Middenrefo schreef: ↑Vandaag, 12:17
Refojongere schreef: ↑Vandaag, 11:09
Middenrefo schreef: ↑Vandaag, 00:02
Daar hebben we het hier al eerder over gehad, maar het antwoord op vraag 1 is nee. Vrouwelijke ambtsdragers is voor mij Schriftverstaan en homoseksuele relaties Schriftgezag, totdat iemand mij ervan kan overtuigen dat het anders ligt.
Als je kijkt naar het minderheidsrapport van de synode 2019-2022 dan lees ik daar de leessleutel van dr. B. Loonstra die als een raster over de Schrift wordt gelegd:
"
Al zijn concrete voorschriften zijn toepassingen van de liefde, in een historische, cultureel bepaalde context. Hij gaf zijn voorschriften met het volle apostolische gezag, omdat het toen en daar de wet van de Geest was. Maar intussen bleef hij steeds medewerker aan de vrijheid. Hij wilde niet anders dan de gemeenten van Christus in de vrijheid te plaatsen. De gemeente was immers niet van hem, maar van Christus. Op dat moment en in die situatie zijn deze voorschriften met gezag tot de gemeenten gekomen en vroegen ze om gehoorzaamheid. Maar wanneer tijden veranderen verliest de letter zijn onmiddellijke betekenis. Het was nooit de bedoeling dat de letter een eigen leven ging leiden. De letter was altijd al slechts een richtingwijzer van de liefde: letter bij de Geest."
Onder het mom niet meer onder de letter/wet maar de Geest/genade worden voorschriften uit het NT principieel afhankelijk gemaakt van de cultuur. Dat raakt toch het Schriftgezag? Heel concreet: het gezag van de geboden van de Heere die Paulus doorgeeft?
Mag ik jou dezelfde vraag stellen m.b.t. de vele voorschriften in het Oude Testament?
Ik sluit me aan bij prof. Paul:
"Het is van belang Gods verbonden met Noach en Abraham als blijvend te beschouwen en het verbond aan de Sinai als tijdelijk. Volgens het NT is het laatste verbond verouderd. Het nieuwe verbond vervangt echter niet alle bepalingen, maar is voor een groot deel een vernieuwd verbond, waarbij God zelf zorgt voor de innerlijke gehoorzaamheid om de morele kloof te overbruggen. Vanuit de continuïteit tussen OT en NT kan verwacht worden dat veel zaken hetzelfde blijven. Soms worden wetten in het NT geradicaliseerd, of worden gegroeide praktijken bekritiseerd. De offerwetgeving wordt als vervuld beschouwd (Brief aan de Hebreeën).
Indien het NT expliciete uitspraken doet over de oudtestamentische wetgeving, dienen wij die als normatief te beschouwen vanuit de voortgang van de heilsgeschiedenis, waarbij er verschil kan zijn tussen christenen uit de volken en messiasbelijdende joden. Het OT kent een uitgebreide sociale en politieke wetgeving die van groot belang is voor de doordenking van die wetgeving in onze tijd. De algemene principes achter deze wetgeving, zoals heiligheid, gerechtigheid en liefde, geven immers aan hoe God wil dat gelovigen – en in bredere zin mensen in het algemeen – omgaan met elkaar, ook in relatie tot de schepping en het bezit."
In mijn eigen woorden: de wetten die behoren bij de Sinai zijn echt aan Israël gegeven en functioneren in een theocratische samenleving. De weg met Israël is een andere dan met de heidenchristenen (zie Hand. 15). Het verbond met de Sinai is ook verouderd. Tenzij het in het NT herhaald wordt (tien geboden of bepaalde burgerlijke wetten waar de geest ervan opnieuw wordt toegepast, de scheppingsorde).