaap." In Romeinen 7 lees ik heel wat anders hier over.Marnix schreef:Wat je zegt klopt voordat Christus is gekomen en de weg naar de Vader weer opent. Hij verandert ons van mensen die niets kunnen tot mensen die wel wat kunnen. Maar dat leidt niet tot automatisme.
De 5 wijze en dwaze maagden hadden verantwoordelijkheid. De man met de talenten ook. En ze gingen er onverantwoordelijk mee om. Terwijl ze een uitnodiging voor de bruiloft hadden en de man het talent van zijn meester had ontvangen. Ze konden, hadden alles gekregen wat ze nodig hadden... maar de een was laf en de anderen laks. Dat is wel iets anders dan hun natuurlijke wil want ze wachtten niet voor niets op de bruidegom. Ze wilden toen dus wel... ze vielen in slaap.
Christus maakt niet van mensen die niets kunnen, mensen die wel iets kunnen. Hij maakt van mensen die denken noch iets te moeten kunnen, mensen die helemaal niets kunnen dan alleen God onteren. Hij zaligt! Alle roem is echt uitgesloten.
Die zaken moeten we niet tegenover elkaar zetten.
Het is bidt en werk. Bidden om de wil, de kracht, en het vervolgens ook doen. De mensen moeten volharden in geloof. De verkiezing vast maken. Niet uit en in eigen kracht zoals de arminianen leren, maar ziende op de de Overste Leidsman en Voleinder des geloofs. Dáár ligt de bron van de heiligmaking. Daarom moet er om gebeden worden. Als God de mens zijn Liefde betoont, kan het niet anders dan dat de mens uit wederliefde, voortkomend uit de wedergeboorte, vruchten der dankbaarheid toont en zo doende de heiligmaking invulling geeft. Zichtbaar. Lees de brieven van Johannes maar. En Jakobus.
Het geloof zonder de werken is dood.
Alzo ook het geloof, indien het de werken niet heeft, is bij zichzelven dood.
Maar, zal iemand zeggen: Gij hebt het geloof, en ik heb de werken. Toon mij uw geloof uit uw werken, en ik zal u uit mijn werken mijn geloof tonen.
Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen.
Maar wilt gij weten, o ijdel mens, dat het geloof zonder de werken dood is?
Abraham, onze vader, is hij niet uit de werken gerechtvaardigd, als hij Izak, zijn zoon, geofferd heeft op het altaar?
Ziet gij wel, dat het geloof mede gewrocht heeft met zijn werken, en het geloof volmaakt is geweest uit de werken?
En de Schrift is vervuld geworden, die daar zegt: En Abraham geloofde God, en het is hem tot rechtvaardigheid gerekend, en hij is een vriend van God genaamd geweest.
Ziet gij dan nu, dat een mens uit de werken gerechtvaardigd wordt, en niet alleenlijk uit het geloof?
De rechtvaardiging, (dat is verzoening) is dóór het geloof.
Het geloof kenmerkt zich door levende vruchten der heiligmaking.
Hoe kunnen christenen, ware gelovigen, anders een lichtend licht en zoutend zout zijn?
Als we de heiligmaking tot een passief en leidelijk stuk maken, dan ontkennen we dat wij zelf vruchten van geloof moeten dragen en maken we de Heere verantwoordelijk als de vruchten uitblijven.
Dan zou Hij de schuld krijgen als om die reden de boom wordt uitgehouwen. Als de boom, de tak, de rank is ingeënt in de Ware Wijnstok, dan komen er vruchten. Hoe dan ook. Maar niet zonder de menselijke verantwoordelijkheid daaruit te halen. Net als bij geloven en bekering dat aan ons als eis wordt geproclameerd. Heiligmaking is niets anders dan bekering! De invulling van de bekering. De wet uit dankbaarheid vervullen.
En de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan, die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen, en in het vuur geworpen.
Nu kan een mens geen vruchten dragen die de Heere aangenaam zijn, anders dan wanneer de Heere de mens wederbaart en de bron van vruchten geeft door de inplanting in Christus. Enkel vruchten van geloof, van heiligmaking die voortkomen uit Christus kunnen voor God bestaan als ware vruchten. Als de mens levendgemaakt is, wil die mens niets liever dan vruchten der dankbaarheid tonen. Dat het niet volmaakt lukt, dat het vol schuld, gebrek en vol zonde is, is een bijbelse waarheid Uit u geen vrucht in der eeuwigheid. Maar ziende op Christus, waarin de volkomen vervulling ligt, is het wel de verantwoordelijkheid de vruchten te dragen tot eer van de Heere. Want daar gaat het om. Wie geen vrucht WIL dragen, wil Hem niet dienen.
Wie opzichzelf ziet zal alleen maar minder worden, als het gaat om vruchten waarnemen. Maar Hij, de Voleinder des geloofs, wordt er alleen maar meer door.
Dan gaan we toch niet wachten op de heiligmaking? We willen toch alles doen om Hem te behagen? Hij is het waard gediend te worden.
Doe het dan ook!
"People often asked me: What is the secret of your succes? I answer always that I have no other secret but this, that I have preached the gospel, not about the gospel, but the gospel"
C.H. Spurgeon.
C.H. Spurgeon.
‘Ik ben de ware wijnstok en mijn Vader is de wijnbouwer. 2 Iedere rank aan mij die geen vrucht draagt snijdt hij weg, en iedere rank die wel vrucht draagt snoeit hij bij, opdat hij meer vruchten draagt. 3 Jullie zijn al rein door alles wat ik tegen jullie gezegd heb. 4 Blijf in mij, dan blijf ik in jullie. Een rank die niet aan de wijnstok blijft, kan uit zichzelf geen vrucht dragen. Zo kunnen jullie geen vrucht dragen als jullie niet in mij blijven. 5 Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen. 6 Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand. 7 Als jullie in mij blijven en mijn woorden in jullie, kun je vragen wat je wilt en het zal gebeuren. 8 De grootheid van mijn Vader zal zichtbaar worden wanneer jullie veel vrucht dragen en mijn leerlingen zijn.
9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: 10 je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. 11 Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. 14 Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. 15 Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. 16 Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. 17 Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.
9 Ik heb jullie liefgehad, zoals de Vader mij heeft liefgehad. Blijf in mijn liefde: 10 je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt, zoals ik me ook aan de geboden van mijn Vader gehouden heb en in zijn liefde blijf. 11 Dit zeg ik tegen jullie om je mijn vreugde te geven, dan zal je vreugde volkomen zijn. 12 Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben zoals ik jullie heb liefgehad. 13 Er is geen grotere liefde dan je leven te geven voor je vrienden. 14 Jullie zijn mijn vrienden wanneer je doet wat ik zeg. 15 Ik noem jullie geen slaven meer, want een slaaf weet niet wat zijn meester doet; vrienden noem ik jullie, omdat ik alles wat ik van de Vader heb gehoord, aan jullie bekendgemaakt heb. 16 Jullie hebben niet mij uitgekozen, maar ik jullie, en ik heb jullie opgedragen om op weg te gaan en vrucht te dragen, blijvende vrucht. Wat je de Vader in mijn naam vraagt, zal hij je geven. 17 Dit draag ik jullie op: heb elkaar lief.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."