GerefGemeente-lid schreef: ↑01 jul 2024, 22:26
Johannes 3:16 schreef: ↑01 jul 2024, 21:18
GerefGemeente-lid schreef: ↑29 jun 2024, 01:17
Maanenschijn schreef: ↑29 jun 2024, 01:06
Ik omschreef recent een preek die ik laatst beluisterde. Ik omschreef die als volgt: “er zijn mooie dingen en zaken gezegd. Zaken die bevindelijk weerklank vonden. De preek duurde ruim een kwartier langer dan normaal, vooral door de herhaling van zaken die al genoemd waren. Maar het kruis stond ver weg”.
Ik zie hier dat er een oproep van bekering plaats vind van een enkele minuut (zie ik aan de tijdsaanduidingen). Is dat niet heel mager voor een preek van drie kwartier?
Heeft in essentie @refo en @Johannes 3:18 dan niet gelijk?
Nee. Ze gaan eerst de preek framen, naar datgene wat er volgens hen niet gezegd zou zijn. Daarvoor brengen ze geen enkel inhoudelijk argument, dan enkel een linkje wat ik dan maar even moet beluisteren en moet doorzoeken op argumenten die het tegendeel van hun stellingname beweren.
En daarna zeggen ze: zie je wel dat ík gelijk heb. Terwijl het één preek is over een bepaald onderwerp, wat dus totaal geen relevantie in zich heeft om als enig argument te dienen.
Het is precies hetzelfde als ik tien mensen met een BMW uit Waardenburg bij elkaar roep en zeg: alle mensen in Waardenburg rijden in een BMW, dus alle Waardenburgers zijn rijk.
Het is gewoon de grootste onzin. Ik zou zeggen: bedenk bij zulke generaliserende oneliners: wat zou de Heere Jezus er nu van vinden als je Zijn knechten op deze generaliserende wijze wegzet?
Was het maar onzin.
Ik geef weer wat ik in preken hoor. De preek uit de link is daar een typisch een voorbeeld van. Je vroeg immers om een voorbeeld? Ik zou veel meer voorbeelden kunnen noemen. Teveel.
Aan het slot van een preek heb je vaak al genoeg, want dan klinkt meestal de aansporing.
Wat ik waarneem:
Mensen worden opgeroepen tot gebed, niet om te geloven. Tot gebed, of God hen wil bekeren / het geloof wil schenken.
Het probleem is dat dominees zo goed kunnen begrijpen dat mensen niet kunnen geloven en daarom ook niet oproepen tot geloof. Het woord geloof lijkt wel een vies woord geworden te zijn.
Daarom raden de dominees de hoorder aan om te bidden, te smeken. Alsof God overgehaald moet worden om iets te doen. Maar wat verwachten ze dat God dan zal doen? God heeft toch duidelijk genoeg aangegeven wat de weg tot de zaligheid is?
Afgelopen zondag zei er nog een kandidaat dat de kinderen maar net zo lang 'Maak om Jezus wil mij rein' moesten bidden totdat de Heere het zou geven...
Ik moest aan de Baälpriesters op de Karmel denken. Die dachten ook zo.
God wordt voorgesteld als een God Die omgepraat moet worden, Die bewogen moet worden.
Nog een voorbeeld: een preek van begin dit jaar, waarin een predikant in het gedeelte over de wedergeboorte in Johannes 3 zijn luisteraars aanspoorde om 5 dingen te doen:
1) om te bidden tot God
2) om na te denken over hun verdorvenheid
3) om na te denken over Gods wet
4) om de middelen te gebruiken
5) om het evangelie te onderzoeken
Maar de oproep om (zonder uitstel) te geloven klonk niet. En dat in een preek over Johannes 3.
Zonder uitstel, dus op het moment dat het Evangelie klinkt. Op dát moment moet de boodschap worden geloofd.
En ondertussen wordt er (heel gereformeerd) beleden dat het Evangelie met bevel van bekering en geloof gepredikt moet worden.
De praktijk is helaas anders.
Ik vind dit een remonstrantse gedachte en mis het aspect van het zaligmakende werk van Gods Geest en de noodzaak van de toepassing daarvan aan het hart in je bijdrages.
Je zegt hier dat de mens zélf moet geloven en dat God hem dán bekeert. Maar dat is nu precies het punt, dat kan een mens helemaal niet. En daarom gaat het bevel van geloof en bekering niet zonder de oproep tot volharding in het gebed tot de Heere, of Hij dat geloof in het hart wil schenken. Het geloof is een gave van God, wat Hij wegschenkt in het hart van volkomen verloren zondaren die niets meer kunnen aanbrengen. Wij hebben echter wel de volle verantwoordelijkheid als we onbekeerd en in ongeloof voortleven. We kunnen ons nooit verschuilen achter onze onmacht en onwil. Maar dat betekent niet dat de volharding in het gebed tot God, met smeking en geween af te serveren is tot het bidden tot een afgod. Ik vind dat echt een godslasterlijke uitspraak en het raakt me diep.
