Gelezen (geloofsopbouwend)

[J.C. Philpot]

Brengt niet vóór God bekrompen beden en enggeestige begeerten, maar gedenkt: gelijk de hemelen hoger zijn dan de aarde, alzóó zijn Zijne wegen hoger dan uwe wegen, en Zijne gedachten hoger dan uwe gedachten. Vraagt derhalve op Goddelijke wijze om groote dingen, want gij staat voor een grooten troon.

Ds. C.H. Spurgeon

[J.C. Philpot]

De christen moet zich in het bijzonder waken, dat hij zich niet laat afleiden van het Woord van God door de vele boeken, die in onzen tijd het licht zien. Deze schrijfsels zullen dit gevolg hebben, zo dikwijls een mens zijn onderwijzing slechts zoekt in hetgeen de schrijver te zeggen heeft; want zo went hij zich eraan alles uit de tweede hand te ontvangen. Zo'n boek kan de lezer alleen tot zegen worden, wanneer het hem telkens terugleidt tot dat gedeelte van het Woord, hetwelk behandeld wordt, opdat hij daarop zelven verder zou mediteren, als uit de mond Gods.

Christenen, in het Woord Gods is een onuitsprekelijke kracht. De zegen, die daarin verborgen ligt, is onbegrijpelijk. Zorgt ervoor, dat, wanneer u een gedeelte gelezen hebt, u altijd terugkeert tot de plaats der Heilige Schrift, waarvan de uitleg gegeven is. Ontvangt dat niet als des mensen woord, maar, zoals het in waarheid is, als het Woord van God, hetwelk krachtig werkt in degenen, die geloven. Houdt gemeenschap met God door het Woord. Neemt den tijd om met Hem daarover te spreken, om Hem daarop antwoord te geven. Dan zult u verstaan hetgeen de Heere Jezus zegt: "De woorden, die Ik tot u spreek, zijn geest en zijn leven".

Ds. A. Murray

[J.C. Philpot]

Daar ik u liefheb met een oprechte liefde, zou het sommigen wellicht vreemd voorkomen dat ik verheugd ben te vernemen dat u zich ongelukkig voelt. Doch aangezien het de zaak van uw ziel betreft, en ik weet dat een kortstondige droefheid van deze aard dikwijls leidt tot een blijvende vrede en vreugde, kan ik niet anders dan mij verblijden. Ik vertrouw dat het de Geest van God is Die, zoals de Schrift zegt, aan de deur van uw hart klopt en u onrustig maakt, opdat u gedreven wordt om vergeving te zoeken en de heiligende werking van de Heilige Geest te ontvangen. Zo zult u tot de kudde van Christus behoren, in dit leven geleid worden, van het verderf verlost worden, en bij uw sterven — hetzij spoedig, hetzij later — opgenomen worden in de eeuwige heerlijkheid.

Telkens wanneer u zich aldus voelt, smeek ik u: trek u terug, kniel neer, en bid met ernst tot God, opdat Hij u om Christus’ wil vergeve en heilige, en u wedergeboorte schenke, zoals onze Heiland dit sprak tot Nicodemus. Wanneer u enige innerlijke ontroering ervaart, droefheid over zonde, of bekommernis omtrent uw ziel, onderdruk deze gevoelens dan niet, en wend uw gedachten niet af naar andere zaken. Zoek een stille plaats op en bid tot God dat Hij u verhoort en zegent, dat Hij het stenen hart wegneemt en u een hart van vlees schenkt.

Dhr. W. Wilberforce (1759-1833)

[J.C. Philpot]

Want deze leer [van de uitverkiezing] sticht het geloof op vaste wijze, oefent ons in ootmoedigheid, verheft ons tot verwondering over de onmetelijke goedheid Gods jegens ons, en verwekt ons tot lof van deze goedheid. Geen overdenking is bekwamer tot opbouwing des geloofs, dan dat wij luisteren naar deze verkiezing, waarvan de Geest Gods in onze harten getuigt, opdat zij sta in de eeuwige en onveranderlijke welwillendheid Gods, onkwetsbaar tegen alle stormen der wereld, tegen alle aanvechtingen des satans en tegen alle wankeling des vleses. Want dan is ons de zaligheid waarlijk verzekerd, aangezien wij de oorzaak daarvan vinden in het ingewand Gods zelven.

