Uiteraard hebben de formulier gebeden waarde.
De argumenten die ik voerde 'voor' het vrije gebed zijn niet 'tegen' het formulier gebed.
Ik kan me voorstellen dat je afwisselt. Het zijn mooie gebeden, niet nodeloos lang. Misschien is de taal soms wat achterhaald, maar daar kan je zelf altijd een mouw aan passen.
Formuliergebeden
Opmerkelijk. Zijn we dan zo aanhankelijk? Ik lees dat de eerste gemeenten voortdurend in de tempel aan het loven en bidden waren... waarom is dat in het recentere verleden zo anders geweest?Tiberius schreef:"Het gebed des Heeren onderscheidt zich daarin van alle formulieren, dat het altijd alom en in alles, toepasselijk is.", aldus Bilderdijk.
Adorote heeft gelijk in zijn bewering, dat het vrije gebed in de kerkgeschiedenis altijd voor het persoonlijke geloofsleven gereserveerd was en de opgelezen formulier gebeden voor de openbare samenkomsten. Zelfs Calvijn was die mening toegedaan.
Het voordeel is dat de gemeente delen van het gebed hardop mee kan spreken, zoals we bij de roomsen en de luthersen nog wel zien.
In de reformatorische kerken is het vrije gebed eeuwenlang uitsluitend door predikanten uitgesproken.
In vergaderingen zonder predikant werden de gebeden altijd opgelezen, zoals die achter in het psalmboekje staat.
Wanneer het vrije gebed precies ingang heeft gevonden bij niet-geestelijken (lees: niet-predikanten), weet ik niet. Maar het is zeker niet langer dan zo'n 200 jaar geleden.
(Iets meer hiervan kan je lezen in het boek van W. van der Zwaag over 12 Reveilgetuigen rondom Bilderdijk.)
Wat herhaling betreft, het is goed om voor het gebed even je voor te bereiden. Niet gaan zitten en gelijk bidden.... voor je het weet dreun je dan telkens hetzelfde riedeltje op... richt je op God... en praat gewoon even met hem zoals een kind met zijn vader. Andere valkuilen is teveel zelf vragen, te eenzijdig bidden. Gebed bestaat uit lofprijzing, danken, schuldbelijdenis, voorbede en vragen... Die volgorde is denk ik ook wel goed, vooral beginnen met lofprijzen.... dat richt je op God in plaats van op jezelf, en maakt jezelf kleiner en Hem groter.
Do not waste time bothering whether you ‘love’ your neighbor; act as if you did. As soon as we do this we find one of the great secrets. When you are behaving as if you loved someone, you will presently come to love him."
Het is wel interessant om te weten hoe men in de kerken van de reformatie tegen de gemeente aankeek.
Het past wel bij wat ik elders heb gequoot van ds. Van Ruitenburg. In de formuliergebeden bidt de gemeente, d.w.z. de gelovigen zijn hier aan het woord.
Misschien weet Zonderling het antwoord op mijn vraag? Anders zal ik me inderdaad tot de heer Scholten moeten wenden. Alhoewel, die gaf in StandVastig een antwoord dat volgens Zonderling niet klopte (over die tekstnummering).
Dus ja...
Het past wel bij wat ik elders heb gequoot van ds. Van Ruitenburg. In de formuliergebeden bidt de gemeente, d.w.z. de gelovigen zijn hier aan het woord.
Misschien weet Zonderling het antwoord op mijn vraag? Anders zal ik me inderdaad tot de heer Scholten moeten wenden. Alhoewel, die gaf in StandVastig een antwoord dat volgens Zonderling niet klopte (over die tekstnummering).
Dus ja...
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
Het is een treffer dat ik mijn "naam" hier lees, want het is de eerste keer dat ik dit topic bezoek (ik volg meestal maar enkele topics).Afgewezen schreef:Het is wel interessant om te weten hoe men in de kerken van de reformatie tegen de gemeente aankeek.
