Kaw schreef:
Maar even iets anders. Neem nu deze tekst:
Joh. 21:15-17
SV:
15 Toen zij dan het middagmaal gehouden hadden, zeide Jezus tot Simon Petrus: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij liever dan dezen? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere! Gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Weid Mijn lammeren.
16 Hij zeide wederom tot hem ten tweeden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Hij zeide tot Hem: Ja, Heere, gij weet, dat ik U liefheb. Hij zeide tot hem: Hoed Mijn schapen.
17 Hij zeide tot hem ten derden maal: Simon, [zoon] van Jonas, hebt gij Mij lief? Petrus werd bedroefd, omdat Hij ten derden maal tot hem zeide: Hebt gij Mij lief, en zeide tot Hem: Heere! Gij weet alle dingen, Gij weet, dat ik U liefheb. Jezus zeide tot hem: Weid Mijn schapen.
De lutherse, leidse, NBV, NBG en echt een ongelooflijk rijtje vertalingen die ik heb onderzocht maken geen onderscheid in het antwoord van Paulus met betrekking op het woord liefde, terwijl in de grondtekst Paulus terugkrabbelt. Ik kan zo even geen screenshot maken van de grondtekst, maar het was een door mij niet zo geliefde dominee die dit ter sprake bracht en ik was daardoor nogal kritisch, maar het bleek waar te zijn. Waarom probeert nu geen enkele vertaling dat onder woorden te brengen? Je kunt dat woordelijk best doen! Eerst: Ik hou van u. En op een gegeven moment is het als het ware dat Petrus zegt: U weet toch dat ik U graag mag?
Je stipt nu juist een bijbelgedeelte aan dat door de HSV beter vertaald wordt dan door de SV of de NBG51!

(al ligt het iets anders dan je stelt: het is Jezus die Zijn vraag verandert). Het is zo dat bij de eerste 2 vragen Jezus vraagt naar de liefde (agape) van Petrus en Petrus antwoordt met het zwakkere "houden van" (phileo). Bij de derde vraag gebruikt Jezus ook phileo (houden van).
HSV:
15 Toen zij dan de maaltijd gehouden hadden, zei Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij meer
lief (
agapao) dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U
houd (
phileo). Hij zei tegen hem: Weid Mijn lammeren.
16 Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon, zoon van Jona, hebt u Mij
lief (
agapao)? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U weet dat ik van U
houd (
phileo). Hij zei tegen hem: Hoed Mijn schapen.
17 Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van Jona,
houdt (
phileo)u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij voor de derde keer tegen hem zei:
Houdt (
phileo) u van Mij? En hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat ik van U
houd (
phileo). Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen.
De grondtekst kun je bijvoorbeeld controleren via
http://www.scripture4all.org/OnlineInte ... /joh21.pdf