Ds. J. Calvijn

[Posthoorn]

Ds. Calvijn, het moet niet gekker worden... Het is trouwens J. Calvijn.

[Delftenaar]

Calvijn is overigens een erg nuchter persoon die zeker de moeite waard is om te lezen.
Tussen haakjes: we heten niet voor niets calvinisten.

De man zou zich denk ik in zijn graf omdraaien als hij hoorde wat er nu soms van gemaakt wordt,

[Zita]

Ds. Calvijn, het moet niet gekker worden... Het is trouwens J. Calvijn.

Ds P. van Tarsen, dan heb je het nog gekker.

[Terri]

Ds. Calvijn, het moet niet gekker worden... Het is trouwens J. Calvijn.

Ds P. van Tarsen, dan heb je het nog gekker.

sorry, ik krijg van dit soort dingen de slappe lach......

[J.C. Philpot]

Dewijl de waarachtige Christus ten tweeden male komen zal, zo zal de vijand dit uitbuiten onder de lichtgelovigen, in ’t bijzonder onder de Joden. Hij zal in de wereld brengen een man, bekwaam in satanische toverkunst, een meester in hekserij en bezwering, bezittende listige arglistigheid. Deze man zal de macht van het Romeinse Rijk aangrijpen, valselijk voorgevende, dat hij Christus zelf zij. Door deze bewering zal hij de Joden misleiden, die nog immer hun Messias verwachten. Doch hij zal eveneens de Heidenen verleiden door zijn “leugenachtige wonderen” (2 Thess. 2:9). Deze Antichrist zal komen, wanneer de tijden van het Romeinse Rijk vervuld zijn, en het einde der wereld nabij is.

Er zullen tien Romeinse koningen opstaan, heerschende over onderscheiden gedeelten van het Rijk, misschien, maar allen ongeveer te zamen in dezelfde tijd. Na dezen zal een elfde komen, de Antichrist, die door zijn bovennatuurlijke vaardigheid en list de keizerlijke macht zal aangrijpen. Van de koningen, die vóór hem regeerden, zal hij er drie vernederen, en de overige zeven in onderwerping aan zichzelf houden (Dan. 7:24).

Eerstelijk, gelijk een beschaafd en voorzichtig persoon, zal hij een schijn van zachtmoedigheid, bezadigdheid en welwillendheid dragen. Door de leugenachtige tekenen en wonderen van zijn bovennatuurlijke misleiding zal hij de Joden bedriegen, alsof hij de verwachte Christus ware. Doch later zal hij alle soorten van onmenselijke en wetteloze daden bedrijven, erger dan alle ongerechtige en goddeloze mensen, die vóór hem geleefd hebben. Hij zal tegen allen, maar in ’t bijzonder tegen ons Christenen, een wrede, kwaadaardige, meedogenloze en bedriegende geest openbaren.

Na deze dingen gedaan te hebben in een bepaalde tijd van drie jaren en zes maanden, zal de Antichrist verdelgd worden door de heerlijke wederkomst uit de hemel van de eniggeboren Zoon Gods, onze Heere en Zaligmaker. Jezus, de waarachtige Christus, zal de Antichrist doden “door de adem van Zijn mond” (2 Thess. 2:8), en hem overgeven in het hellevuur.

Cyrillus van Jeruzalem (313-386)

[J.C. Philpot]

Ik kan morgen te druk zijn, dus laat mij hier terugzien op het voorbije jaar en God danken voor Zijn vele barmhartigheden. O, hoe wonderbaarlijk zijn Zijn wegen, en wat een gedenkwaardig jaar voor mij. Mijn boek, het huwelijk, meer schriftlezing toen in ziekte de gezondheid hersteld werd. Hoe ondankbaar ben ik geweest, en hoe dikwijls God verzocht om Zich van mij terug te trekken. Maar Zijn barmhartigheid duurt in eeuwigheid, en de snoodste, zich voor Hem neerwerpend met boetvaardigheid en geloof in het bloed van Jezus, kan vergeving der zonden verkrijgen, en den Geest der vernieuwende Genade. Dit is mijn Hoop. Hier rust ik mijn voet.