Het past wel bij wat ik elders heb gequoot van ds. Van Ruitenburg. In de formuliergebeden bidt de gemeente, d.w.z. de gelovigen zijn hier aan het woord.
Misschien weet Zonderling het antwoord op mijn vraag? Anders zal ik me inderdaad tot de heer Scholten moeten wenden. Alhoewel, die gaf in StandVastig een antwoord dat volgens Zonderling niet klopte (over die tekstnummering).
Dus ja...
Nu, Afgewezen, je geeft mij te veel eer. In de kwestie van de formuliergebeden heb ik mij nooit verdiept. Ik heb nu geraadpleegd de Acta van de Nederlandsche Synoden der zestiende eeuw (ooit in een aanbieding voor 25 gulden gekocht), veel minder bekend dan de Acta van de Dordtse Synode, maar uit historisch oogpunt niet minder belangwekkend.
Volgens de Acta van 1574 werd toen de dienaren aangeraden om één vorm van formuliergebeden te gebruiken met eigen korte toevoegingen "wat de tegenwoordige nood eisen zal, zoals voor speciale personen der overheden, voor enige kranken, enz.", en deze gebeden worden als volgt aangewezen:
(Overigens werd deze aanbeveling in latere Synoden niet herhaald, zie hiervoor kerkrecht.nl.)Ende dit sullen sijn de ghebeden inden Catechismo vervatet.
Ik denk dat deze gebeden door Petrus Datheen waren opgenomen in zijn vertaling van de Heidelbergse Catechismus. Mogelijk stammen de gebeden dan ook uit de Palts / Heidelberg. Ook in mijn facsimile van de Deux-Aes Bijbel van 1587 zijn de formuliergebeden opgenomen. Een snelle vergelijking met een GBS-uitgave leert, dat het om dezelfde gebeden gaat, hoewel met kleine variaties in de tekst (óók in de opschriften). De drie gebeden voor de kerkelijke bijeenkomsten staan niet in de Deux-Aes Bijbel van 1587, dus stonden vermoedelijk ook niet in de vertaalde catechismus. Daarentegen staan in de Deux-Aes Bijbel wel een gebed voor de kranke en aangevochten mensen en een gebed bij de begraving der doden. Deze twee gebeden mis ik in de GBS-uitgave.
Meer weet ik er niet van. Ongetwijfeld kan de heer Scholten hier de juiste informatie over geven, want de GBS heeft dit allemaal nauwkeurig uitgeplozen ter wille van hun uitgaven. (Helaas zit deze kennis nagenoeg alleen bij de heer Scholten die alleen nog als adviseur bij de GBS werkzaam is en zich vrijwel beperkt tot de redactie van de vragenrubriek in het tijdschrift "Standvastig".)
Kortom, Afgewezen, het lijkt mij een goede vraag, en ik denk dat de heer Scholten er wel op wil ingaan. Wanneer je een antwoord krijgt, plaats je hem natuurlijk hier wel, he ?
