Alleen Het Woord
-
- Berichten: 951
- Lid geworden op: 19 jul 2004, 22:47
Alleen Het Woord
Hebben jullie gisteren de reactie gelezen van ds. C. Harinck op de bijeenkomst van CVKoers/CHE over de gaven van de Geest.
Wat mij opviel; hij wil van geen bijzondere ervaringen weten, alleen Het Woord daar hebben wij genoeg aan. Dat was volgens mij de strekking van zijn verhaal. Ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat juist in de GG en aanverwante kerken juist geleerd werd een bijzondere openbaring van de Geest, zie de topic over Van de Zwaag. Daar ging het juist over de vierschaarbeleving enz, bijzondere ervaringen. Neemt ds. Harinck met dit artikel een bijzondere positie in in de GG, neemt hij hiermee wat afstand van de gangbare theologie in de GG? Komt hij hier dicht bij het gedachtegoed van K. van de Zwaag? Of heb ik dat mis? Ik kan het niet goed beoordelen want ik ben geen GG.
Wat mij opviel; hij wil van geen bijzondere ervaringen weten, alleen Het Woord daar hebben wij genoeg aan. Dat was volgens mij de strekking van zijn verhaal. Ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat juist in de GG en aanverwante kerken juist geleerd werd een bijzondere openbaring van de Geest, zie de topic over Van de Zwaag. Daar ging het juist over de vierschaarbeleving enz, bijzondere ervaringen. Neemt ds. Harinck met dit artikel een bijzondere positie in in de GG, neemt hij hiermee wat afstand van de gangbare theologie in de GG? Komt hij hier dicht bij het gedachtegoed van K. van de Zwaag? Of heb ik dat mis? Ik kan het niet goed beoordelen want ik ben geen GG.
Re: Alleen Het Woord
Toeschouwer schreef:Hebben jullie gisteren de reactie gelezen van ds. C. Harinck op de bijeenkomst van CVKoers/CHE over de gaven van de Geest.
Wat mij opviel; hij wil van geen bijzondere ervaringen weten, alleen Het Woord daar hebben wij genoeg aan. Dat was volgens mij de strekking van zijn verhaal. Ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat juist in de GG en aanverwante kerken juist geleerd werd een bijzondere openbaring van de Geest, zie de topic over Van de Zwaag. Daar ging het juist over de vierschaarbeleving enz, bijzondere ervaringen. Neemt ds. Harinck met dit artikel een bijzondere positie in in de GG, neemt hij hiermee wat afstand van de gangbare theologie in de GG? Komt hij hier dicht bij het gedachtegoed van K. van de Zwaag? Of heb ik dat mis? Ik kan het niet goed beoordelen want ik ben geen GG.
Je hebt de goede GG ervaring. Gods volk leert het zo, er moet een wonder gebeuren, zien is nog geen hebben, kortom de ervaring/bevinding is heel belangrijk. En ik onderschrijf dat zelf ook wel in enige mate. Je kan pas bij bevinding weten wat het is om vader te worden, ik denk dat ook zo is met het weten geborgen te zijn in Christus. Dat is een gave van de Geest die licht over het Woord geeft. Of dat allemaal gepaard gaat met zeer bijzondere gebeurtenissen? Meestal niet denk ik. Maar goed.
Dan hebben we het pinkstergemeente en aanverwanten. Ook zij spreken van een ervaringstheologie. De exegese is ondergeschikt hieraan. Helemaal objectief, als dat al mogelijk zou zijn, lijken deze 2 uitersten erg op elkaar. Ik zou niet weten wat de pinkstergemeente en ds du Marchie op het gebied van de ervaring van elkaar scheiden.
Ik denk inderdaad niet dat ds Harinc erg ver van dr van der Zwaag afstaat. Ik denk ook niet dat van der zwaag heel erg ver van de GG afstaat, zoals ds de Wit wel beweerd. Er zijn stromingen binnen de GG die de ervaring op een voetstuk plaatsen.
Opvallend voorbeeld van deze week. Er kwam een man bij ons op bezoek. De vragen gingen over het geestelijk leven, en hij vertelde toen hij van een ernstige kwaal moest worden behandeld dat hij het "over" kon geven. Hij wist dat het beste nog moest komen. Ik vroeg hem daarop, waarom hij dan toch niet aan het heilig avondmaal ging. Toen antwoorde hij mij een bekende GG stelling. Ik ben nog niet ten dis geleid.
