Afgewezen, ik wil toch even - voor mijn begripsvorming - ingaan op wat je hier zegt, hoewel het een beetje buiten de hoofdlijn van deze discussie valt. Je schrijft:
Afgewezen schreef:Wat God doet met jonggestorven kinderen is Zijn zaak.
Ik maak hieruit op dat je stelt dat wij mensen geen zekerheid kunnen hebben over de redding van deze kinderen (van gelovige ouders). Klopt dit?
Mijn vraag is: kijk je dan toch niet teveel naar het kind zelf? Het gaat hier in de eerste plaats niet om iets in het kind (wedergeboorte). Het geloof van de ouders moet hier voorop gaan. DL I,17 stelt toch: "de
godzalige ouders [moeten] niet twijfelen aan de verkiezing en zaligheid hunner kinderen"? Godzalige ouders, oftewel gelovige ouders. Zij moeten niet twijfelen, dat is immers een 'niet-zeker-weten', oftewel: ongeloof. Ik denk dat we wel eens vergeten hoe belangrijk het is dat ook de ouders de beloften die God heeft verzegeld met de doop, ook werkelijk geloven. Denk maar aan bijv. Luk 8:50, Hand 16:31. Er ligt geen automatisme hier, overigens. Maar ik denk dat we het geloof van de ouders te vaak onderschatten.
Afgewezen schreef:Maar het kan niet zo zijn dat kleine kinderen zich op een soort ‘neutraal’ gebied bevinden, waarin ze nog tégen of vóór God kunnen kiezen. Het kan ook niet zo zijn dat kinderen eerst vóór God en later weer tegen Hem zijn.
Geen 'neutraal' terrein inderdaad: DL I,17 stelt "dat de kinderen der gelovigen heilig zijn, niet van nature, maar uit kracht van het genadeverbond,
in hetwelk zij met hun ouders begrepen zijn."
Ze zijn dus begrepen in het genadeverbond. Een andere manier om hier naar te kijken, is te kijken vanuit het Koninkrijk. Kinderen van gelovige ouders, zijn met hun ouders onderdanen van dit Koninkrijk.
Samen met de ouders dus. De ouders kunnen wél geloven. Dus worden zij verantwoordelijk gehouden. Dat doet dus een groot beroep op de ouders! Deze gedachte is juist ook zo belangrijk als het de kinderdoop betreft, die op dit punt helemaal overeenkomt met de besnijdenis. Zoals Abraham verplicht werd zijn hele huis te besnijden - het was een opdracht, waarop een sanctie stond, denk ook aan Mozes die zijn zoons niet had besneden! - zo zijn de ouders verplicht hun kinderen te laten dopen.
Afgewezen schreef:In Christus geheiligd zijn is niet hetzelfde als wedergeboren zijn, is niet hetzelfde als een nieuwe natuur ontvangen hebben. Al zijn wij tot ‘kinderen’ aangenomen, dat betekent niet dat er geen wedergeboorte of bekering nodig is.
Wedergeboorte / bekering is nodig! Er is echter wel iets waar we rekening mee moeten houden als we dit stellen. Ja, er is wedergeboorte en bekering nodig, in ieder geval als het kind op een leeftijd is gekomen waarop het zelf kan geloven. In zoverre is de Schrift volledig helder.
Maar sommige kinderen bereiken die leeftijd niet. En de vraag is of dezelfde eis dan gesteld wordt.
We moeten oppassen als het gaat om kinderen die nog niet kunnen geloven, en ook de verantwoordelijkheid voor het al dan niet geloven nog niet kunnen dragen. Er staan best een aantal teksten in de Bijbel, die we niet zo zwart-wit kunnen nemen als het gaat om kleine kinderen. Bijv. Mat 7:21 "Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is." Wat is de wil van Mijn Vader doen? Dat is God en je naaste liefhebben. Kan zo'n kind dat? Ik ruk nu bewust deze tekst uit zijn verband. Maar doen we dat dan ook niet met Joh 3?
Afgewezen schreef:En als wedergeboorte en bekering nodig zijn, is dat op grond van onze gevallen, verdorven natuur. En niet omdat we eerst ‘goed’ waren door het verbond of zo en later toch weer daaruit gevallen zijn en dan nu weer opnieuw wedergeboren moeten worden (zoiets moet je je daar dan toch bij voorstellen).
Nee zoiets moet je je inderdaad er niet bij voorstellen, want dan kijk je toch weer teveel naar het kind. God rechtvaardigt in zijn oneindige goedheid namelijk niet wedergeboren mensen, maar goddelozen (Rom 4:5). Zoals de erfschuld van Adam ons wordt toerekend, zo wordt de gerechtigheid van Christus toegerekend aan hen die in Christus zijn. Gelovige ouders dus, die van beide zaken wel weten, inclusief hun kinderen, die van beide zaken helemaal niets weten. (Rom 5). Zoals ook het doopsforumulier ons zegt.