-
- Berichten: 4330
- Lid geworden op: 19 nov 2005, 12:31
In vervolg op mijn vorige posting nog een stukje historie uit kerkrecht.nl:
Reeds in de oude kerk werden voor den eeredienst formuliergebeden voorgeschreven om de eenheid in de godsdienstige handelingen te bewaren, om de zuiverheid der leer te handhaven en om het gemis aan geestesgaven van sommige voorgangers tegemoet te komen. Dezelfde redenen noopten ook de kerken der reformatie om formuliergebeden op te stellen. In sommige kerken, o. a. de Episcopaalsche kerk in Engeland, was een bepaalde vorm van gebeden volgens het Common Prayer Book verplichtend, terwijl in andere Gereformeerde Kerken, van Nederland, Schotland, Frankrijk, Zwitserland en Duitschland, ook wel formulieren voor het gebed in de kerken en op de vergaderingen werden gebruikt, maar nimmer verplichtend gesteld. Het convent van Wezel liet [95] den voorganger vrij om een gebed uit te spreken of naar de ingeving des Geestes of indien hij wil, door het formulier van de kerk van Genève of van eenige andere kerk zich voor te stellen" (c. 2, 27). De gewone gebeden, welke tegen het einde van de preek werden uitgesproken, moesten echter zoo geschikt mogelijk in verband worden gebracht met het onderwerp, dat in de predikatie is voorgesteld", opdat langs dezen weg de zaak zelve te dieper in de gemoederen der hoorders beklijven moge en tegelijk door de minder ervarenen verstaan worde, welk gebruik bij het bidden van de Schriften te maken is." De synode van Dordrecht (1574, Art. 42) schreef eenerlei vorm van kerkgebeden voor, met de bijvoeging dat de Dienaren cortelick ende wijsselick daer inne voeghen dat de tegenwoordighe noodt eijsschen sal." Maar de latere synoden gaven zulk een bindende bepaling niet. De synode van Dordrecht in 1618 nam zelfs een vraag van drie provinciën Gelderland, Zuid-Holland en Overijssel, of er geen eenparigheid moest zijn in het gezang en in de gebeden in de kerken, niet in behandeling. 2)
Reeds spoedig kwam er verzet tegen het gebruik der formuliergebeden. Hadden de kerken het gebruik der formuliergebeden in de vrijheid der voorgangers gelaten, er kwam weldra verzet, omdat in het stadhouderlooze tijdperk de regenten aan de predikanten voorschreven te bidden voor de Staten der Provinciën als zijnde: de eenige, ontwijfelbare souverain en, naast God, de eenige overheid dezer Provintie", terwijl ook anderen zich ergerden aan den sleur, waarmee de gebeden werden aangehoord en uitgesproken. Jacobus Koelman had een afkeer van het lezen van de kerkelijke formulieren en van de formuliergebeden, en noemde ze geleende en geschilderde woorden", meer met het geheugen dan met het hart gebeden, zonder den drang of de passie van eene Hanna, daar de woordjes te voren reeds opgesteld waren. Het Formulier-bidden is in strijd met den aard en het wezen van het gebed. Het doodt alle devotie, en verslapt alle genegenheden en bewegingen des gemoeds 3). Zij, die zwak zijn in het geloof, hebben noodig te bidden dat God hun in hunne zwakheden te hulp kome en leere bidden. Ook Ravensteyn was geen voorstander der formuliergebeden, ofschoon hij ???de driftige pogingen en liefdelooze veroordeelingen van sommigen, die ze uit de kerken wilden verbannen, misprees." Hij meende dat men ze met stichting en vrucht konde gebruiken, mits dat ze zoo van de voorbidders als van de medebidders, de gemeenten, met een gepasten eerbied en kerkelijke aandoeningen en niet als sleurgebeden, zonder hart en geest, alleen met den monde en de lippen werden uitgesproken." [96]
Ook Voetius was geen voorstander van het verplicht gebruik der formuliergebeden, zonder meer. Wel beval hij het gebruik der formuliergebeden aan voor hen, die in de kennis der geestelijke dingen nog kinderen zijn, of die nog weinig geoefend waren in de kunst van bidden, of die vreezen tengevolge van allerlei inwerpselen van Satan. Noodzakelijk zijn de formuliergebeden alleen als de toestand der kerk of het onvermogen van den dienaar ze eischen, maar het vast gebruik zou leiden tot een onderdrukken der gaven 4).
Trouwens reeds in de 17e eeuw werd geklaagd over de opgepronkte, algemeene en profetische woorden en uitdrukkingen, die donker waren en zwaar om te verstaan, en over gebeden, die een ijdel verhaal van woorden bevatten, en daarom waren velen, o. a. Johannes Hoornbeek, ijverige voorstanders van de formuliergebeden. In de 18e eeuw geraakten de formuliergebeden meer in onbruik.