De bijbel was voor hem dus niet genoeg. Er moest nog een extra ervaring plaats vinden. Weten een kind van God te zijn, geeft bijbels gezien alle recht om aan te gaan. Maar blijkbaar mist hij licht over licht. Of dwaalt rechtzinnig.
Re: Alleen Het Woord
Dit nieuwe artikel heb ik nog niet gelezen (ik krijg de Koers altijd wat laterToeschouwer schreef:Hebben jullie gisteren de reactie gelezen van ds. C. Harinck op de bijeenkomst van CVKoers/CHE over de gaven van de Geest.
Wat mij opviel; hij wil van geen bijzondere ervaringen weten, alleen Het Woord daar hebben wij genoeg aan. Dat was volgens mij de strekking van zijn verhaal. Ik ben altijd in de veronderstelling geweest dat juist in de GG en aanverwante kerken juist geleerd werd een bijzondere openbaring van de Geest, zie de topic over Van de Zwaag. Daar ging het juist over de vierschaarbeleving enz, bijzondere ervaringen. Neemt ds. Harinck met dit artikel een bijzondere positie in in de GG, neemt hij hiermee wat afstand van de gangbare theologie in de GG? Komt hij hier dicht bij het gedachtegoed van K. van de Zwaag? Of heb ik dat mis? Ik kan het niet goed beoordelen want ik ben geen GG.

In die eerste artikelen bleek al dat bij de predikanten die aan die enquête hadden meegedaan geen eenduidigheid bestond over de vraag, wat zij nu precies verstaan onder gaven van de Geest. De een denkt aan tongentaal, de ander aan bijzondere openbaringen.
Binnen de GG is men niet zo druk in de weer met de Geest, lijkt men er zelfs wat huiverig voor te zijn.
"Bevinding" is wél een begrip dat veel wordt gehanteerd, maar men lijkt dat niet zozeer te zien als een gave van de Geest. In die zin sluit ds. Harinck -denk ik- wel aan bij het gangbare gedachtengoed van de GG, waarin de Geest geen prominente plaats inneemt.
In zijn uitdrukkelijk waarschuwen voor bijzondere ervaringen als de "vierschaarbeleving" staat hij -denk ik- aan de kritische kant, daar wordt door rechtsere GG'ers weleens anders over gedacht. Maar het zijn mijns inziens twee verschillende items, althans ik heb nooit gemerkt dat men die bijzondere bevindingen als gaven van de Geest zag.
We hebben het over een stuk uit het RD, Hendrikus.
RD schreef:Woord enige bron van openbaring
Nu de Schrift compleet is, zijn de openbaringsgaven opgehouden
Ds. C. Harinck reageert op verzoek van het RD op de studiedag over de gaven van de Geest, georganiseerd door het christelijk opinieblad CV.Koers. Hij vreest dat dit congres een symptoom is, dat de charismatische beweging bezig is de gereformeerde gezindte binnen te dringen.
De nieuwe publicatie ”Gaven voor de gemeente”, waaraan behalve docenten van de Christelijke Hogeschool Ede ook enkele predikanten van de gereformeerde gezindte hebben meegewerkt, bewijst dat mijn verontrusting niet uit de lucht is gegrepen. Ik zie ook dat velen, vanuit de behoefte om iets van God te ervaren en te gevoelen, al te gemakkelijk de gedachten van de charismatische beweging omhelzen en geloven dat voor de gelovigen meer is weggelegd dan de gewone gaven van geloof, hoop en liefde.
Tweederangs
Het is niet gemakkelijk om in een kort bestek duidelijk te maken wat mijn bezwaren zijn tegen de hierboven gestelde ontwikkeling. Ik beperk mij dan ook tot mijn voornaamste bezwaren. Allereerst moeten we weten dat er twee visies zijn op de bovennatuurlijke gaven van de Geest. De orthodoxe visie, de zo geheten streeptheologie, die reeds te vinden is bij Augustinus en is nagevolgd door de Reformatie, zegt dat de bijzondere gaven uit de christelijke kerk zijn verdwenen nadat de canon van de Schrift is afgesloten.
De visie van de pinksterkerken en de charismatische beweging is dat deze bijzondere gaven nog steeds voor de christen te verkrijgen zijn. Het ontbreken ervan moet worden toegeschreven aan geestelijke armoede. Alhoewel men de Reformatie als een zegen ziet, spreekt men toch onomwonden uit dat de kerkhervorming de zegen van Pinksteren niet heeft ontdekt.