Dhr. W. Wilberforce (1759-1833)

[J.C. Philpot]

Het geloof tot oorzaak der verkiezing te stellen is geheel ongerijmd, en strijdig met de woorden van Paulus. Paulus’ grond is: omdat de Heere naar Zijn welbehagen behoudt wie Hij wil, zonder onderscheid der werken; en zijn besluit is: zo is het dan niet desgenen die wil, noch desgenen die loopt, maar des ontfermenden Gods alleen. (...)

Maar ik zend de mensen niet heen tot de verborgen verkiezing Gods, om aldaar met gapende mond de zaligheid af te wachten. Ik gebied hun veeleer, dat zij zich rechtstreeks begeven tot Christus, in Wien ons de zaligheid aangeboden wordt, welke anders in God verborgen zou gebleven zijn. Want wie niet wandelt in den eenvoudigen weg des geloofs, kan uit de verkiezing Gods niets anders maken dan een doolhof der verderfenis. Derhalve, opdat de vergeving der zonden ons een zekerheid zij, onze consciëntiën rusten in het vertrouwen des eeuwigen levens, en wij God als Vader zonder vrees aanroepen, moet hier niet een begin gemaakt worden. Wij moeten aanvangen met hetgeen in Christus geopenbaard is aangaande de liefde des Vaders jegens ons, en hetgeen Christus zelf ons dagelijks verkondigt door het Evangelie.

Ds. J. Calvijn

[J.C. Philpot]

De relatie tussen ons wandelen in de heiliging van het leven en Gods werk van heiliging mag niet in Arminiaanse of synergistische zin worden opgevat. God is ook in het werk van de heiliging de Eerste. Zonder Hem kunnen wij helemaal niets doen.

Alleen wanneer Hij in ons werkt het willen en het werken naar Zijn welbehagen, kunnen wij onze eigen zaligheid bewerken met vrees en beven (Filippenzen 2:12, 13). Alleen wanneer Hij Zijn beloften aan ons vervult, zodat wij die beloften werkelijk bezitten, kunnen wij ons reinigen van alle besmetting van het vlees en van de geest, en de heiligheid volmaken in de vreze Gods (2 Korinthe 7:1).

Ons werk is geworteld in Gods werk, en het is de vrucht van Zijn werk in ons. Hij werkt in ons Zijn geestelijke kracht, de levende, geestelijke energie, om onze eigen zaligheid uit te werken en te wandelen als kinderen van het licht. Alle geestelijke kracht komt alleen van Hem.

Ds. H. Hoeksema (1886-1965)

[J.C. Philpot]

Eindelijk, indien gij vraagt, waarom ons in de Schrift dit volkomen beeld van den Antichrist gegeven is, zo is mijn antwoord: opdat wij het duidelijk zouden herkennen, wanneer het geopenbaard wordt. En wat hebben wij dan te doen, wanneer wij zien dat het gekomen is? Moeten wij het wederstaan, moeten wij er tegen strijden met het zwaard? Dat is, vanzelfsprekend, geheel onmogelijk. Het zal komen. Het moet komen. En zich tegen zijn komst verzetten, is geheel vergeefs. Zijn komst is onweerstaanbaar. En de strijd is niet die des zwaards. Maar gelijk de tekst zegt: Die gevangenis voert, die zal in de gevangenis gaan; en indien iemand met het zwaard doodt, hij moet met het zwaard gedood worden. Neen, wij kunnen de macht des Antichrists niet met geweld weerstaan. Wanneer die wereldmacht komt en heerschappij voert over alles, dan zullen wij ons onderwerpen tot het uiterste, voorzoover God en ons geweten het toelaten. Doch hierin bestaat het lijdzaam geduld en het geloof der heiligen: dat zij in al deze tijden getrouw blijven, en weigeren Christus te verloochenen. Zij wachten op den dag Zijner wederkomst. Moge God ons genade geven, dat wij te allen tijde getrouw bevonden worden, wakende en biddende, opdat niemand onze kroon neme.

Ds. H. Hoeksema (1886-1965)