Ja koekoek, jij begint over mechanische inspiratieleer, niet ik. Ik heb alleen gezegd dat ik niet geloof dat mensen diepere teksten kunnen produceren dan God in reactie op parsifal. En daarmee heb ik het niet gehad over hoe en op welke wijze de bijbelschrijvers geïnspireerd zijn.DDD schreef: ↑24 feb 2024, 22:38Ik denk dat je je dan eerst eens zou moeten verdiepen in de eerste beginselen van de inspiratieleer, en dan in het verschil tussen organische en mechanische inspiratie. Je onderbelicht alle menselijke factoren zoals intelligentie, taalvaardigheid, omgevingsfactoren, doelgroep.Hoopvol schreef: ↑24 feb 2024, 19:07
Ik quote even een stukje van het geprek:
Jij zegt dat ik de menselijke factor bij het dichten van de Psalmen onderbelicht. Daarop zeg ik dat ik geloof dat het Woord door God geïnspireerd is en dat Gods Woord onfeilbaar is. Volgens mij heeft dat er juist wel mee te maken.
Welke menselijke factoren onderbelicht ik en wat bedoel je met een soort mechanische inspiratieleer?
Overigens, Brakel schrijft over de middellijke oorzaak in de Redelijke Godsdienst:
Gezien hebbende de eerste werkende oorzaak, komen wij tot de middellijke oorzaken, de middelen, die ‘t de Heere behaagd heeft te gebruiken in het geven van het
Woord. Deze zijn heilige mensen Gods door de Heilige Geest gedreven, 2 Petrus 1:21.
Deze ontvingen de openbaringen:
(a) door onmiddellijke aanspraken: Num. 12:8, Van mond tot mond spreek Ik met hem,
en door aanzien.
(b) In verrukking van de zinnen, Hand. 10:10. In de Geest te zijn, Openb. 1:10.
(c) In dromen, hetzij door aanspraken Gods, Matth. 1:20, hetzij door vertoning van
gezichten, gepaard met aanspraken, Gen. 18:13, 17.
(d) Door engelen, ‘t zij in de slaap, ‘t zij in verrukking van zinnen, ‘t zij wakker zijnde,
Gen. 18:2. Op hoedanige wijze ook de profeten openbaringen ontvingen; dus
schreven zij, en de evangelisten, en de apostelen alles door ingeving van de Heilige
Geest, die gaf het hun in, 2 Tim. 3:16, die dreef hen, 2 Petrus 1:21, die bestuurde
hen en leidde hen in alle waarheid, Joh. 16:13, en verkondigde het hen, vers 14.