Dit heeft geduurd tot het ontstaan van de pinksterkerken in het begin van de twintigste eeuw. Gods kinderen hebben het dus eeuwenlang gedaan met een soort tweederangs christendom. Zij hebben eeuwen beneden hun stand geleefd. Huidige voorstanders verwachten dan ook van de terugkeer van de bijzondere gaven een opleving voor de kerk en een zegen voor de wereld.
De gedachte dat met de voltooiing van de canon en de vestiging van de nieuwtestamentische kerk de bijzondere openbaringsgaven en de bovennatuurlijke wonderen hebben opgehouden, zijn eeuwenlang door de christelijke kerk beleden. Men heeft uitgesproken en geconstateerd dat de Heilige Geest niet is voortgegaan deze gaven aan de kerk te schenken.
Wonderen
Het zijn steeds ketterse stromingen geweest, zoals van de montanisten, die de bijzondere gaven bleven claimen. De huidige bevorderaars van de charismatische beweging in ons land geloven echter niet dat God deze gaven niet meer aan de gelovigen schenkt. Zij beweren „dat er geen deugdelijke argumenten zijn om de opvattingen van de cessationisten (de streeptheologie) te verdedigen.” De Heere schenkt, volgens hen, de christen op zijn bidden en vooral via de weg van zich te heiligen nog steeds deze bijzondere gaven. God geeft gelovigen nog steeds de kracht geeft om geneeswonderen te verrichten, in vreemde talen te spreken, te profeteren, openbaringen des geestes te ontvangen, in visioenen en dromen de wil van God te kennen, enzovoorts.
Op welke gronden zeggen wij nu dat de Heere is opgehouden dit aan Zijn gemeente te geven? Het is niet te loochenen dat de Heere aan de nieuwtestamentische kerk bijzondere gaven en krachten heeft gegeven. Zo lezen we in Hand. 5:12: „En door de handen der apostelen geschiedden vele tekenen en wonderen onder het volk”. Maar altijd zijn deze bovennatuurlijke werkingen een getuigenis van God op de verkondigde boodschap. Dit is de Bijbelse verklaring voor de wonderen.
„God bovendien medegetuigende door tekenen, en wonderen, en menigerlei krachten en bedelingen des Heiligen Geestes” (Hebr. 2:4). Toen de kerk gevestigd was, was daar geen noodzaak meer voor. De boodschap had bewezen van God afkomstig te zijn. Wij staan nu alleen toe dat God soms in bijzondere omstandigheden, zoals in zendingssituaties en tijden van vervolging, door bovennatuurlijke gebeurtenissen getuigenis geeft aan Zijn boodschap. Dit neemt niet weg dat wij geloven dat God op gebed genezing en uitkomst in noden wil geven.
Voltooiing
Van de openbaringsgaven zeggen we het voorgaande niet. Het spreken in tongen noemen sommigen een gave voor persoonlijk gebed. Schriftonderzoek leert dat het een openbaringsgave was. Dit wordt ook door leidinggevende personen in de charismatische beweging beleden. In hun samenkomsten en ook op het congres hoorde je dan ook: „De Heer zegt”, of: „God vertelde mij.” Men zegt directe boodschappen en openbaringen van God te ontvangen. Dit stemt overeen met het apostolisch getuigenis.
Door tongentaal en profetie ontving de aanwezige gemeente openbaringen van God. Zij worden dan ook openbaringen of manifestaties van de Heilige Geest genoemd. (1 Kor. 12:7). Dit was nodig voor de jonge kerk. De Schrift was nog niet volkomen. Zij dienden om de betekenis en het nut van de heilsfeiten uit te leggen; de gemeente in de vervolging met een directe boodschap van God te vertroosten en in moeilijke situaties de wil van de Heere te kennen.
Deze gaven zijn opgehouden. De Schrift is nu compleet. De Heere spreekt nu door Zijn Woord tot de kerk en het hart van Zijn kinderen. Ieder die zich aanmatigt een directe openbaring van God te ontvangen, stelt zich boven de Schrift. En alles wat zich boven de Schrift stelt is dwaling. Het doorslaggevende argument dat de openbaringsgaven gaven zijn opgehouden is dan ook, dat er sinds de voltooiing van de canon geen ander medium van openbaring van God aan mensen is dan Zijn Woord. „God voortijds veelmaal en op velerlei wijze, tot de vaderen gesproken hebben door de profeten, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door den Zoon.” Hebr. 1:1. Wij hebben geen nieuwe openbaringen meer nodig. Wat de kerk nodig heeft is de krachtige werking van Gods Geest bij het gepredikte Woord, opdat mensen verslagen van hart zullen vragen: „Wat moet ik doen om zalig te worden?”
