Ik denk dat ze bedoelen:
1. Je kijkt heel hoog tegen Gods volk op. Je hebt daar heel veel achting voor
2. Als je nog maar kort op de weg van bekering bent praat je er niet over.
Tale Kanaäns
Re: Tale Kanaäns
Wandelen als bomen is een vergeestelijke uitdrukking, de blindgeborene zag dat nadat de Heere hem genezen had en voordat hij volledig zag.
Of dat de bedoeling is van die tekst is maar zeer de vraag
Of dat de bedoeling is van die tekst is maar zeer de vraag
Wien heb ik nevens U in den hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde!
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Bezwijkt mijn vlees en mijn hart, zo is God de Rotssteen mijns harten, en mijn Deel in eeuwigheid.
Re: Tale Kanaäns
Nee, dat is zeker niet de bedoeling van die tekst:
De blinde gaf te kennen dat hij weer kon zien, zij het vaag. Eigenlijk ligt dat al opgesloten in het ana-blepsas, ‘opkijkend’ (zie voor het gebruik van dit werkwoord met betrekking tot een blinde ook Mar.10:51; Joh.9:11).
En terwijl hij opkeek naar Jezus zei de blinde tegen Hem: ‘Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, wandelen’. Hij zag gestalten rondgaan, die op bomen leken. Uit het feit dat die gestalten bewogen, leidde hij af dat het daarbij om mensen moest gaan.
Het is opmerkelijk dat de blinde niet na één handoplegging volledig is genezen. Blijkbaar is het mogelijk dat goddelijke genezing in fasen geschiedt. Over belemmeringen voor genezing, zoals ongeloof (vgl. Mar.6:5-6), wordt hier niet gesproken.
Re: Tale Kanaäns
De focus ligt niet op de genezing, maar op wat Jezus met deze genezing van blindheid zei tegen het Joodse volk.Zeeuw schreef: ↑24 sep 2024, 22:38Nee, dat is zeker niet de bedoeling van die tekst:
De blinde gaf te kennen dat hij weer kon zien, zij het vaag. Eigenlijk ligt dat al opgesloten in het ana-blepsas, ‘opkijkend’ (zie voor het gebruik van dit werkwoord met betrekking tot een blinde ook Mar.10:51; Joh.9:11).
En terwijl hij opkeek naar Jezus zei de blinde tegen Hem: ‘Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, wandelen’. Hij zag gestalten rondgaan, die op bomen leken. Uit het feit dat die gestalten bewogen, leidde hij af dat het daarbij om mensen moest gaan.
Het is opmerkelijk dat de blinde niet na één handoplegging volledig is genezen. Blijkbaar is het mogelijk dat goddelijke genezing in fasen geschiedt. Over belemmeringen voor genezing, zoals ongeloof (vgl. Mar.6:5-6), wordt hier niet gesproken.
-
- Verbannen
- Berichten: 8382
- Lid geworden op: 14 apr 2021, 23:55
- Locatie: Zeeland
Re: Tale Kanaäns
Er zijn wel eikenbomen der gerechtigheid, aldus Jesaja. Maar dan vermeng je de geestelijke toepassing van verschillende Bijbelteksten met elkaar en dat lijkt me niet de bedoeling.Zeeuw schreef: ↑24 sep 2024, 22:38Nee, dat is zeker niet de bedoeling van die tekst:
De blinde gaf te kennen dat hij weer kon zien, zij het vaag. Eigenlijk ligt dat al opgesloten in het ana-blepsas, ‘opkijkend’ (zie voor het gebruik van dit werkwoord met betrekking tot een blinde ook Mar.10:51; Joh.9:11).
En terwijl hij opkeek naar Jezus zei de blinde tegen Hem: ‘Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, wandelen’. Hij zag gestalten rondgaan, die op bomen leken. Uit het feit dat die gestalten bewogen, leidde hij af dat het daarbij om mensen moest gaan.
Het is opmerkelijk dat de blinde niet na één handoplegging volledig is genezen. Blijkbaar is het mogelijk dat goddelijke genezing in fasen geschiedt. Over belemmeringen voor genezing, zoals ongeloof (vgl. Mar.6:5-6), wordt hier niet gesproken.
Re: Tale Kanaäns
Ik denk dat ik nu de sleutel gevonden heb. Zo werd het inderdaad gebracht. Dit had er mee te maken, die eikenbomen. En het werd een beetje aan elkaar vast gemaakt. Bedankt!GerefGemeente-lid schreef: ↑27 sep 2024, 19:21Er zijn wel eikenbomen der gerechtigheid, aldus Jesaja. Maar dan vermeng je de geestelijke toepassing van verschillende Bijbelteksten met elkaar en dat lijkt me niet de bedoeling.Zeeuw schreef: ↑24 sep 2024, 22:38Nee, dat is zeker niet de bedoeling van die tekst:
De blinde gaf te kennen dat hij weer kon zien, zij het vaag. Eigenlijk ligt dat al opgesloten in het ana-blepsas, ‘opkijkend’ (zie voor het gebruik van dit werkwoord met betrekking tot een blinde ook Mar.10:51; Joh.9:11).
En terwijl hij opkeek naar Jezus zei de blinde tegen Hem: ‘Ik zie de mensen, want ik zie hen, als bomen, wandelen’. Hij zag gestalten rondgaan, die op bomen leken. Uit het feit dat die gestalten bewogen, leidde hij af dat het daarbij om mensen moest gaan.
Het is opmerkelijk dat de blinde niet na één handoplegging volledig is genezen. Blijkbaar is het mogelijk dat goddelijke genezing in fasen geschiedt. Over belemmeringen voor genezing, zoals ongeloof (vgl. Mar.6:5-6), wordt hier niet gesproken.