
Genade door recht kent, zover ik er beeld van heb, een tweetal denklijnen:
A) Er is genade door recht: de Heere Christus heeft voldaan aan het recht van van God de Vader, het zaligmakende geloof in Jezus Christus, ingestort bij de wedergeboorte geeft dat er voor de mens genade door recht is verkregen en dat ook als zodanig mag en zal geloven.
B) Genade door recht: De mens die de Heere zalig maakt heeft een persoonlijke ervaring/beleving dat de Heere hem/haar vrijspreekt van schuld. Met hierin een tweetal richtingen:
1) Deze beleving valt niet ieder gezaligde te beurt, maar is een nadere weldaad van de Heere God. Ook zonder deze ervaring kan met zalig zijn en worden, maar komt in de prediking wel vaak naar voren om ‘gekend te worden’; In die zin is het dan ook een nadere weldaad die kan/moet volgen op A.
2) Pas na deze beleving is een mens gerechtvaardigd en zalig (deze optie kom ik weinig tegen en heb daar ook geen linkje naar)
Graag zou ik na willen denken over deze zaken en hoe dat in de prediking tot uiting kan en moet komen.
Om wat onderbouwing mee te geven diverse linkjes:
Van de eerste uitwerking heb ik een mooi stukje gelezen op DigiBron, uit het Gereformeerd Weekblad (1987):
https://www.digibron.nl/viewer/collect ... 61cd54c534
Een onderzoek hiernaar vanuit onze oudvaders is in deze scriptie weergegeven:
https://theologienet.nl/bestanden/stee ... riptie.pdf
Van optie B-2 hier een preek van ds. Moerkerken:
http://preken.dewoesteweg.nl/bestanden ... g%2023.pdf
Ik hoop dat dit een goed gesprek kan geven zodat deze term niet te beurt valt aan allerlei spraakverwarring.