Klavier schreef:@Afgewezen, kun jij de uitleg van Calvijn in het kort weergeven?
Zegt hij ook iets over de weg terug? Vanuit de context van de gelijkenissen, zou je opkunnen maken dat het in werkelijkheid geen weg is maar een punt in de tijd. Zoeken->vinden->Blijdschap. Inkeer->terugkeer->blijdschap.
Ik geef een paar aanhalingen, waarbij ik zelf af en toe iets vet maak voor de duidelijkheid.
Tot zichzelven ingekeerde zijnde… Hier wordt ons de wijze getekend, waarop de Heer de mens tot berouw brengt. Indien wij gewillig wijs waren, en ons volgzaam betoonden, zou Hij ons op vriendelijker toon lokken; maar omdat wij eerst na met roeden getuchtigd te zijn gehoorzaam worden, kastijdt Hij ons zo streng. (…) Ook houde men in ’t oog dat de hoop op een beter lot, wanneer hij namelijk tot zijn vader terugkeerde, bij de jongeling het voornemen deed ontstaan om zich te bekeren. (…) Gelijk dan het vertrouwen op de goedertierenheid zijns vaders deze jongeling ertoe brengt om verzoening met Hem te zoeken, zo moeten wij ons berouw beginnen met het erkennen van de barmhartigheid Gods, opdat deze een goede hoop bij ons verwekke.
Als hij nog veraf was… .Dit is de eigenlijke betekenis der gelijkenis: indien de mens, die van nature wraakzuchtig is en maar al te vasthoudend is, wanneer het zijn recht geldt, desniettemin door de vaderlijke liefde bewogen wordt zijn kinderen goedertierenlijk te vergeven, en hen, wanneer zij jammerlijk verloren zijn, uit vrije beweging weder op te zoeken, veel minder zal dan God, Wiens oneindige goedheid alle vaderliefde te boven gaat, zich harder jegens ons gedragen dan deze. (…) Gelijk dan deze vader niet slechts het bidden van zijn zoon verhoort, maar hem bij zijn komst tegemoet gaat, en, als hij nog geen enkel woord van hem gehoord heeft, de haveloze en verwaarloosde boeteling omhelst, evenzo wacht God niet op lange gebeden, maar komt de zondaar gewillig tegemoet, zodra deze het voornemen opvat om zijn schuld te belijden.
Brengt voor het beste kleed…. Hoewel het dwaas zou zijn bij de gelijkenissen zeer op alle bijzonderheden te drukken (…), zal men toch in dit geval de letter der woorden geen geweld aandoen, wanneer men zegt, dat de hemelse Vader ons niet slechts de zonden vergeeft, zó dat Hij de herinnering er aan geheel uitwist, maar ook ons in het bezit der gaven herstelt, welke wij verloren hadden (…).
Hoewel Calvijn hier geen ‘lange’ bekeringsweg propageert (hij had zelf ook een snelle bekering doorgemaakt), zie je dat hij wel een duidelijk onderscheid maakt tussen inkeer (met hoop op Gods barmhartigheid), terugkeer (met het voornemen schuld te belijden) en de ontvangst door de vader (vergeving van zonden en begonnen herstelling van onze oorspronkelijke staat).
Het 'zoeken' van de verzoening met God is niet hetzelfde als het 'ontvangen' van de vergeving. Als het eerste niet gevolgd wordt door het laatste, is onze bekering niet 'af'.