De auteur is emeritus predikant van de Gereformeerde Gemeenten.
- Miscanthus
- Berichten: 5306
- Lid geworden op: 30 okt 2004, 14:38
- Locatie: Heuvelrug
Nogal boude uitspraak. Er staat nergens in de bijbel dat de Geest die gaven niet meer schenkt. Anders had Paulus wel vermeld dat dit een tijdelijk iets was, waarop latere geslachten niet meer hoefden te rekenen.Pim schreef:Deze gaven zijn opgehouden. De Schrift is nu compleet. De Heere spreekt nu door Zijn Woord tot de kerk en het hart van Zijn kinderen. Ieder die zich aanmatigt een directe openbaring van God te ontvangen, stelt zich boven de Schrift. En alles wat zich boven de Schrift stelt is dwaling.
En hoe kijken we dan aan tegen teksten die predikanten en kinderen van God krijgen over het eeuwig wel van overleden kinderen?
Excusez-moi...Pim schreef:We hebben het over een stuk uit het RD, Hendrikus.
Met deze conclusie neemt de schrijver m.i. wel afstand van de vierschaarbeleving waaraan sommigen zo hechten als bijzonder openbaring.RD schreef: Wij hebben geen nieuwe openbaringen meer nodig. Wat de kerk nodig heeft is de krachtige werking van Gods Geest bij het gepredikte Woord
[Dat doet ds. Harinck hier overigens niet voor 't eerst, we kennen toch zijn lezing over dit onderwerp die hij destijds in Gouda hield?].
Zijn betoog draait om de krachtige werking van Gods Geest bij het gepredikte Woord. Laten we dat maar vasthouden, en voorzichtig zijn met ervaringen waarin de geest los van het Woord lijkt te staan, of je het nou vierschaar of tongentaal noemt.
zou je dat toe willen lichten.Houthakker schreef:Is het misschien een idee om, voor we verder praten, eerst 1 Korinthe 12 en 1 Korinthe 14 eens te lezen?
Dan laten we in ieder geval het Woord als eerste spreken.
Groet,
Houthakker.
Overigens moet m.i. alle ware bevinding passen in deze tekst.
18 Want ik betuig aan een iegelijk, die de woorden der profetie dezes boeks hoort: Indien iemand tot deze dingen toedoet, God zal hem toedoen de plagen, die in dit boek geschreven zijn.
19 En indien iemand afdoet van de woorden des boeks dezer profetie, God zal zijn deel afdoen uit het boek des levens, en uit de heilige stad, en uit hetgeen in dit boek geschreven is.
Toelichten?
Misschien is het beter dat ik even die hoofdstukken ga kopieren en hier neerplaatsen.
Zij spreken namelijk nogal voor zich.
Het gaat daar zo duidelijk over gaven van de Geest en over het spreken in tongen, daar kunnen we gewoon niet omheen.
Nergens lees ik in die hoofdstukken, en ook nergens anders in de Bijbel dat dit alleen maar geldend was voor die tijd en dat het na een bepaald jaartal zou stoppen.
Kijk, dat wij in de reformatorische kerken er nauwelijks iets over horen, dat wist deze hoofdstukken en waarheden uit de Bijbel natuurlijk niet uit.
Groet,
Houthakker.
Misschien is het beter dat ik even die hoofdstukken ga kopieren en hier neerplaatsen.
Zij spreken namelijk nogal voor zich.
Het gaat daar zo duidelijk over gaven van de Geest en over het spreken in tongen, daar kunnen we gewoon niet omheen.
Nergens lees ik in die hoofdstukken, en ook nergens anders in de Bijbel dat dit alleen maar geldend was voor die tijd en dat het na een bepaald jaartal zou stoppen.
Kijk, dat wij in de reformatorische kerken er nauwelijks iets over horen, dat wist deze hoofdstukken en waarheden uit de Bijbel natuurlijk niet uit.
Groet,
Houthakker.