Ja, dit (haast technische) riedeltje ken ik wel. En dan natuurlijk ook nog het verwijt van remonstrantisme. Daar denk je sterk mee te staan.
Wat ik al zei: de insteek van dit soort preken is al dat een mens niet kan geloven. De oproep om te geloven hoeft dan ook niet expliciet te klinken.
We gaan mensen toch niet ergens toe oproepen als ze dat helemaal niet kunnen?
En toch is dit wél de Bijbelse lijn.
Niet om mensen te laten geloven dat ze uit zichzelf wel zouden kunnen gaan geloven.
Want dat is de angst erachter: stel je voor dat mensen gaan denken dat ze uit zichzelf kunnen geloven!
Geloven wordt niet meer gezien als een voor waar houden wat God zegt, een zich overgeven aan Hem, de belovende God.
Nogmaals: dat heeft niets met menselijk kunnen te maken (alsof God op een prestatie van een mens zit te wachten!), maar wel met voor waar houden wat God belooft.
Ongeloof moet tijdens de prediking aangewezen worden als de grootste zonde.
Dit element hoor je niet in 'gebruik-de-middelen'-preken.
Let er maar eens op: wordt het ongeloof in de preek weleens veroordeeld?
Dat het een minachten is van God?
Dat ongeloof geen zwakheid, geen gebrek, geen tekort, maar een misdaad is tegen God?
Waarom is er toch zoveel begrip voor mensen die niet geloven?
Ik plaats hieronder een aantal citaten van Thomas Boston. Nou, leg die maar eens naast de preken waar gezegd wordt dat de mensen de middelen maar moeten gebruiken omdat ze niet meer dan dat kunnen doen:
Het zich niet overgeven aan Christus, maar de in het Evangelie aangeboden Christus verwerpen, is de zonde van ongeloof.
Als iemand zich voorneemt om de Zoon van God te beledigen; als hij de bedoeling heeft om Hem tot in het hart te treffen en Hem zonder weerga te beschimpen, is dit de manier om het te doen. Namelijk, om het aanbod dat Hij van Zichzelf doet in het Evangelie, te minachten.
Mensen verwachten gunst bij God, maar naar hun eigen doen. Het is niet op grond van een deel in het bloed van Christus dat zij gunst verwachten. Dit spreekt van ongeloof en minachten van Christus met een getuigenis
Ik (Thomas Boston) zal dit onderwerp besluiten met enkele gevolgtrekkingen.
1. Alle ongelovigen, alle verachters van Christus, zijn zelfmoordenaars, want zij verderven hun eigen ziel. Wanneer het gebeurt dat uw ziel verloren gaat en een onderzoek ingesteld wordt door wiens handen ze is gevallen, zal het zijn: O Israël, gij hebt uzelf verwoest; niet Adam, niet satan, maar uzelf, o zondaar!
2. U kunt uw ziel geen groter onheil aandoen, dan Christus niet door geloof aan te nemen. Veel onheil hebt u uw eigen ziel al aangedaan door vloeken, liegen, gierigheid enz. Maar dit is een dodelijke slag aan het hart; dit is de ziel verwonden in het gevoeligste en edelste deel.
3. Alle ongelovigen zullen niet te verontschuldigen zijn. Het heidendom zal iets te zeggen hebben, namelijk dat de openbaring van de weg der zaligheid door Christus hen niet bekend gemaakt is, ja, zelfs de duivelen zullen dit te zeggen hebben, dat er geen middel voor hen bereid was. Maar wat zult u te zeggen hebben, o ongelovige die het bloed van de Verlosser vertrad! U zult geheel zonder verontschuldiging zijn. U zult zijn als de mens die zonder een bruiloftskleed aan de tafel zat bij het huwelijk van des Konings Zoon. Die sprakeloos was toen hem gevraagd werd hoe hij daar kwam zonder bruiloftskleed, hebbende niets in te brengen voor zijn vermetel gedrag.
4. Geloof in Christus. Neem Hem aan, en omhels Hem als u uw ziel niet wilt verderven. Weiger niet het middel dat vrij voor u voorzien is in Christus. U wordt allen uitgenodigd, en verwelkomd om tot Christus te komen. O, kom dan, kom dan, en weiger niet langer Zijn lieflijke nodiging te gehoorzamen. Door het aannemen van Christus zult u zalig gemaakt worden. Uw ziel zal gemeenschap met God hebben. Maar als u niet gelooft, zult u eeuwig omkomen, en de toorn Gods zal voor eeuwig op u liggen. "Hij die gelooft zal zalig gemaakt worden, maar die niet gelooft, zal verdoemd worden" (Mark. 16: 16).