Nogal boude uitspraak. Er staat nergens in de bijbel dat de Geest die gaven niet meer schenkt. Anders had Paulus wel vermeld dat dit een tijdelijk iets was, waarop latere geslachten niet meer hoefden te rekenen.Miscanthus schreef:Pim schreef:Deze gaven zijn opgehouden. De Schrift is nu compleet. De Heere spreekt nu door Zijn Woord tot de kerk en het hart van Zijn kinderen. Ieder die zich aanmatigt een directe openbaring van God te ontvangen, stelt zich boven de Schrift. En alles wat zich boven de Schrift stelt is dwaling.
quote]
Zet dit niet de deur open voor de roomse traditie. Maria is daarin zondeloos verklaard. Alleen maar omdat een of andere paus meende het licht te zien.
Kijk, als we dit hoofdstuk nu eens rustig doorlezen en op ons laten inwerken:
1 ¶ Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren.
2 Want die een vreemde taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het, doch met den geest spreekt hij verborgenheden.
3 Maar die profeteert, spreekt den mensen stichting, en vermaning en vertroosting.
4 Die een vreemde taal spreekt, die sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente.
5 En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen.
6 ¶ En nu, broeders, indien ik tot u kwam, en sprak vreemde talen, wat nuttigheid zou ik u doen, zo ik tot u niet sprak, of in openbaring, of in kennis, of in profetie of in lering?
7 Zelfs ook de levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, zo zij geen onderscheid met hun klank geven, hoe zal bekend worden, hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt?
8 Want ook indien de bazuin een onzeker geluid geeft, wie zal zich tot den krijg bereiden?
9 Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt.
10 Er zijn, naar het voorvalt, zo vele soorten van stemmen in de wereld, en geen derzelve is zonder stem.
11 Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn.
12 Alzo ook gij, dewijl gij ijverig zijt naar geestelijke gaven, zo zoekt dat gij moogt overvloedig zijn tot stichting der Gemeente.
13 Daarom, die in een vreemde taal spreekt, die bidde, dat hij het moge uitleggen.
14 Want indien ik in een vreemde taal bid, mijn geest bidt wel, maar mijn verstand is vruchteloos.
15 ¶ Wat is het dan? Ik zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met den geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen.
16 Anderszins, indien gij dankzegt met den geest, hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, amen zeggen op uw dankzegging, dewijl hij niet weet, wat gij zegt?
17 Want gij dankzegt wel behoorlijk, maar de ander wordt niet gesticht.
18 Ik dank mijn God, dat ik meer vreemde talen spreek, dan gij allen;
19 Maar ik wil liever in de Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tien duizend woorden in een vreemde taal.
20 Broeders, wordt geen kinderen in het verstand, maar zijt kinderen in de boosheid, en wordt in het verstand volwassen.
21 ¶ In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere.
22 Zo dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven, maar den ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen, maar dengenen, die geloven.
23 Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen spraken, en enige ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart?
24 Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld.
25 En alzo worden de verborgene dingen zijns harten openbaar; en alzo, vallende op zijn aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God waarlijk onder u is.
26 ¶ Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een vreemde taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting;
27 En zo iemand een vreemde taal spreekt, dat het door twee, of ten meeste drie geschiede, en bij beurte; en dat een het uitlegge.
28 Maar indien er geen uitlegger is, dat hij zwijge in de Gemeente; doch dat hij tot zichzelven spreke, en tot God.
29 En dat twee of drie profeten spreken, en dat de anderen oordelen.
30 Doch indien een ander, die er zit, iets geopenbaard is, dat de eerste zwijge.
31 Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren, opdat zij allen leren, en allen getroost worden.
32 En de geesten der profeten zijn den profeten onderworpen.
33 Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
34 ¶ Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
35 En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken.
36 ¶ Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen?
37 Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.
38 Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend.
39 Zo dan, broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert niet in vreemde talen te spreken.
40 Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.
1 ¶ Jaagt de liefde na, en ijvert om de geestelijke gaven, maar meest, dat gij moogt profeteren.
2 Want die een vreemde taal spreekt, spreekt niet den mensen, maar Gode; want niemand verstaat het, doch met den geest spreekt hij verborgenheden.
3 Maar die profeteert, spreekt den mensen stichting, en vermaning en vertroosting.
4 Die een vreemde taal spreekt, die sticht zichzelven; maar die profeteert die sticht de Gemeente.
5 En ik wil wel, dat gij allen in vreemde talen spreekt, maar meer, dat gij profeteert; want die profeteert, is meerder dan die vreemde talen spreekt, tenzij dan, dat hij het uitlegge, opdat de Gemeente stichting moge ontvangen.
6 ¶ En nu, broeders, indien ik tot u kwam, en sprak vreemde talen, wat nuttigheid zou ik u doen, zo ik tot u niet sprak, of in openbaring, of in kennis, of in profetie of in lering?
7 Zelfs ook de levenloze dingen, die geluid geven, hetzij fluit, hetzij citer, zo zij geen onderscheid met hun klank geven, hoe zal bekend worden, hetgeen op de fluit of op de citer gespeeld wordt?
8 Want ook indien de bazuin een onzeker geluid geeft, wie zal zich tot den krijg bereiden?
9 Alzo ook gijlieden, indien gij niet door de taal een duidelijke rede geeft, hoe zal verstaan worden hetgeen gesproken wordt? Want gij zult zijn als die in de lucht spreekt.
10 Er zijn, naar het voorvalt, zo vele soorten van stemmen in de wereld, en geen derzelve is zonder stem.
11 Indien ik dan de kracht der stem niet weet, zo zal ik hem, die spreekt, barbaars zijn; en hij, die spreekt, zal bij mij barbaars zijn.
12 Alzo ook gij, dewijl gij ijverig zijt naar geestelijke gaven, zo zoekt dat gij moogt overvloedig zijn tot stichting der Gemeente.
13 Daarom, die in een vreemde taal spreekt, die bidde, dat hij het moge uitleggen.
14 Want indien ik in een vreemde taal bid, mijn geest bidt wel, maar mijn verstand is vruchteloos.
15 ¶ Wat is het dan? Ik zal wel met den geest bidden, maar ik zal ook met het verstand bidden; ik zal wel met den geest zingen, maar ik zal ook met het verstand zingen.
16 Anderszins, indien gij dankzegt met den geest, hoe zal degene, die de plaats eens ongeleerden vervult, amen zeggen op uw dankzegging, dewijl hij niet weet, wat gij zegt?
17 Want gij dankzegt wel behoorlijk, maar de ander wordt niet gesticht.
18 Ik dank mijn God, dat ik meer vreemde talen spreek, dan gij allen;
19 Maar ik wil liever in de Gemeente vijf woorden spreken met mijn verstand, opdat ik ook anderen moge onderwijzen, dan tien duizend woorden in een vreemde taal.
20 Broeders, wordt geen kinderen in het verstand, maar zijt kinderen in de boosheid, en wordt in het verstand volwassen.
21 ¶ In de wet is geschreven: Ik zal door lieden van andere talen, en door andere lippen tot dit volk spreken, en ook alzo zullen zij Mij niet horen, zegt de Heere.
22 Zo dan, de vreemde talen zijn tot een teken niet dengenen, die geloven, maar den ongelovigen; en de profetie niet den ongelovigen, maar dengenen, die geloven.
23 Indien dan de gehele Gemeente bijeenvergaderd ware, en zij allen in vreemde talen spraken, en enige ongeleerden of ongelovigen inkwamen, zouden zij niet zeggen, dat gij uitzinnig waart?
24 Maar indien zij allen profeteerden, en een ongelovige of ongeleerde inkwame, die wordt van allen overtuigd, en hij wordt van allen geoordeeld.
25 En alzo worden de verborgene dingen zijns harten openbaar; en alzo, vallende op zijn aangezicht, zal hij God aanbidden, en verkondigen, dat God waarlijk onder u is.
26 ¶ Wat is het dan, broeders? Wanneer gij samenkomt, een iegelijk van u, heeft hij een psalm, heeft hij een leer, heeft hij een vreemde taal, heeft hij een openbaring, heeft hij een uitlegging; laat alle dingen geschieden tot stichting;
27 En zo iemand een vreemde taal spreekt, dat het door twee, of ten meeste drie geschiede, en bij beurte; en dat een het uitlegge.
28 Maar indien er geen uitlegger is, dat hij zwijge in de Gemeente; doch dat hij tot zichzelven spreke, en tot God.
29 En dat twee of drie profeten spreken, en dat de anderen oordelen.
30 Doch indien een ander, die er zit, iets geopenbaard is, dat de eerste zwijge.
31 Want gij kunt allen, de een na den ander profeteren, opdat zij allen leren, en allen getroost worden.
32 En de geesten der profeten zijn den profeten onderworpen.
33 Want God is geen God van verwarring, maar van vrede, gelijk in al de Gemeenten der heiligen.
34 ¶ Dat uw vrouwen in de Gemeenten zwijgen; want het is haar niet toegelaten te spreken, maar bevolen onderworpen te zijn, gelijk ook de wet zegt.
35 En zo zij iets willen leren, laat haar te huis haar eigen mannen vragen; want het staat lelijk voor de vrouwen, dat zij in de Gemeente spreken.
36 ¶ Is het Woord Gods van u uitgegaan? Of is het tot u alleen gekomen?
37 Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn.
38 Maar zo iemand onwetend is, die zij onwetend.
39 Zo dan, broeders, ijvert om te profeteren, en verhindert niet in vreemde talen te spreken.
40 Laat alle dingen eerlijk en met orde geschieden.
Ook zou ik aandacht willen vragen voor de volgende teksten uit het twaalfde hoofdstuk:
1 ¶ En van de geestelijke gaven, broeders, wil ik niet, dat gij onwetende zijt.
2 Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heengetrokken, naar dat gij geleid werdt.
3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest.
4 En er is verscheidenheid der gaven, doch het is dezelfde Geest;
5 En er is verscheidenheid der bedieningen, en het is dezelfde Heere;
6 En er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.
7 Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is.
8 Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden Geest;
9 En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest.
10 En een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen.
11 Doch deze dingen alle werkt een en dezelfde Geest, delende aan een iegelijk in het bijzonder, gelijkerwijs Hij wil.
1 ¶ En van de geestelijke gaven, broeders, wil ik niet, dat gij onwetende zijt.
2 Gij weet, dat gij heidenen waart, tot de stomme afgoden heengetrokken, naar dat gij geleid werdt.
3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand, die door den Geest Gods spreekt, Jezus een vervloeking noemt; en niemand kan zeggen, Jezus den Heere te zijn, dan door den Heiligen Geest.
4 En er is verscheidenheid der gaven, doch het is dezelfde Geest;
5 En er is verscheidenheid der bedieningen, en het is dezelfde Heere;
6 En er is verscheidenheid der werkingen, doch het is dezelfde God, Die alles in allen werkt.
7 Maar aan een iegelijk wordt de openbaring des Geestes gegeven tot hetgeen oorbaar is.
8 Want dezen wordt door den Geest gegeven het woord der wijsheid, en een ander het woord der kennis, door denzelfden Geest;
9 En een ander het geloof, door denzelfden Geest; en een ander de gaven der gezondmakingen, door denzelfden Geest.
10 En een ander de werkingen der krachten; en een ander profetie; en een ander onderscheidingen der geesten; en een ander menigerlei talen; en een ander uitlegging der talen.
11 Doch deze dingen alle werkt een en dezelfde Geest, delende aan een iegelijk in het bijzonder, gelijkerwijs Hij wil.
nu praktisch, zit jij te wachten op visionaire vierschaarbelevingen?Houthakker schreef:Toelichten?
Misschien is het beter dat ik even die hoofdstukken ga kopieren en hier neerplaatsen.
Zij spreken namelijk nogal voor zich.
Het gaat daar zo duidelijk over gaven van de Geest en over het spreken in tongen, daar kunnen we gewoon niet omheen.
Nergens lees ik in die hoofdstukken, en ook nergens anders in de Bijbel dat dit alleen maar geldend was voor die tijd en dat het na een bepaald jaartal zou stoppen.
Kijk, dat wij in de reformatorische kerken er nauwelijks iets over horen, dat wist deze hoofdstukken en waarheden uit de Bijbel natuurlijk niet uit.
Groet,
Houthakker.
Paulus was m.i. ook niet heel erg gesteld op tongentaal.
verder denk ik dat de kritiek niet helemaal klopt.
Met openbaringen moeten wel heel voorzichtig zijn. Je kan iemands persoonlijk geloof niet toetsen. Als iemand gelooft dat een ander zalig heen is gegaan, zal ik het niet durven ontkennen of bekennen.
Heb ooit een opsomming gepost hier osw.
volgens mij hebben we de meeste gaven van de Geest nog steeds . Als er nog openbaringen buiten de bijbel nodig zijn. Dan moet er wel een zijn geweest in het verleden die veel heeft betekent. Ik zou het niet weten. Blijkbaar kan zowel rechts als links niks met een bijbel alleen.
1. Profetie ( Ro 12:7 1Ko 12:10 )
2. Dienen of dienstbetoon ( Ro 12:7 ), NB. de eerste taak van de
ambten in Eph 4:12.
3. Onderwijzen ( Ro 12:7 )
4. Vermanen ( Ro 12:8 )
5. Mededelen, uitdelen ( Ro 12:8 )
6. Leiding geven, besturen ( Ro 12:8 1Co 12:28 )
7. Barmhartigheid bewijzen ( Ro 12:8 )
8. De gave van onthouding (1Co 7:7 )
9. Met wijsheid spreken (1Co 12:8 )
10. Met kennis spreken (1Co 12:8 )
11. Geloof (1Co 12:9 )
12. Gaven van genezing (1Co 12:9,28 )
13. Werking van krachten (1Co 12:10,28 )
14. Onderscheiden van geesten (1Co 12:10 )
15. Allerlei tongen, vreemde talen, glossolalie (1Co 12:10,28
16. Vertolking van tongen (1Co 12:10,28 )
17. Apostelen (1Co 12:28 Eph 4:11 )
18. Profeten (1Co 12:28 Eph 4:11 )
19. Leraars (1Co 12:28 Eph 4:11, daar als één ambt met de herders)
20. Helpen (1Co 12:28 )
21. Evangelisten (Eph 4:11 )
Paulus is volgens mij heel duidelijk: als je in tongen spreekt is dat iets voor jezelf. Want als niemand het begrijpt heeft een ander er niets aan. Geniet voor jezelf van het verschijnsel. Kan iemand het vertalen: nog mooier. Want dan heeft de hele gemeente er iets aan.
Lijkt me logisch. Als iemand, hoezeer ook door de Geest geleerd, gaat preken in het Zoeloe, begrijpt 99,9% van de gemeente er niets van. Het zal zelfs op de lachspieren werken, dat geklik en geplof.
De praktijk leert ook dat de Pinkstergebeurtenis vooral een teken was voor die tijd. Later gebeurde hetzelfde nog eens, dus zeg nooit nooit. In Handelingen 4, meen ik. Maar hedentendage heb ik nog nooit gehoord dat een zendeling bij een volk kwam en meteen in hun taal ging preken. Dus die tongen, lijken me niet echt belangrijk.
In het boek 'Het domein van de slang' van Ouweneel wordt ook op die tongentaal ingegaan. Het schijnt te zijn gebeurd dat iemand 'tongentaal' sprak, maar een aanwezige de woorden herkende als chinese schuttingtaal. De duivel kan met dat teken blijkbaar ook aan de haal gaan.
Met Paulus moeten we daarom zeggen: tongentaal is prima als iemand het uitlegt.
Lijkt me logisch. Als iemand, hoezeer ook door de Geest geleerd, gaat preken in het Zoeloe, begrijpt 99,9% van de gemeente er niets van. Het zal zelfs op de lachspieren werken, dat geklik en geplof.
De praktijk leert ook dat de Pinkstergebeurtenis vooral een teken was voor die tijd. Later gebeurde hetzelfde nog eens, dus zeg nooit nooit. In Handelingen 4, meen ik. Maar hedentendage heb ik nog nooit gehoord dat een zendeling bij een volk kwam en meteen in hun taal ging preken. Dus die tongen, lijken me niet echt belangrijk.
In het boek 'Het domein van de slang' van Ouweneel wordt ook op die tongentaal ingegaan. Het schijnt te zijn gebeurd dat iemand 'tongentaal' sprak, maar een aanwezige de woorden herkende als chinese schuttingtaal. De duivel kan met dat teken blijkbaar ook aan de haal gaan.
Met Paulus moeten we daarom zeggen: tongentaal is prima als iemand het uitlegt.
Waarop ik zit te wachten is niet bepalend.jacob schreef:
nu praktisch, zit jij te wachten op visionaire vierschaarbelevingen?
Wat ik wil aangeven is, dat we bepaalde zaken wel erg gemakkelijk aan de kant schuiven.
De Bijbel doet dat niet.
En of Paulus er gelukkig mee was, weet ik niet.
Feit is, dat de Heere het belangrijk genoeg heeft gevonden om in Zijn Woord te laten schrijven.
En duidelijk zegt Hij:
Hij werkt deze dingen, zoals Hij het wil. En Hij geeft deze dingen aan wie Hij wil en wanneer Hij wil.Doch deze dingen alle werkt een en dezelfde Geest, delende aan een iegelijk in het bijzonder, gelijkerwijs Hij wil.
Is het dan aan ons om te prakkizeren of wij erop zitten te wachten?
Groet,
Houthakker.